Chili ligt voorop, Honduras is laatste

Minstens een derde van de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische landen zal verscheidene doelstellingen halen tegen 2015, de deadline die de VN bepaald hebben, onder meer minder armoede, kinderen met een betere gezondheid en een beter lager onderwijs.

De armoede in heel het continent daalde van 48,3 procent in 1990 naar 34,1 procent in 2007. Dat betekent dat het aantal armen van 200 miljoen naar 184 miljoen daalde.

“Chili doet het zeer goed, wellicht haalt het als eerste de Doelstellingen, door de extreme armoede met 50 procent te verminderen”, zegt Alicia Bárcena. In Honduras daarentegen is de situatie zorgwekkend: 49,4 procent van de bevolking leeft nog steeds in extreme armoede.

“Uruguay, Argentinië, Costa Rica, Brazilië, Panama, Venezuela en Mexico hebben aanzienlijke verbeteringen gerealiseerd op het vlak van het terugdringen van de armoede en investeringen in de armen. Niettemin blijven de verdeling van de rijkdom en de vermindering van de ongelijkheid grote uitdagingen, vooral in Brazilië en Mexico.”

Voorwaardelijke Cashtransfer

Een van de belangrijkste successen in de strijd tegen de armoede is de Voorwaardelijke Cashtransfer (CCT), zegt Bárcena. De CCT-programma’s geven rechtstreeks geld aan de armen op voorwaarde dat ze hun kinderen naar school en naar gezondheidscentra sturen. “Het geld is noodhulp, terwijl de voorwaarden investeringen op lange termijn in menselijk kapitaal stimuleren. De CCT blijkt vooral een succes te zijn wanneer het naar vrouwen gaat. Het programma maakt hen niet alleen onafhankelijker maar het stimuleert ook andere Milleniumdoelstellingen, zoals de aanwezigheid van hun zonen en dochters op de lagere school en de medische verzorging van kinderen.”

De moedersterfte blijft hoog. “Die doelstelling zal niet gemakkelijk gehaald worden. In landen met een grote landelijke bevolking hebben vrouwen slechts beperkt toegang tot medische verzorging en proberen ze zelf hun intieme gezondheidsproblemen op te lossen.”

Crisis

De financiële crisis kan de vooruitgang van de laatste zes jaar vertragen of teniet doen, waarschuwt Alica Bárcena. Het is een moeilijke evenwichtsoefening, vindt ze. “Enerzijds hebben we middelen nodig om de economie te genezen, anderzijds moeten we investeren in een opvangnetwerk voor de armen en kwetsbaren.”

Er zijn aanwijzingen dat de economie zich herstelt maar het sociale herstel zal langer duren, zegt ze. In een crisis “verliezen de groepen met minder inkomsten relatief meer dan groepen met meer inkomsten, en het kost hen meer tijd om hun verliezen te recupereren.”

Het continent lijkt wel beter bestand tegen de economische troebelen dan in de jaren 80. Toen de huidige crisis begon, waren de inflatie en overheidsschuld aanzienlijk minder, zegt Bárcena.

Werkloosheid

Bárcena verwacht dat de werkloosheid het grootste probleem zal worden. “De laatste vijf jaar was die gezakt van 11 procent naar 7 procent maar ze zal zeker opnieuw stijgen, tot minstens 9 procent. De vrouwen zullen hun werk sneller en makkelijker kwijtraken dan de mannen. Ongeveer 73 procent van alle vrouwen werkt als huishoudpersoneel of in de informele sector, zonder sociale zekerheid.”

“Gelukkig komt er een hoopvol voorbeeld uit Chili. President Michele Bachelet heeft zich ingezet voor sociale zekerheid en pensioenen voor vrouwen die als huishoudhulp werken. Een grote vooruitgang!”