Dreigement 'preventieve aanval' in Kasjmir doet spanning stijgen

Het succes van de Brits-Amerikaanse invasie in Irak lijkt de Indiase voorstanders van een dergelijke vermetele onderneming de wind in de zeilen te geven, zeker nu ook de VS en Groot-Brittannië Pakistan onder druk zetten om de steun aan de rebellen uit Kasjmir voor eens en voor goed af te zweren.

De Indiase Buitenlandminister Yashwant Sinha waarschuwde vorige week woensdag dat India het door Pakistan gesponsorde terrorisme met alle middelen zou bestrijden - eventuele preventieve acties inbegrepen. Het dreigement van Sinha houdt verband met de aanslag van twee weken geleden in Jammu, de hoofdstad van Indiaas Kasjmir. De schietpartij kostte het leven aan 24 hindoes en wordt door New Delhi toegeschreven aan miltante moslims die door Pakistan gesteund worden. Verwijzend naar de aanslag stelde de Indiase Buitenlandminister dat India veel betere argumenten heeft om Pakistan preventief binnen te vallen dan de VS in Irak.

India neemt de Amerikaanse terminologie over, stelt Pervez Iqbal Cheema, de directeur van het Policy Research Institute in Islamabad vast. Na de aanslagen van 11 september 2001, toen de ‘oorlog tegen het terrorisme’ een begrip werd, kreeg de vrijheidsstrijd in Kasjmir meteen een terroristisch etiket opgekleefd, en nu misbruikt India het woord preventie.

De Pakistaanse regering heeft de aanslag in Jammu veroordeeld, maar schoof de schuld op de Indiase ordediensten die volgens haar het vrijheidsstreven van de bevolking van Kasjmir genadeloos onderdrukken. De bevolking van Indiaas Kasjmir bestaat overwegend uit moslims; het gebied is een twistappel tussen India en Pakistan sinds de onafhankelijkheid van beide landen in 1947. In 1989 begonnen militante moslims in Kasjmir met gewapende acties om een onafhankelijke staat af te dwingen; het antwoord van het Indiase leger daarop was ongemeen hard. India zegt dat de rebellen wapens en geld krijgen uit Pakistan en daar ook opgeleid worden; Islamabad blijft erbij dat het de opstandelingen alleen moreel steunt.

De Pakistaanse premier Zafarullah Khan Jamali en zijn Buitenlandminister Khurshid Mahmood Kasuri noemen de Indiase dreigingen met preventieve acties belachelijk. Volgens Kasuri zou een dergelijke aanval een ernstige misrekening zijn. Maar een commentaarschrijver van de Engelstalgie krant ‘The News’ oordeelde dat het nieuwe Indiase dreigement een andere kwaliteit heeft dan vroegere krijgszuchtige uitspraken - een oorlog kan niet uitgesloten worden als Delhi in de toekomst een kans op succes ontwaart.

De twee regionale kernmachten stonden begin vorig jaar al eens met getrokken messen tegenover elkaar nadat in december 2001 een aanslag werd uitgevoerd op het Indiase parlement. New Delhi schreef ook die aanslag toe aan moslimrebellen die vanuit Pakistan opereren. De aartsvijanden trokken 800.000 soldaten samen aan hun gemeenschappelijke grens. De lont werd pas uit het kruitvat gehaald na Amerikaanse en Britse bemiddeling.

Maar India lijkt nu bij die twee landen een steeds gewilliger oor te vinden - misschien ook omdat Pakistan niet gewillig meestapte in de oorlog tegen Irak en voor problemen kan zorgen bij de toekomstige doelen van de campagne tegen de As van het Kwaad. De VS verdenken Pakistan er met name van een rol te spelen in het kernwapenprogramma van Noord-Korea. Op 24 maart keurde de Amerikaanse regering economische sancties goed tegen Kahuta Research Laboratories (KRL), een Pakistaans bedrijf dat zich toelegt op rakettechnologie en dat zaken zou doen met Noord-Korea.

Volgens Shafqat Mahmood, een voormalige senator en ooit nog minister in het Pakistaanse kabinet, zit er in de Indiase dreigementen dan ook subtiel een Amerikaanse bodschap verborgen: als Pakistan zich niet netjes gedraagt, staan er mensen klaar om de huidige machthebbers te elimineren. Dat zou ook blijken uit de gezamenlijke reactie van George W. Bush en Tony Blair op de aanslag van 24 maart in Jammu. Bush en Blair verweten Pakistan toen niet genoeg te doen om het grensoverschrijdend terrorisme tegen te gaan. India zou zich daardoor aangemoedigd voelen om steviger van leer te trekken tegen Pakistan.