Dorst naar olie duwt VS verder Colombiaanse burgeroorlog in

De Amerikaanse regering heeft het parlement gevraagd om in de begroting van 2004 147 miljoen dollar (127 miljoen euro) opzij te zetten voor het Colombiaanse oliepijpleidingproject. Met het geld zouden tot 800 Colombiaanse soldaten worden opgeleid en bewapend om de eerste 120 kilometer van de oliepijpleiding te bewaken.

“Het Colombiaanse beschermingsprogramma betekent een nieuwe stap in het Amerikaanse beleid in de Andes-regio”, schrijft de ngo Washington Office on Latin America (Wola) in een rapport over het omstreden project. “De oorlog tegen drugs en terrorisme is niet langer het doel maar een middel van de Amerikaanse regering. Die strijd legitimeert een grotere militaire aanwezigheid, nodig om de olievoorraden veilig te stellen.”

De oliepijpleiding verbindt het olieveld Caño Limón met de haven van Coveñas en loopt door de noordoostelijke provincie Arauca. De 770 kilometer lange pijp wordt uitgebaat door een joint venture van het Colombiaanse staatsbedrijf Ecopetrol met het Amerikaanse privébedrijf Occidental Petroleum, dat Caño Limón, het tweede grootste olieveld van het land, in 1983 ontdekte. Volgens Occidental is de pijpleiding, die werd aangelegd vanaf 1986, al zevenhonderd keer aangevallen door rebellengroepen. In totaal zouden zo 2,2 miljoen vaten olie in het milieu zijn terechtgekomen, zegt het bedrijf.

In een officiële mededeling zegt het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken dat de investering voor de bewaking van de oliepijplijn een deel is van een integrale aanpak om de veiligheid van de Colombianen te garanderen en een einde te maken aan de burgeroorlog. Zo zouden vliegtuigen die patrouilleren over de oliepijp ook kunnen worden ingezet om papaver- en cocavelden te vernietigen.

De directeur van het Washington Office on Latin America, Kimberley Stanton, vreest dat het olieproject van de VS de burgeroorlog in Colombia alleen maar verder zal aanwakkeren. “De Amerikaanse militaire steun mist een duidelijk omschreven doel of strategie. Een bezwarend argument is dat de militaire groepen die Amerikaanse steun krijgen, banden hebben met illegale paramilitaire groepen. Uitgerekend die groepen zorgen in de burgeroorlog voor de meeste wreedheden.”

Stanton vindt het niet kunnen dat de Amerikaanse regering overheidsgeld uittrekt om de buitenlandse belangen van een privéfirma veilig te stellen. Ze noemt het Amerikaanse optreden in Colombia weinig transparant. “Er heerst onduidelijkheid over de precieze verdeling van de bestedingen en over de tijd die nodig is om het project af te ronden. Wel is duidelijk dat de 1,3 miljard dollar Amerikaanse steun voor het “Plan Colombia” (een Colombiaans plan om de drugssmokkel met wortel en tak uit te roeien) niet langer naar de oorlog tegen drugs alleen gaat.” Stanton vindt alvast dat “de prioriteiten voor een land dat al veertig jaar onder een burgeroorlog gebukt gaat, zich niet horen te concentreren rond de beveiliging van een oliepijplijn.”

Ook de lokale functionarissen hebben vragen bij het optreden van de Amerikanen in hun land. “Hoe is het mogelijk dat de Amerikanen troepen sturen om de oliesector te beschermen en de rest van het land zomaar laten stikken?”, zegt Jorge Cedeño, de burgemeester van de provinciehoofdplaats Arauca. “Dat is zoveel als zeggen: we willen alleen jullie olie en niet meer dan dat.”

De Amerikaanse ambassadeur in Colombia, Anne Patterson, geeft toe dat Washington in zijn Colombia-politiek meer belang begint te hechten aan olie dan aan de strijd tegen de drugshandel. “Colombia kan veel meer olie uitvoeren naar de VS dan het nu doet”, zei ze enkele dagen na elf september 2001, toen duidelijk werd dat de Amerikaanse afhankelijkheid van de olie uit het Midden-Oosten een gevaar inhield. De laatste jaren was Colombia de vijfde tot de tiende in de rij van de grootste olie-uitvoerders naar de VS.

“Maar hoe belangrijker de Colombiaanse olie wordt voor de VS, hoe meer de burgeroorlog dreigt te escaleren”, zegt Kimberley Stanton. “Door te wedden op Colombiaanse olie wordt Amerika een belangrijke acteur in een explosief conflict. De prijs voor de bescherming van de oliepijpleiding zal niet alleen financieel, maar ook menselijk zijn.”

Rapport Washington Office on Latin America:
(http://www.wola.org/Colombia/monitor_may03_oil.pdf)
Project Underground
(http://www.moles.org)

Katrin Dauenhauer

Xml=2

REF.: LA IP