Ex-president Colombia beschuldigd van afluisterpraktijken

Cepeda is een van de drijvende krachten achter de aanklachten tegen Uribe die vorige week hebben geleid tot zijn verschijning voor de Commissie voor Beschuldigingen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Uribe verscheen donderdag samen met zijn vrouw, een van zijn zonen, zijn advocaten en vier voormalige ministers uit zijn regering.

Parlementsleden gewraakt

Er zijn 242 aanklachten tegen Uribe. Maar de zitting van donderdag was een maat voor niets, omdat ex-senator Piedad Córdoba, ook slachtoffer van afluisterpraktijken, twee van de drie parlementsleden die de zaak onderzoeken, heeft gewraakt.

De Commissie voor Beschuldigingen bestaat uit vijftien parlementsleden. Die worden in kleinere groepen verdeeld om aparte onderzoeken te verrichten. In het onderzoek naar Uribe gebeurt het onderzoek door Heriberto Escobar, Yahir Acuña en José Pérez.

Escobar en Acuña werden gewraakt door Córdoba. Escobar behoort tot de Partij voor Nationale Integratie, die gelieerd is aan extreemrechtse paramilitaire groepen. Acuña heeft banden met zakenvrouw Emilce “La Gata” López, die tot negen jaar cel veroordeeld werd voor banden met paramilitairen en drugshandel. Uribe heeft toegegeven dat hij López zijn eerste verkiezingscampagne financieel heeft gesteund.

Journalist in ballingschap

Sandra Gamboa, advocaat van journalist Hollman Morris, die in ballingschap ging na beschuldigingen van Uribe dat hij tot verzetsbeweging FARC behoorde, zei dat hij voor de veiligheid van de slachtoffers vreesde. Uribe antwoordde dat het “een gewoonte” was “dat men hem belasterde.”

Morris, die op bezoek is in Colombia, zei achteraf dat Uribe gedaan heeft “wat acht jaar lang zijn regel was: mensen stigmatiseren, in diskrediet brengen, en liegen. Wij, de slachtoffers, zijn geen slachtoffer omdat wij dat zeggen, maar omdat het parket-generaal talloze bewijzen heeft gevonden.”

Ook een ander slachtoffer, journalist Claudia Julietta Duque, was verontwaardigd dat Uribe zichzelf als een slachtoffer blijft bestempelen “en zo ontkent wat er gebeurd is met de oppositieleden en mensen die zich onafhankelijk en kritisch hebben opgesteld tijdens zijn regering.”

“Het is een schande”, zei ze, “om te zien hoe de voormalige president het verzinsel blijft volhouden dat hij het doelwit is van laster, terwijl wij diegenen zijn die belaagd en gestigmatiseerd worden.”