Cuba heeft last om van Windowsverslaving af te raken

GNU/Linux is een op Unix geënt besturingssysteem, waarvan de kernel (kern) in 1991 werd ontwikkeld door de Fin Linus Torvalds. GNU/Linux wordt in de Wereld verspreid onder een General Public License, wat wil zeggen dat je met de software mag doen wat je wil, inclusief aanpassen en verkopen, zolang je dat recht ook doorgeeft aan anderen. Concreet wil dat zeggen dat je de broncode, je eigen programmatie, niet geheim mag houden, zoals Windows dat bijvoorbeeld wel doet.
Omwille van het Amerikaanse handelsembargo tegen Cuba zijn de computergebruikers op het eiland verplicht met illegale kopieën van Windows te werken. “Er is heel wat weerstand om daar wat aan te veranderen”, zegt Yudivián Almeida, professor computerwetenschappen aan de universiteit van Havana, “Het argument dat software met een open broncode gratis is, maakt weinig indruk omdat ook nu al niemand de Windows-licenties betaalt.”
Een werkgroep met vertegenwoordigers van diverse ministeries, het leger en enkele universiteiten is twee jaar later nog niet veel opgeschoten. Voorlopig draaien enkel de servers van de douane op GNU/Linux. Die van de universiteit van Havana en van Infomed, een informatienetwerk van gezondheidsgegevens, waren in de jaren negentig al overgeschakeld.
De Cubaanse minister voor Communicatie en Informatietechnologie, Jorge Luis Perdomo, zei in de krant Juventud Rebelde dat de overstap een uitdaging blijft, “zowel wat opleiding betreft als de noodzakelijke investeringen.” “Momenteel zijn we de organisatorische en de veiligheidsaspecten aan het bestuderen om de overgang mogelijk te maken.”
Het probleem zit hem onder meer bij de multimediaprogramma’s die vaak worden gebruikt in het onderwijs en die meestal op Windows draaien. Niet alle experten zijn het erover eens dat een overstap zo’n goed idee is. “We moeten Windows blijven gebruiken wanneer we de nieuwe ontwikkelingen niet willen missen. Een andere weg is waanzin”, zegt een informaticus die anoniem wil blijven.
Het enthousiasme voor de open-sourcesoftware wordt momenteel gedragen door meer dan 600 computerclubs voor jongeren van de Communistische Jeugdliga. Vierduizend mensen hebben er een opleiding gevolgd als beheerder van GNU/Linux. De clubs werken samen met de Latijns-Amerikaanse Festival voor de Installatie van Vrije Software (FLISOL) en organiseren evenementen waarbij ze mensen er toe aansporen over te schakelen op open-sourcesystemen.
“De open-sourcebeweging is in Cuba nog niet erg geïnstitutionaliseerd”, zegt professor Almeida, “Het is nog altijd een soort guerrilla die niet erg serieus wordt genomen. Nochtans staan de idealen van samenwerking en vrijheid van informatie dicht bij de ideeën van de Cubaanse revolutie, dus waarom niet nauwer samenwerken ? Ik zie het als een kruistocht tegen de privatisering van kennis.”