China stelt sociaal getint vijfjarenplan op

De partijtop vreest dat de ongelijke verdeling van de rijkdom tussen landelijk en stedelijk China het land binnen vijf jaar gaat opbreken, als er geen maatregelen worden genomen. In een officieel rapport van het Ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid staat dat het land zich in fase oranje bevindt als het gaat om sociale instabiliteit. Als de komende jaren geen fundamentele oplossingen gevonden worden om de groeiende inkomenskloof te bestrijden, zal in 2010 het licht op rood springen.

Het elfde vijfjarenplan richt zich op de verdere evolutie van China richting een markteconomie. Daarnaast wil de partij een ontwikkelingsmodel voortzetten dat eerder gebaseerd is op een wetenschappelijk verantwoord concept dan op louter economische groei. Die weg werd al ingezet toen toen president Hu Jintao en premier Wen Jiabao in 2002 de macht binnen de partij en in 2003 de macht over het land overnamen. Zij wilden een ontwikkelingsmodel dat duurzame groei garandeert en waarin de mens centraal staat.

De komende vijf jaar zal China meer aandacht besteden aan sociale gelijkheid en democratie, zo klinkt het in een verklaring die het staatspersbureau Xinhua publiceerde. Ontwikkeling van de economie en de maatschappij, van steden en platteland en van de verschillende regio’s moet in de periode 2006-2010 uitgebalanceerder en harmonieuzer zijn.

De voorbije maanden drukten belangrijke regeringsadviseurs, professoren en ook de normaal gesproken terughoudende staatsmedia onomwonden hun bezorgdheid uit over de sociale gevolgen van de snelle Chinese economische groei en de overgang naar een markteconomie. Tijdens de economische hervormingen raakten veel arbeiders van staatsbedrijven hun baan en hun zekerheid kwijt. De inkomens op het platteland groeiden niet mee met die in de steden.

Onder president Hu stegen de budgetten voor onderwijs en gezondheidszorg op het platteland en er werd belastingvermindering doorgevoerd voor boeren. Die maatregelen blijken echter niet altijd goed te werken. Veel van de voorziene budgetten bereiken de plattelandsbevolking niet. Er is steeds vaker sprake van gewelddadige conflicten tussen plattelandsbewoners en overheden over grondbezit, vervuilende fabrieken en falende gezondheidszorg.

Onlangs gaf het ministerie van Openbare Veiligheid toe dat het aantal protesten gestegen is van 10.000 in 1994, tot 58.000 in 2003 en 74.000 het afgelopen jaar. Daarbij waren meer dan 3,7 miljoen mensen betrokken. In een reactie op het stijgende aantal protesten wil China een speciale eenheid oprichten die snel moet kunnen reageren op massaprotesten, aldus politiechef Zhou Yongkang. Als China de problemen op het platteland niet snel oplost, dan zal het heel moeilijk worden de economische groei te handhaven, concludeert Wen Tiejun, onderzoeker naar landbouw en plattelandsontwikkeling aan de Renmin Universiteit. (WD/JS)