Conventie tegen culturele eenheidsworst moeilijk af te dwingen (analyse)

Protectionisme en subsidies voor cultuurproducten van eigen bodem zijn niet alleen toegelaten, ze zijn ook broodnodig. Dat verkondigt de conventie voor culturele diversiteit die 148 landen gisteren goedkeurden in Parijs. Die uitzondering op het dogma van de vrijhandel heeft een sterke morele uitstraling, maar om ze ook juridisch toe te passen, is de bereidwillige medewerking van Wereldhandelsorganisatie vereist. Een probleem.


Films, boeken en muziek zijn geen koopwaar als een ander: nationale regeringen moeten cultuur van eigen bodem naar hartelust kunnen subsidiëren en beschermen. Dat staat in een internationaal akkoord dat de VN-lidstaten gisteren (donderdag) afsloten.

De plenaire stemming in het Parijse hoofdkwartier van Unesco gisteren (donderdag) was verpletterend: 148 lidstaten stemden voor. Slechts twee landen stemden tegen en vier onthielden zich. Tot op het laatste moment legden de Verenigde Staten al hun gewicht in de schaal om de conventie tegen te houden. Buitenlandminister Condoleezza Rice dreigde zelfs de hernieuwde Amerikaanse financiering van Unesco (toch een vierde van het budget) tegen te houden. Enkel Israël liet zich overhalen tot een tegenstem.

De Franse pers staat vandaag bol met ronkende verklaringen. De conventie voor culturele diversiteit (een Frans-Canadees initiatief) wordt in Parijs gezien als een triomf voor het Europese culturele erfgoed en een nederlaag voor het dominante marktaandeel van Hollywood in de filmindustrie.

Sommige commentatoren waarschuwen echter dat de buit nog niet binnen is. Deze conventie is een morele overwinning, maar de lakmoesproef zal zijn of de ontwikkelingslanden de Amerikaanse druk zullen weerstaan om hun audiovisuele diensten op te nemen in de handelsonderhandelingen, zegt Sasha Constanza Koch, een media-expert van de drukkingsgroep Communication Rights in the Information Society. Koch, die het debat binnen Unesco al volgt van bij het begin in 2003, wijst erop dat de VS ontwikkelingslanden ertoe aanzetten om bilaterale akkoorden te ondertekenen die subsidies en beschermende maatregelen voor film, televisie en muziek verbieden.

Het Unesco-verdrag vraagt voor cultuur een uitzondering op het dogma van de internationale handel. Dat betekent dat de Wereldhandelsorganisatie (WTO), die toekijkt op de toepassing van de internationale handelsregels, die uitzondering moet erkennen. Dat de WTO daartoe bereid is, is allerminst zeker, zegt David Kessler, een adviseur van ex-premier Lionel Jospin,. Gaat het beschouwd worden als een uitzondering in het raamwerk van de WTO, of gaan de handelsministers gewoon zeggen: ‘Ach ja, dit werd wel ondertekend door de Unesco, maar met ons werk heeft die tekst niets te maken’. Dat wordt de centrale strijdvraag, zegt Kessler.

De Amerikaanse regering lijkt in ieder geval niet van plan om rekening te houden met de conventie bij de onderhandelingen over de zogenaamde Doha-ronde. Die onderhandelingen moeten in december in Hongkong een akkoord opleveren over de verdere vrijmaking van de wereldhandel, waaronder ook de dienstensector. Deze conventie gaat over handel en valt duidelijk buiten het mandaat van Unesco, zei Richard Martin één van de Amerikaanse onderhandelaars tijdens het debat in het Unesco-hoofdkwartier. Hij voegde eraan toe dat de conventie verdragsrechtelijke rechten en verplichtingen ondergraaft en de kansen op succes in de Doha-ronde nog vermindert.

Als het tot een echt dispuut komt tussen de WTO en Unesco, dan wordt het een strijd van David tegen Goliath. Het juridische raamwerk rond de Wereldhandelsorganisatie is veel sterker. Unesco heeft bijvoorbeeld geen mandaat om te arbitreren bij conflicten tussen landen. De WTO kan niet alleen scheidsrechter spelen bij handelsoorlogen, ze kan ook dwangsommen opleggen. Het dispuutmechanisme van de conventie heeft eigenlijk geen juridische status, zegt Mohamed Lotfi M’rini, professor internationale handel aan de universiteit van Laval.

De conventie voor culturele diversiteit heeft dan wel kracht van wet (drie maanden nadat dertig lidstaten ze goedkeuren), in de praktijk is ze moeilijk afdwingbaar. De conventie doet geen afbreuk aan de verplichtingen die gelden in het kader van NAFTA en CAFTA, de vrijhandelsakkoorden tussen de Noord- en Midden-Amerikaanse landen, zegt M’rini.

M’rini wijst op een andere zwakte: op vraag van India kunnen landen die het verdrag niet geratificeerd hebben, de conventie naast zich neerleggen. Die zogenaamde ‘Indische clausule’ zal een belangrijk achterpoortje vormen.

Julio Godoy, IPS


Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.