De aarzelende zoektocht naar een nieuw economisch model

Langzaamaan neemt de internationale gemeenschap afstand van bepaalde neoliberale mantra’s. De vrijheid van geld- en goederenstromen is niet langer absoluut en moet soms wijken voor ecologische en sociale bekommernissen. Dat bleek op de recente VN-top over de financiële crisis.
Eind  juni kwamen wereldleiders in New York samen op de driedaagse VN-Conferentie over de Wereldwijde Financiële en Economische Crisis en haar Impact op Ontwikkeling. Sommige landen zagen die top als een mogelijk alternatief voor de G20-bijeenkomst begin april in Londen, waar staatshoofden van de twintig leidende en opkomende economieën zich bogen over de crisis.
Die G20 was geen flop maar leidde evenmin tot fundamentele veranderingen. Bovendien werden heel wat taken naar het Internationaal Muntfonds (IMF) doorgeschoven, dat volgens sommigen door zijn beleid van deregulering juist mee de crisis veroorzaakte en waar de rijke landen de plak zwaaien. Veel ontwikkelingslanden waren daar niet gelukkig mee en zien in de VN –een club van 192 lidstaten– een forum waar ze wel inbreng hebben.
Onder impuls van Miguel d’Escoto, de Nicaraguaanse voorzitter van de Algemene Vergadering van de VN, groeide het idee om een VN-conferentie over de crisis te organiseren. Met het oog daarop riep d’Escoto de Stiglitzcommissie in het leven, een commissie met kritische experts uit alle windstreken onder leiding van de Amerikaanse Nobelprijswinnaar economie Joe Stiglitz. Die commissie produceerde een rapport dat vernieuwende antwoorden gaf, maar de vraag bleef wat de VN-top daarvan zou overnemen. Niet al te veel, zo blijkt nu.

Kleine maar belangrijke stap


De radicale ontwikkelingslanden achter d’Escoto wilden dat de top hier en nu het kapitalisme zou hervormen. De VS wilden zo weinig mogelijk. De EU en meer gematigde ontwikkelingslanden die in de G20 zetelden, zorgden voor een compromis: de tekst legt zich toe op de link tussen de crisis en ontwikkeling.
Wat opvalt, is dat soms een andere toon wordt aangeslagen dan we gewoon waren geraakt. Zo erkennen nu kennelijk alle landen dat overdreven geloof in zelfregulerende markten mee tot de crisis heeft geleid. Er wordt zelfs erkend dat ontwikkelingslanden tijdelijk kapitaalcontroles mogen invoeren en dat ze –meer algemeen– meer hun eigen beleid moeten kunnen bepalen.
Opmerkelijk is de oproep voor een effectief toezicht vanwege het IMF op de grote financiële centra. De Stiglitzcommissie hamerde erop dat internationaal toezicht vooral moet focussen op systemisch belangrijke landen wiens beleid mondiale gevolgen heeft, in plaats van op de kleintjes.
De VN nemen dat over maar wijzen dat toezicht wel toe aan het IMF, waar juist die grote landen het voor het zeggen hebben. ‘De VN-top blijft de leidende rol van het IMF aanvaarden’, zegt Raman Mehta van de ngo Action Aid teleurgesteld. Opvallend is de oproep aan het IMF om niet langer voorwaarden aan ontwikkelingslanden op te leggen die de crisis erger maken.
Al bij al zijn er weinig concrete toezeggingen. De oproep van de Stiglitzcommissie om één procent van de stimulusprogramma’s van de rijke landen in ontwikkelingslanden te besteden viel in dovemansoren.
‘Meer zat er niet in op dit moment’, aldus de Chinese professor Yu Yongding, lid van de Stiglitzcommissie. ‘Dit is slechts een begin, al weet ik niet of de volgende president van de Algemene Vergadering, een Libiër, iets zal ondernemen om dit proces verder te zetten.’ Dat was ook de mening van Stiglitz: een kleine maar niet onbelangrijke stap naar meer politieke globalisering. 

Meer sociale bescherming


De Stiglitzcommissie benadrukte dat een uitrit uit de crisis veronderstelt dat de economie voortaan meer steunt op reële inkomensgroei van werkende mensen, in plaats van op krediet aan gezinnen en sommige staten. Daarbij is sociale bescherming in opkomende landen belangrijk, zodat pakweg Chinezen en Brazilianen minder moeten sparen en meer kunnen uitgeven. De VN-top roept om betere sociale bescherming maar de oproep krijgt geen concrete vorm.
Meer sociale bescherming, minimumlonen, jobcreatie door overheden… figureren prominent in het Globale Jobspact dat eveneens in juni door de Internationale Arbeidsorganisatie werd goedgekeurd. ACV-voorzitter Luc Cortebeeck licht toe: ‘Toegegeven, wat er van die enorme waslijst voorstellen uit het pact komt, blijft afwachten. Er is nog geen opvolgingsmechanisme voor het pact; de IAO moet dat nog uitwerken. Maar toch, het is iets. We gaan het voorleggen aan de G20 van Pittsburgh in september.’
Het handelsonevenwicht tussen de VS en China lag mee aan de basis van de crisis en dat kernprobleem van de globalisering bleef onaangeroerd in de G20. Ook de VN-top fietste er  omheen.
Joaquin Almunia, Europees commissaris voor Economische Zaken, toonde zich op een ontbijtdebat bij het ABVV optimistisch: ‘In principe streven de EU en China hetzelfde na: China wordt een welvaartstaat zoals wij en het werkt aan de uitbouw van zijn sociale bescherming –pensioenen en betaalbare gezondheidszorg. Waardoor de Chinezen meer zullen consumeren wat ze zelf produceren in plaats van het uit te voeren. Probleem is dat je die spaargewoontes van de Chinezen niet in een handomdraai kan veranderen.’
De VN-tekst breekt evenmin potten inzake controle op financiële producten. De Bank voor Internationale Betalingen, de bank der centrale banken –en dus het walhalla van de centrale bankiers– sprak forsere taal: hij riep in zijn jaarrapport op om financiële producten te screenen zoals geneesmiddelen. Sommige financiële producten zouden daarbij als zeer veilig moeten worden geklasseerd, andere als riskant en nog andere als illegaal.

Handel en milieu


Langzaamaan neemt de internationale gemeenschap afstand van bepaalde neoliberale mantra’s. Dat blijkt ook uit een nieuw rapport van de Wereldhandelsorganisatie en het VN-Milieuprogramma over de link tussen handel en milieu. Daarin staat dat handel door het toegenomen transport negatieve milieugevolgen heeft, maar door de verspreiding van moderne technologieën ook positief kan zijn voor het milieu. Het rapport erkent evenwel dat de negatieve gevolgen doorgaans iets groter zijn dan de positieve.
Verder staat in het rapport, en dat is toch opvallend, dat een land niet noodzakelijk strijdig is met WTO-regels wanneer het producten belast afkomstig uit een land zonder klimaatmaatregelen terwijl het zelf die maatregelen wel treft. Kwestie van de competitie niet te vervalsen, of te voorkomen dat vervuilende bedrijven delokaliseren.
Dat betekent concreet dat de EU die over een systeem voor handel in emissierechten beschikt, producten uit China zou kunnen belasten. Zeker, het land dat zijn uitvoer op die manier belast ziet, kan klacht indienen bij de WTO, maar of het ook gelijk krijgt, hangt af van hoe correct de taks wordt geheven.
In de VS keurde het Huis van Afgevaardigden al een klimaatplan goed dat zo’n grenstax wil heffen, waarop India al kwaad reageerde. De mondialisering kende tot nu toe zwakke milieuregels.  Of daar op deze manier kan worden aan verholpen, zal moeten blijken.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.