Geweld tegen slachtoffers blasfemiewet neemt toe

Zahir Shah raakte in de problemen toen een lokale priester hem in 1994 ervan
beschuldigde de Koran te hebben ontheiligd en de profeet Mohammed te hebben
beledigd. Shah werd na drie jaar in de gevangenis op borgtocht vrijgelaten
en waagde zich pas acht jaar later opnieuw naar zijn thuis in Oost-Punjab.
De lokale mollah was hem nog niet vergeten en riep langs de luidsprekers van
de moskee op de afvallige te stenigen. Zo geschiedde: 300 mensen worden
ervan beschuldigd deel te hebben uitgemaakt van de massa die de
veertigjarige Shah heeft gelyncht.

Het incident deed zich voor op een moment dat de regering van de Pakistaanse
sterke man Pervez Musharraf iets probeert te doen aan de excessen van de
blasfemiewet, een erfenis van de voormalige dictator Zia ul Haq uit 1981.
Musharraf wil de procedure veranderen zodat elke aanklacht moet worden
onderzocht door iemand van de overheid. Minister van Justitie Khalid Ranhja
zei klaar en duidelijk dat niemand in Pakistan het recht heeft als individu
een fatwa of religieus edict uit de spreken, en dat een fatwa strafbaar is
wanneer er criminele feiten uit volgen.

Een Pakistaanse mensenrechtenorganisatie telde in 2001 zes vonnissen wegens
blasfemie, waaronder drie doodvonnissen. In hetzelfde jaar werden 51 nieuwe
zaken aanhangig gemaakt. Religieuze extremisten blijven de wet misbruiken om
zelf recht te doen geschieden. Om hen te beschermen tegen de woede van de
mollahs pleegt de politie vermeende godslasteraars zo snel mogelijk op te
pakken en voor lange tijd gevangen te zetten.

Tegenwoordig biedt zelfs de gevangenis onvoldoende bescherming. Op 11 juni
werd Yousaf Ali, een vermeende godslasteraar, door een medegevangene
doodgeschoten in de gevangenis van Lahore, waar hij wachtte op de herneming
van zijn zaak in beroep. Volgens de religieuze organisatie The Aalmi Majils
Khatme-Nabowat Pakistan pretendeerde de ketterse humanist en publicist
Ali zelf een profeet van God te zijn.

De laatste twee maanden is er een trend van stijgend geweld tegen
verdachten van blasfemie in de gevangenissen, zegt Joseph Francis,
coördinator van het Center for Legal Aid Assistance and Settlement (CLAAS).
Minstens 11 personenen zouden zijn lastig gevallen of geslagen in
gevangenissen in Punjab. CLAAS dringt er bij de militaire machthebbers al
geruime tijd op aan blasfemieverdachten in aparte cellen onder te brengen.

Een van hen is dr. Younas Sheikh, een professor geneeskunde van wie de
lessen door sommige studenten beledigend voor de profeet Mohammed werden
ervaren. Sheikh werd in augustus 2001 ter dood veroordeeld en wacht
sindsdiens op de behandeling in beroep. In een brief met als titel
Religieus terrorisme door misbruik van de blasfemiewet schreef hij vanuit
een cel in Islamabad: De Pakistaanse lynchweg zet de deur wagenwijd open
voor misbruik door sadistische en ontaarde mollahs die geweld gebruiken voor
repressieve politieke, religieuze en sectarische doeleinden. Als voorwendsel
gebruiken ze het ongedefinieerde concept van godslastering in een
dubbelzinnig gedefinieerde wettekst. De beklaagde noemde zijn proces een
schijnvertoning en een aanfluiting van de rechtsregels, waarbij zelfs zijn
advocaten werden bedreigd met de dood van hun kinderen.