Drugstelers zwaaiden opnieuw de scepter in 2002

2002 was een topjaar voor de Afghaanse opiumindustrie; er werd vorig jaar 3.400 ton papaver geoogst, en daarmee komt het land opnieuw in de buurt komt van de ‘topjaren’ in de pre-Talibanperiode. Dat staat in het rapport ‘De opiumeconomie in Afghanistan: een internationaal probleem’ dat gisteren (maandag) gepresenteerd werd in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties. De auteurs vragen zich af hoe het mogelijk is dat de opiumteelt zo bloeit terwijl er een 4.800 man sterke internationale vredesmacht aanwezig is in Kaboel.



Wie het rapport leest, kan niet anders dan concluderen dat het sinds de verdrijving van de Taliban van kwaad naar erger gaat met de opiumteelt in Afghanistan. Opium, het basisingrediënt van heroïne, wordt gemaakt door het melksap van papavers in te dikken.

Waarom kan de internationale aanwezigheid in Afghanistan geen dam opwerpen tegen een fenomeen dat gelinkt is met internationale terreurnetwerken en de georganiseerde misdaad? vraagt Antonio Maria Costa, de directeur van het Bureau voor Drugsbestrijding en Misdaadpreventie van de VN. Waarom is de centrale regering in Kaboel niet in staat om een verbod op opiumteelt op te leggen zoals het voormalige Taliban-regime dat deed in 2000 en 2001?

Het 222-pagina dikke VN-rapport blijft het antwoord op die vragen grotendeels schuldig. Natuurlijk controleerde de regering van president Hamid Karzai niet het volledige grondgebied zoals de Taliban dat deden, maar toch is er meer aan de hand. De ‘oorlog tegen drugs’ lijkt niet meteen de eerste prioriteit in Afghanistan. De Afghaanse papaverboeren trekken zich weinig aan van het officiële verbod, dat van kracht is sinds januari 2002. Allicht nemen de VS en de regering van president Hamid Karzai de VN het rapport niet in dank af.

Het rapport geeft wel politieke en economische achtergronden bij het fenomeen, dat kon groeien dankzij decennia van burgeroorlog en militaire conflicten. De opiumhandel was de facto legaal in Afghanistan onder de krijgsheren van wat later de Noordelijke Alliantie werd en onder de Taliban (1996-2001). Tegen het jaar 2000 was Afghanistan de bron van 70 procent van alle illegale opium in de wereld. In 2000 kondigden de Taliban een verbod af op de opiumteelt maar niet op de handel in het verdovende middel. Na een terugval in 2001 - een gevolg van het Taliban-verbod - verwierf Afghanistan in 2002 weer de eerste plaats in het rijtje opiumproducenten, voor Myanmar en Laos. Vorig jaar was het land goed voor driekwart van de wereldwijde opiumproductie. Opium leverde de Afghaanse economie in 2002 1,3 miljard euro op. De opiumtrafiek in de buurlanden was in 2002 bijna 4 miljard euro waard.

De opiumeconomie in Afghanistan heeft de plattelandsbevolking - boeren, lijfeigenen, kleine handelaars, vrouwen en kinderen - overgeleverd aan de genade van lokale krijgsheren en internationale misdaadsyndicaten die verschillende gebieden in het zuiden, het noorden en het oosten van Afghanistan blijven domineren. Omdat het spul overal voorhanden is en omdat de sociale netwerken verzwakt zijn door de oorlog, is het druggebruik in Afghanistan de laatste jaren sterk toegenomen. Volgens de studie komt 80 tot 90 procent van de heroïne die in Europa wordt gebruikt uit Afghanistan. Het spul wordt aangevoerd via Afghanistan, Iran, Turkije en de Balkanlanden - de zogenaamde Balkanroute.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.