Chávez haalt uit naar oude medestanders

“Het onderliggende probleem is dat ze mijn leiderschap niet erkennen, dus erken ik hen ook niet”, zei Chávez tijdens een bijeenkomst van de Verenigde Socialistische Partij van Venezuela (PSUV). “Ik zal er persoonlijk voor zorgen dat ze uit het Venezolaanse politieke landschap verdwijnen.”

Hij vernoemde de partij “Patria Para Todos” (PPT), waarvan de leiders hun wortels in de vakbonden hebben, en de restanten van oude socratische partijen zoals Gente Emergente, de Movimiento Electoral del Pueblo en de Partido Joven, die samen in totaal tien van de 167 zetels hebben in het  parlement. De PSUV heeft er 140 zetels.

Op 23 november trekken de Venezolanen naar de stembus om 22 van de 23 gouverneurs en 328 van de 335 burgemeesters te kiezen. In verschillende regio’s hebben de PPT, PCV en andere kleinere partijen hun steun uitgesproken voor kandidaten die niet tot de PSUV van Chávez behoren. De kandidaten hebben niet altijd een echte kans op winst, maar kunnen wel het pro-Chávez kamp verdelen en verzwakken en het zo mogelijk maken voor een oppositiekandidaat om te winnen.

De eerste barsten doken begin 2007 op, toen de president al zijn volgelingen opriep om zich te verenigen in de PSUV. Een aantal leiders van de bevriende  gaven gevolg aan die oproep, maar de democratische partij Podemos stapte over naar de oppositie, terwijl de PCV en andere groepen wel aanhangers van Chávez bleven, maar niet samensmolten met zijn PSUV en hun eigen structuren behielden. Ze bleven wel achter Chávez’ oproep staan voor “21e eeuws socialisme”.

Verontwaardiging

Volgens Oscar Figuera, secretaris-generaal van de PCV, is de kritiek van Chávez onterecht. “Wij communisten kunnen niet zomaar contrarevolutionairen genoemd worden, omdat we precies de revolutie willen versterken op electoraal, politiek, sociaal en economisch vlak.” Bovendien, zegt Figuera “nemen we al deel aan dat proces sinds 1997, toen we de eerste partij waren die Chávez’ kandidatuur steunde.”

José Albornoz, secretaris-generaal van de PPT, is nog harder voor de president: “Toen de president ons probeerde te demoniseren en sprak over de politieke vernietiging van de PPT, deed ons dat denken aan Jozef Stalin.” Daniel García, hoofd van Gente Emergente, heeft het over een “onnodig offensieve en ondoordachte” verbale aanval door Chávez.

Hoewel de verkiezingen regionaal en lokaal zijn, heeft Chávez ze omschreven als “de belangrijkste in onze geschiedenis”, omdat hij vindt dat een sterke overwinning hem meer vertrouwen geeft voor de belangrijke veranderingen die hij in het volgende decennium wil doorvoeren. Als de oppositie in tien provincies wint, waaronder de meest bevolkte provincies in het noorden “zullen ze volgend jaar achter me aan komen” zei Chávez.

Uit opiniepeilingen blijkt dat de oppositie, die in 2004 in amper twee provincies de gouverneurszetel won, in november in zes provincies kan winnen.