Corruptieschandaal schaadt populariteit Lula nauwelijks

Volgens het Sensus Institute steeg de goedkeuring voor Lula’s beleid van 46,7 procent in november naar 53,3 procent. De waardering voor de regering steeg van 31,1 procent naar 37,5 procent. Het aantal mensen dat zei een negatief beeld te hebben van de regering-Lula daalde van 29 tot 21,4 procent. Het Sensus Instituut, een van de bekendste opiniepeilers in Brazilië, ondervroeg tussen 6 en 9 februari 2.000 mensen. De resultaten werden gisteren (14/2) bekend gemaakt.

Uit het onderzoek blijkt dat de president in de peilingen aan kop gaat als het gaat om de verkiezingen in oktober. José Serra, naar verwachting de grootste rivaal van Lula, zou het in een tweede ronde tegen de huidige president afleggen met 37,6 tegen 47,6 procent. Bij een opiniepeiling in november verloor Serra met een veel kleinere marge: 37,6 procent tegen 41,5 procent.

Het corruptieschandaal, waarbij de linkse regerende Arbeiderspartij (PT) toegaf illegaal campagnegeld te hebben gebruikt, kostte verschillende belangrijke partijleiders hun positie. Ook werd de PT beschuldigd van het omkopen van parlementsleden, om zo meer steun voor wetsvoorstellen te krijgen. De onderzoeken naar de omkoopaffaires zijn nog steeds niet afgerond.

De uitkomsten van de laatste opiniepeiling laten zien dat Lula zich de afgelopen twee maanden hersteld heeft, nadat zijn populariteit tot november vorig jaar gestaag daalde, zegt Marcos Figueiredo, politicoloog aan het Onderzoeksinstituut van de Universiteit van Rio de Janeiro (IUPERJ). Hij merkt ook op dat het onmogelijk is om de voorspellen of die trend aanhoudt. Die kan ook het gevolg zijn van het feit dat de afgelopen periode geen nieuwe corruptieschandalen aan het licht kwamen. Tegelijkertijd was de berichtgeving in de media sterk gericht op positieve resultaten van Lula’s beleid op economisch en sociaal terrein.

In het onderzoek gaf 31,8 procent van de ondervraagden aan de oplossing van sociale problemen belangrijker te vinden bij het bepalen van hun stem dan de ‘publieke moraal’. Voor 30,1 procent gold het omgekeerde. Zeven maanden geleden, toen het corruptieschandaal zich steeds verder uitbreidde, werd ‘moraal’ door de ondervraagden nog als topprioriteit genoemd. 32,2 procent gaf toen aan dat belangrijkste te vinden, tegen 26 procent die sociale kwesties voorrang gaf.

Lula kan volgens Figueiredo goed voor de dag komen met zijn sociaal beleid. Zijn regering voerde kinderbijslag in, afhankelijk van het aantal kinderen variërend van 6 tot 37 euro per maand. Daarnaast werden een aantal programma’s op het gebied van armoedebestrijding opgezet of uitgebreid. Zachte leningen voor gepensioneerden en werknemers zorgden voor een stijging van de consumptie onder miljoenen gezinnen met lage inkomens, zegt Figueiredo.

Ook werd universitair onderwijs door leningen en toekenning van studiebeurzen toegankelijker gemaakt voor jongeren uit gezinnen met lage inkomens. Naar verwachting wordt binnenkort een wet aangenomen die universiteiten verplicht een minimaal aantal plaatsen te reserveren voor zwarte studenten en studenten van inheemse afkomst.

Op economisch gebied werden meer formele banen gecreëerd en de regering heeft het minimumloon in fasen verhoogd. Lula is altijd een sterke kandidaat gebleven voor de presidentsverkiezingen van oktober, zegt Figueiredo. Zelfs toen de crisis zijn hoogtepunt had bereikt. Desondanks verrast het snelle herstel van zijn populariteit velen, omdat zij dachten dat de schandalen binnen de Arbeiderspartij Lula onherstelbaar beschadigd hadden. (JS/MM)