Duizenden vrijwilligers voor eindoffensief tegen Khadaffi

Terwijl de soldaten de wapens inspecteren die ze uit verscheidene opslagplaatsen hebben gehaald, krijgen de vrijwilligers een snelcursus. Op een basketveldje achter een middelbare school in Benghazi leren soldaten rekruten van 18 tot 60 jaar marcheren. Aan een tafeltje noteert een officier de naam en de bloedgroep van zijn nieuwe manschappen.

De voorbije twee dagen hebben zich hier ongeveer vierduizend vrijwilligers gemeld, zegt de officier. In een grote kazerne in de buurt van Benghazi zouden al ongeveer tienduizend vrijwilligers zijn toegestroomd.

Klaar voor de slag om Tripoli

“Ik wil mijn land bevrijden van Khadaffi en van de 41 jaar hel die hij ons heeft gebracht”, zegt Salem Abdelhassid El Dressy, een boekhouder en vader van twee kinderen. “Khadaffi greep de macht toen ik geboren werd; het is tijd voor verandering. Ik denk dat er hard zal gevochten worden als we naar Tripoli oprukken. Ik hoop bij God dat ik me vergis. Maar ik ben klaar om te vechten. Al mijn vrienden en verwanten vinden ook dat Khadaffi moet vertrekken.”

Benghazi, een stad van 800.000 inwoners, werd al op 20 februari bevrijd door soldaten en burgers. Huurlingen en soldaten die Khadaffi trouw waren gebleven, hadden de dagen voordien het vuur geopend op betogers en mensen die zich toevallig op straat bevonden. Daarbij vielen honderden doden en duizenden gewonden. Artsen zeggen dat ze vijf dagen zonder ophouden hebben gewerkt om alle gewonden te verzorgen.

Nu is Benghazi een bolwerk van het verzet tegen Khadaffi. Plaatselijke leiders en officieren hebben comités gevormd om de stad en de overige gebieden in het oosten van het land die de opstandelingen onder controle hebben, te besturen.

De meeste winkels in Benghazi zijn dicht en de openbare dienstverlening is minimaal, maar de stad functioneert. Betogers komen elke dag samen voor het gebouw van het Hooggerechtshof. Ze zwaaien met vlaggen uit de tijd van voor Khadaffi en roepen slogans tegen de dictator.

Tegenoffensief

In andere delen van het land woedt de strijd in alle hevigheid. In Zawiya, een stad op 50 kilometer van Tripoli, hebben rebellen een poging van regeringstroepen afgeslagen om de stad weer in handen te krijgen. Maar troepen die trouw zijn aan Khadaffi, bleven dinsdag de stad belegeren. Vandaag (woensdag) rukt een andere eenheid van Khadaffigetrouwen op naar enkele kleinere steden in het oosten van het land.

De soldaten in Benghazi wikken hun kansen. In het wapendepot van Salmani inspecteren manschappen de wapens die ze hebben buitgemaakt in de bunkers in en rond de stad.  

Dagenlang zijn ze al bezig met het demonteren, poetsen en weer assembleren van aanvalsgeweren, antitankwapens en luchtafweergeschut. Veel wapens dateren uit de jaren zeventig. Dinsdag steeg er gejuich op toen het Russische luchtafweergeschut het nog bleek te doen.

“Khadaffi gaf ons nooit goede wapens”, zegt Adel Mustafa, een reservist. “Hij vertrouwde het reguliere leger niet, alleen zijn eigen mensen. Dit luchtafweergeschut is oud en slecht onderhouden, maar het zal zijn piloten dwingen hoger te vliegen.” Khadaffi laat onder meer wapendepots bombarderen die in handen van de opstandelingen zijn.

Kunnen de rebellen de troepen van Khadaffi aan? “Het leger is verdeeld tussen de manschappen van de stam van Khadaffi, andere officieren die geprofiteerd hebben van hun nauwe relatie met hem en de huurlingen aan de ene kant, en ongeveer alle andere manschappen aan de andere kant”, zegt kolonel Mohammed Samir Al-Abar, een tankcommandant. “De hoge officieren verafgoden Khadaffi, hij heeft totale controle over hen. Maar zij hebben niet de echte Libische geest. Ik heb mensen rond mij die klaar zijn om het gevecht aan te gaan. En elke officier heeft een dergelijke groep manschappen. De overtuiging van de mensen hier is heel sterk.”