De esthetiek van de horror

Schrijver Serge van Duijnhoven publiceerde in 2004 een essay over het snijvlak tussen kunst en conflictreportage in het literaire tijdschrift De Brakke Hond. Daarin belichtte hij ook het werk van de tegendraadse en geëngageerde Chileense kunstenaar Alfredo Jaar. Ter gelegenheid van de MO*lezing ‘Creating a riot: kan kunst de politiek veranderen?’ met Jaar op vrijdag 12 oktober in Brussel, herpubliceren we een deel van het essay van van Duijnhoven.

  • Alfredo Jaar Six Seconds van Alfredo Jaar. Alfredo Jaar

Een hedendaagse kunstenaar die er de afgelopen vijftien jaar zijn strategie van gemaakt heeft om naar conflictgebieden te reizen, en aldaar inspiratie op te doen voor komende werken, is Alfredo Jaar. Een kunstenaar van Chileense origine die in de lagergelegen delen van Manhattan, in de buurt van de Bowery, zijn atelier heeft gevestigd.

‘Mijn installatie is de context,’ verklaart Jaar met lijzige tongval maar in heldere bewoordingen. ‘Een context is cruciaal voor de soort kunst die ik maak. Mijn beelden zijn verloren als de context ontbreekt. Hoe ik werk? Ik laat me meevoeren door een gebeurtenis die in toenemende mate mijn aandacht trekt.

De genocide onder Tutsi’s, gepleegd door de Hutu’s in Rwanda bijvoorbeeld. Ik ga erheen om zoveel mogelijk informatie te verzamelen over het conflict. Bewijsmateriaal. Portretten. Ik leg documentatiemappen aan in de breedste zin. De fysieke ervaring van het verblijf ter plekke, in de conflicthaard, is essentieel voor het verloop van mijn verdere werk. Die ervaring ontketent de ideeën die de basis vormen voor de projecten die uiteindelijk vaak pas jaren later gerealiseerd worden. Bij terugkomst besluit ik hoe ik het aan de mensen wil laten zien. Hoe geef ik betekenis aan dit materiaal?’

Esthetiek voor de gruwel

De fotografische, contextuele kunstwerken van Alfredo Jaar worden te koop aangeboden voor gemiddeld zo’n zes tot twintigduizend dollar. ‘Walking’ is een van die werken. ‘Six seconds’ een ander. Net als ‘Floating bodies’ gaan ze telkens over de moordpartijen in Rwanda, die uitliepen op een regelrechte volkerenmoord. Geschat wordt dat zo’n vijfhonderdduizend tot een miljoen Tutsi’s en in mindere mate ook Hutu’s bij de slachtingen zijn omgekomen, de keel over gesneden en aan stukken gehakt met machetes – als betrof het vee dat werd omgebracht door uitzinnige slagers.

Alfredo Jaar zag het als zijn uitdaging een boodschap van schoonheid en hoop over te brengen, tegenover de gebruikelijke horror en wanhoop. Esthetiek als een bewuste manier om gruwelijke gebeurtenissen onder de aandacht te brengen.

‘Jarenlang is dat een strategie in mijn werk geweest. Als je mensen confronteert met beelden van bloed, als de ellende ze in het gezicht spat, dan kijken ze er niet naar. Die foto’s vallen ze rauw op het dak, en wijzen ze af. Ik moet m’n publiek met andere beelden verleiden om hetzelfde te kunnen zeggen. Mijn werk Six Seconds, over een meisje in Rwanda dat ik maar zes seconden in beeld heb gehad en dat wanhopig op zoek was naar haar ouders, is een zacht beeld dat de gruwelijkheid suggestiever brengt. Dat is de strategie die ik meestal gebruik. Ik roep iets op door een rustig gesprek, niet door geschreeuw. Als ik mijn boodschap eruit schreeuw, dan zal het publiek weglopen en de boodschap dus uiteindelijk verwerpen.’

Maar wordt met de verkoop of aanschaf van een werk als ‘Six Seconds’, andermans leed niet tot een interessante aankoop of investering gereduceerd? Is het toelaatbaar om te handelen in – en speculeren met -andermans ellende, zonder dat dit de slachtoffers ten goede komt?’

Alfredo Jaar laat zich niet uit het veld slaan: ‘Als je een dergelijk werk koopt en het ergens ophangt, neem je daarmee een grote verantwoordelijkheid op je. Je zult aan je vrienden moeten uitleggen waar het kunstwerk over gaat. En daarmee engageer je je in feite. Je vertelt over die persoon die

Als je mensen confronteert met beelden van bloed, als de ellende ze in het gezicht spat, dan kijken ze er niet naar. Die foto’s vallen ze rauw op het dak, en wijzen ze af. Ik moet m’n publiek met andere beelden verleiden om hetzelfde te kunnen zeggen.
t de handen in het haar uit beeld wegloopt, en over jouw rol in het geheel. Op hun beurt zullen de mensen die het werk bij jou zien met vragen komen. Zo komt er een dialoog tot stand. Het verhaal laat zich niet wegdrukken. De kunstwerken zijn zo boodschappers van de tragedie in Rwanda. Die ons wijzen op onze verantwoordelijkheid.’

Ellende aan de muur

Tom Stoddart reageert in behoedzame bewoordingen op het gegeven dat Alfredo Jaar zijn werken die hij in beginsel in Rwanda en andere conflictgebieden fotografeerde, voor zes tot twintigduizend US dollars te koop aanbiedt op de kunstmarkt.

‘Ik heb nog nooit een gruwelijke foto voor gebruik aan de muur verkocht. Want dat zou ik nooit doen. Zou jij blij zijn met een foto van jouw kind dat dood op straat ligt, hangend aan de muur van wildvreemde mensen die er een mooi kunstwerk in zien? Wil jij dat jouw ellende en die van je lotgenoten verkocht wordt om er muren mee te vullen? Daar gaat het om. Als fotograaf moet je jezelf wel in de ogen kunnen kijken. Wanneer je als fotograaf op deze manier je brood wilt verdienen, en je ligt er niet van wakker, dan moet je het vooral doen.’

Ook de foto’s van Stoddart werden vertoond op tentoonstellingen in diverse galerieën en instituties voor moderne fotografie. Zijn ze daarom ook niet een beetje kunst geworden?

Stoddart: ‘Ik ben een boodschapper, geen kunstenaar. Als mensen schoonheid in het gruwelijke willen zien, is dat hun eigen keuze. Ik zie wel schoonheid in de compositie of in het vastleggen van het beste beeld uit duizenden. Het gaat vooral om wat Bresson ‘het beslissende moment’ noemde. Alles wat er speelt tegelijk te vangen in die ene fractie van een seconde. Dat is wat een geslaagde foto zo onweerstaanbaar maakt…’

Vorm versus inhoud

Professor Fred Ritchin, de directeur van Pixelpress, is de mening toegedaan dat kunst en fotojournalistiek idealiter sterk in elkaar moeten overlopen. ‘Vorm strijdt altijd om voorrang met Inhoud. In persfotografie heeft de inhoud een net iets belangrijkere rol dan de vorm. In de kunst gaat het primair om vorm, denk aan een abstract schilderij. Maar het is een gradueel verschil. En hoewel in persfotografie de inhoud net iets meer de overhand heeft, gebruikt men ook daar artistieke methoden en technieken.’

Vergelijk het met het New Journalism dat Tom Wolfe 30 jaar geleden introduceerde. Journalisten moeten romantechnieken gebruiken, vond Wolfe, om zich extra goed in hun onderwerpen te kunnen inleven. Ik roep persfotografen op zich door kunstfotografie, schilderijen en films te laten inspireren… en zo andere, betere, en complexere foto’s te maken. De persfotografie houdt helaas nog altijd vast aan het aloude vocabulaire. Er is niets veranderd sinds de jaren 20 en 30 toen de gedrukte media nieuwsfoto’s begonnen te gebruiken. Men blijft maar vasthouden aan de Robert Capa-stijl uit het interbellum, die is nog altijd het model voor alle goede reportagefotografie uit het heetst van de strijd.’

Lees hier het volledige essay.

Lees hier meer over de MO*lezing met Alfredo Jaar op Newtopia in Brussel.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.