China en Irak gaan hechte toekomst tegemoet
Tijdens het eerste staatsbezoek van de Iraakse President, Jalal Talabani, aan zijn Chinese ambtgenoot, Hu Jintao, tekenden de twee leiders vier akkoorden.
Rien Vandermeersch . 22 juni 2007
De overeenkomsten bepalen de kwijtschelding van een deel van uitstaande Iraakse schulden, de Chinese ondersteuning van de heropbouw van Irak en een grotere samenwerking op vlak van ondermeer onderwijs en gezondheidszorg.
‘Ik ben vereerd om de eerste Iraakse president te zijn die China bezoekt sinds China en Irak diplomatieke banden aangingen in 1958’, liet een opgetogen Talabani weten aan het Chinese persagentschap Xinhua tijdens zijn zesdaagse staatsbezoek. De staatshoofden spraken elkaar afgelopen donderdag gedurende vier uur in ‘The Great Hall of the People’ in hartje Peking.
Talabani hoopt dat zijn bezoek een nieuw tijdperk van bilaterale relaties tussen China en Irak mag inluiden en dat China doorgaat met een positieve invloed uit te oefenen op de Iraakse politieke ontwikkeling. In zijn houding tegenover de Taiwan-kwestie, hield de president vast aan de steun voor het één-China principe, wat bij Hu Jintao in goede aarde viel.
Er werd met geen woord gerept over de specifieke details van de overeenkomsten, noch over de omvang van de schuldkwijtschelding. Vorige maand beloofde de Chinese minister van Buitenlandse Zaken, Yang Jiechi, ‘een volledige schuldkwijtschelding voor de Iraakse overheid’ en zou 6,5 miljoen dollar vrijgemaakt worden voor de gezondheidszorg en het onderwijs in Irak.
Tijdens de gesprekken beschreef Hu Jintao Irak als een ‘oude vriend van het Chinese volk. Onze vriendschapsband is meer dan 2000 jaar oud, toen de zijderoute beide landen verbond.’ Hij stelde voor om de samenwerking op te drijven op vlak van gezondheid, cultuur en onderwijs. Daarnaast wil Hu extra samenwerking en overleg in internationale en regionale kwesties.
Hu verklaarde dat de Chinese overheid de rechten en keuzes respecteert die Irak maakte om de nationale onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit veilig te stellen. Talabani opperde van zijn kant dat beide landen meer moeten doen om coöperatie te stimuleren in handel, wetenschap, technologie, energie en cultuur.
China zal Irak bijstaan in de wederopbouw van het land door de bedrijveswereld aan te sporen zich in te zetten in en voor Irak. In tegenstelling tot de rest van het land bloeit het Koerdische autonome deel van Noord-Irak. Chinese bedrijven en zakenmannen speelden een grote rol in de ontwikkeling van deze regio. Ze investeerden er vooral in sectoren zoals telefonie, bouw en olie, wat zijn vruchten afgeworpen heeft.
Talabani, die in 2005 de eerste Koerdische president van Irak werd, moedigt deze investeringen aan en wil dat ze zich uitbreiden over het hele land. Hij vertelde ook dat zijn overheid grote inspanningen doet om de veiligheid en stabiliteit te verhogen om buitenlandse beleggers aan te trekken. Vorig jaar bedroeg de bilaterale handel 1,1 miljard dollar. Dit onderlinge handelsresultaat moet in de komende jaren verder stijgen.
Irak zou de komende jaren 80 nieuwe olievelden aanboren om de olieproductie op te drijven tot 6,5 miljoen vaten per dag tegen 2015. Voor de Amerikaanse inval in het olierijke land bedroeg de productie gemiddeld 2,6 miljoen vaten en vandaag pompt Irak dagelijks ongeveer 2 miljoen vaten op.
Irak en China maakten tijdens het staatsbezoek plannen om de samenwerking rond olie-industrie te bespreken. De staatshoofden willen namelijk onderhandelen over de heropening van een bevroren Chinees olie-exploitatierecht. Het contract werd in 1997 getekend onder het bewind van Saddam Hoessein.
In de overeenkomst werd het ontginningsrecht van het Al-Adhab voor 1,2 miljoen dollar toegekend aan de grootste Chinese petroleummaatschappij, China National Petroleum Corporation (CNPC). Volgende maand kan een nieuwe Iraakse wet op olie en gas, dit contract nieuw leven inblazen.
‘Ik ben vereerd om de eerste Iraakse president te zijn die China bezoekt sinds China en Irak diplomatieke banden aangingen in 1958’, liet een opgetogen Talabani weten aan het Chinese persagentschap Xinhua tijdens zijn zesdaagse staatsbezoek. De staatshoofden spraken elkaar afgelopen donderdag gedurende vier uur in ‘The Great Hall of the People’ in hartje Peking.
Nieuw tijdperk
Talabani hoopt dat zijn bezoek een nieuw tijdperk van bilaterale relaties tussen China en Irak mag inluiden en dat China doorgaat met een positieve invloed uit te oefenen op de Iraakse politieke ontwikkeling. In zijn houding tegenover de Taiwan-kwestie, hield de president vast aan de steun voor het één-China principe, wat bij Hu Jintao in goede aarde viel.
Er werd met geen woord gerept over de specifieke details van de overeenkomsten, noch over de omvang van de schuldkwijtschelding. Vorige maand beloofde de Chinese minister van Buitenlandse Zaken, Yang Jiechi, ‘een volledige schuldkwijtschelding voor de Iraakse overheid’ en zou 6,5 miljoen dollar vrijgemaakt worden voor de gezondheidszorg en het onderwijs in Irak.
Meer samenwerking
Tijdens de gesprekken beschreef Hu Jintao Irak als een ‘oude vriend van het Chinese volk. Onze vriendschapsband is meer dan 2000 jaar oud, toen de zijderoute beide landen verbond.’ Hij stelde voor om de samenwerking op te drijven op vlak van gezondheid, cultuur en onderwijs. Daarnaast wil Hu extra samenwerking en overleg in internationale en regionale kwesties.
Hu verklaarde dat de Chinese overheid de rechten en keuzes respecteert die Irak maakte om de nationale onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit veilig te stellen. Talabani opperde van zijn kant dat beide landen meer moeten doen om coöperatie te stimuleren in handel, wetenschap, technologie, energie en cultuur.
Chinese bedrijven
China zal Irak bijstaan in de wederopbouw van het land door de bedrijveswereld aan te sporen zich in te zetten in en voor Irak. In tegenstelling tot de rest van het land bloeit het Koerdische autonome deel van Noord-Irak. Chinese bedrijven en zakenmannen speelden een grote rol in de ontwikkeling van deze regio. Ze investeerden er vooral in sectoren zoals telefonie, bouw en olie, wat zijn vruchten afgeworpen heeft.
Talabani, die in 2005 de eerste Koerdische president van Irak werd, moedigt deze investeringen aan en wil dat ze zich uitbreiden over het hele land. Hij vertelde ook dat zijn overheid grote inspanningen doet om de veiligheid en stabiliteit te verhogen om buitenlandse beleggers aan te trekken. Vorig jaar bedroeg de bilaterale handel 1,1 miljard dollar. Dit onderlinge handelsresultaat moet in de komende jaren verder stijgen.
Olie-deal in de maak
Irak zou de komende jaren 80 nieuwe olievelden aanboren om de olieproductie op te drijven tot 6,5 miljoen vaten per dag tegen 2015. Voor de Amerikaanse inval in het olierijke land bedroeg de productie gemiddeld 2,6 miljoen vaten en vandaag pompt Irak dagelijks ongeveer 2 miljoen vaten op.
Irak en China maakten tijdens het staatsbezoek plannen om de samenwerking rond olie-industrie te bespreken. De staatshoofden willen namelijk onderhandelen over de heropening van een bevroren Chinees olie-exploitatierecht. Het contract werd in 1997 getekend onder het bewind van Saddam Hoessein.
In de overeenkomst werd het ontginningsrecht van het Al-Adhab voor 1,2 miljoen dollar toegekend aan de grootste Chinese petroleummaatschappij, China National Petroleum Corporation (CNPC). Volgende maand kan een nieuwe Iraakse wet op olie en gas, dit contract nieuw leven inblazen.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2781 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Interview
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Opinie
-
Wereldblog