“Chinese pijpleiding in Birma ramp voor mensenrechten"

De pijpleidingen, die 980 kilometer lang worden, starten aan de westkust en lopen doorheen het land naar de oostelijke provincie Shan, die grenst aan China. Daar lopen ze verder door naar Kunming en Nanning, twee grote steden in het Zuiden van China.

Begin November werden de werkzaamheden officieel geopend door vertegenwoordigers van beide landen. Maar nu de werkzaamheden stilaan op gang komen, klinkt ook de bezorgdheid over mensenrechtenschendingen steeds luider.  Mensenrechtenorganisaties en milieuverenigingen slaan alarm over de groeiende militaire aanwezigheid en het harde beleid in sommige dorpen langs de route van de pijpen.

Dwangarbeid

Er zijn nog geen bevestigde rapporten over dwangarbeid langs de route, maar volgens de organisaties is dat een kwestie van tijd. “Nu al krijgen vissersgemeenschappen aan de westkust verbod om te vissen in de buurt van de geplande route, en in de provincie Arakan is overheid al land in beslag beginnen nemen”, zegt Naing Htoo van EarthRights International. “Dat zijn altijd de eerste tekenen van misbruik. De meeste mensen langs de route zijn zich bovendien niet bewust van de aanleg van de pijp.”

Volgens de Shwe Gas Movement (SGM) zijn al 44 bataljons gestationeerd langs de route om die te beschermen voor de Chinese Nationale Petroleummaatschappij. “Elk bataljon bestaat uit 250 tot 300 soldaten. Momenteel zijn er dus tot dertienduizend soldaten gelegerd langs de route”, zegt de SGM in een verklaring.

Precedent

De organisaties herinneren aan de pijpleiding in Yadana, die in de jaren negentig gebouwd werd. Het werd een symbool van mensenrechtenschendingen met onder meer moorden, verkrachting, marteling en dwangarbeid onder de etnische minderheden. “Dwangarbeid is onvermijdelijk”, zegt Wong Aung de van Shwe Gas Movement. “Zo gaat het Birmese leger nu eenmaal te werk. Maar nu zal het veel erger zijn dan Yadana, omdat dit project vijftien keer zo lang is.”