Chinese industrie steekt Duitse bedrijven naar de kroon

“China is een industriële grootmacht geworden”, zegt Kandeh Yumkella, de directeur-generaal van de Unido. Het aandeel van China in de totale industriële productie in de wereld bedraagt nu 6,9 procent, ruim drie keer meer dan aan het begin van de jaren tachtig. Slechts drie landen doen nog beter: de Verenigde Staten met een aandeel van 23,3 procent, Japan met 18,2 procent en Duitsland met 7,4 procent. Ook India is aan een opmars bezig, maar dat land nog maar 1,2 procent van de industriële wereldproductie voor zijn rekening.

“Minder bemoedigend is dat het aandeel van zwart-Afrika stagneert en onder 1 procent van het wereldtotaal blijft”, zegt Yumkella. Het beeld dat andere ontwikkelingslanden bieden, is gemengd. Brazilië neemt nu 2,1 procent van de wereldproductie van nijverheidsgoederen voor zijn rekening. Dat is vier tienden van een procentpunt minder dan twintig jaar geleden, maar Brazilië zit desondanks nog altijd in de toptien. Zuid-Korea, een land dat begin de jaren tachtig nog niet bij de tien grootste landen hoorde, doet het nu met 3,4 procent beter dan Brazilië.

Volgens recent onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), wordt China tegen 2010 de belangrijkste exporteur wereldwijd. Bij de opkomst van die nieuwe groeimotor in de wereldeconomie doen ook andere ontwikkelingslanden hun voordeel.

Volgens de Unido neemt met name de Zuid-Zuidhandel in nijverheidsgoederen sterk toe. Sinds de jaren tachtig stijgt die handel met gemiddeld 18 procent, het dubbele van het groeiritme van de landbouwexport en de totale wereldexport. “Sommige ontwikkelingslanden bezitten waardevolle kennis en technologie die relevant zijn voor andere ontwikkelingslanden, en willen die ook delen. Dat stelt andere ontwikkelingslanden in staat op die vlakken sterker te worden en een groter aandeel te verwerven in de wereldeconomie”, zeggen experts van de Unido.

De armste ontwikkelingslanden profiteren daar nauwelijks van. De grote uitdaging voor de internationale samenwerking op het vlak van industriële ontwikkeling is daar verandering in te brengen, vindt Yumkella. In die landen moet de productiecapaciteit dringend worden opgevoerd. Arme landen hebben ook een zware dobber aan het naleven van de steeds talrijkere productnormen die andere landen invoeren.

De Unido wil de industriële Zuid-Zuidsamenwerking bevorderen door daar in strategische landen gespecialiseerde centra voor op te zetten. De instelling heeft al afspraken gemaakt met China en India, en denkt verder aan Brazilië, Egypte en Zuid-Afrika.