El Salvador eert Romero met nationale feestdag

Woensdag zal het precies dertig jaar geleden zijn dat aartsbisschop Romero vermoord werd toen hij de mis aan het opdragen was. President Mauricio Funes (FMLN), de eerste linkse president sinds 1982, vond dit het het geschikte moment om van de dag een nationale feestdag te maken
In een officiële verklaring stelt het parlement dat Romero als aartsbisschop “een boodschap van levenshoop voor heel de bevolking uitzond”. Volgens dezelfde verklaring is dat de reden waarom verschillende van zijn preken in andere talen vertaald werden.

Arena

Het Salvadoraanse parlement keurde de wet op de Día Nacional de Monseñor Oscar Arnulfo Romero Galdámez goed met 56 stemmen op 84. Het rechtse Arena  (Alianza Republicana Nacionalista) en acht leden van het PCN (Partido de Conciliación Nacional) onthielden zich bij de stemming.
Arena werd opgericht door majoor Roberto Aubisson die in een onderzoek door de Salvadoraanse waarheidscommissie er van beschuldigd werd de opdrachtgever voor de moord te zijn geweest. Tussen 1989 en 2009 was de partij onafgebroken aan de macht.

Gemengde reacties

Paulita Pike, voorzitster van de Associatie van slachtoffers van mensrechten in El Salvador (AVIOLESAL), hoopt dat met de nationale feestdag  een volgende stap gezet is naar de heiligverklaring van Romero. Ze hoopt ook dat het bijdraagt aan het beeld dat hij een man van God was en geen politieke, communistische activist zoals zijn tegenstanders hem afschilderen.
Dat laatste blijkt ijdele hoop als men de reacties op verschillende fora bekijkt. Een zekere Alertando vergelijkt de aartsbisschop met Ché en Castro op de website libreopinion.net. ‘Ze vormen hem om tot een guerilla-icoon en terrorist aan de zijde van Ché, Fidel, Chávez, de Marx, etc… Ze doen het enkel voor politieke doeleinden.’
Het Frente Farabundo Martí para la Liberación Nacional (FMLN) van president Funes was tijdens de burgeroorlog de tegenstander van de extreem-rechtse Arena.
Lees ook de opinie van Gie Goris: ‘De moord op Romero en de aanslag op het volk’