FAO voorspelt bescheiden toekomst voor biobrandstoffen

De FAO geeft in haar jaarlijkse rapport State of Food and Agriculture 2008 een vooruitblik op de kansen en risico’s die verbonden zijn met de ontwikkeling van “vloeibare biobrandstoffen”: bio-ethanol en biodiesel. De productie van deze brandstoffen is van 2000 tot 2007 verdrievoudigd, met Brazilië en de VS als koplopers.
Toch blijven biobrandstoffen een marginale rol spelen in het globale energielandschap. Biobrandstoffen dekken nauwelijks één procent van de totale energieconsumptie voor transport. Dat aandeel zou tegen 2030 stijgen tot 3 à 3,5 procent. Vaste biobrandstoffen – brandhout, houtskool en gedroogde koeienvlaaien – zijn goed voor 10 procent van ’s werelds energieverbruik, maar die brandstoffen worden enkel gebruikt voor verwarming en voor het koken.
Dit scenario is wel gebaseerd op de huidige technologische stand van zaken. Als de biobrandstoffen van de zogenaamde “tweede generatie”, die gemaakt worden uit oogstafval, hout en gras, tijdig operationeel worden, voorspelt de FAO ook een marktaandeel van 10 procent in de transportsector.

Grote impact op landbouw

Maar zelfs als de biobrandstoffen een relatief marginaal verschijnsel blijven, zullen ze een grote impact hebben op de landbouwsector. Ze zullen namelijk de vraag naar landbouwproducten blijven stimuleren, wat voor ontwikkelingslanden zowel kansen als risico’s met zich meebrengt.
Landen die voor hun voedselvoorziening op import zijn aangewezen, bijvoorbeeld om hun stedelijke bevolking te voeden, zullen het moeilijker krijgen om voor voedselzekerheid te zorgen. Anderzijds verdienen in ontwikkelingslanden 75 procent van de mensen hun brood met de landbouw, en zorgen de hogere prijzen voor meer inkomen en een beter ontwikkelingsperspectief.
Ook op het probleem van de klimaatverandering bieden de huidige generatie biobrandstoffen geen afdoende antwoord, zegt de FAO. De grootschalige uitbreiding van het landbouwareaal dreigt zelfs voor nog meer opwarming van de aarde te zorgen. Ook hier is het wachten op de biobrandstoffen van de tweede generatie, die minder beslag zullen leggen op landbouwgronden.