Greenpeace laat Japanse walvisjagers niet los

De spanningen tussen de walvisbeschermers en de Japanse walvisjagers bereikten vorig weekend een (voorlopig) hoogtepunt toen een schip van de ‘Sea Shepherd Conservation Society’ (SSCS) in aanvaring kwam met een Japanse walvisboot. Beide partijen gaven elkaar de schuld van de botsing. Het typeert de vijandige sfeer en nervositeit, vooral bij de milieuactivisten.
Zij zijn ongerust nadat Japan er vorig jaar op de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) in is geslaagd een meerderheid te vinden voor zijn voorstel om het moratorium uit 1986, dat commerciële walvissenjacht verbiedt, af te zwakken.

Greenpeace beschuldigt Japan ervan stemmen te hebben geronseld door aan arme eilanden in de Stille Oceaan ontwikkelingshulp te beloven. Zo heeft Japan meer dan een miljoen dollar beloofd aan Tuvalu en heeft het gelijkaardige deals gesloten met Nauru, Kiribati en andere eilanden.
Hun stem voor een versoepeling van de walvisvangst kwam als een ware kaakslag voor tegenstanders en milieuactivisten, omdat vier jaar geleden nog elf landen uit de regio een akkoord hadden gesloten waarbij de walvissen in een gebied van meer dan 28 miljoen vierkante kilometer totaal beschermd waren.

Symbolische overwinning

De overwinning van Japan betekent niet dat de commerciële walvisvangst opnieuw is toegelaten. Daarvoor is 75 procent van de stemmen nodig. De overwinning is wel symbolisch belangrijk. Voor het eerst in twintig jaar haalden de voorstanders van de walvisjacht meer stemmen dan de tegenstanders (33 tegen 32). De ‘wetenschappelijke walvisvangst’ van Japan krijgt daardoor meer geloofwaardigheid.
Meteen na de bijeenkomst van de IWC kondigde Japan aan dat het zijn “wetenschappelijke programma” zou uitbreiden door in 2007 1.300 walvissen te doden, waaronder - voor de eerste keer - 25 bultruggen en 25 vinvissen. Japan vindt dat er opnieuw genoeg van die walvissen zijn om op te jagen zonder de soorten te bedreigen.
Japan geeft de walvissen de schuld voor de teruglopende visbestanden in de oceanen. Greenpeace baseert zich op wetenschappelijk bewijs om dit laatste argument te weerleggen. “De walvissen in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan zijn hoofdzakelijk baleinwalvissen”, zegt teamcoördinator in de Pacific, Nilesh Goundar. “Zij voeden zich voornamelijk met krill (garnaalachtige diertjes, red.). Het bewijs is er. Elke walvis die de jongste maanden door de Japanse jagers is gedood, had alleen krill in de maag, en geen vis.”

Walvissenbestand

Goundar maakt zich ook ongerust over het walvissenbestand. “De walvissen zijn wel degelijk in gevaar, sommige zelfs met uitsterven bedreigd”, zegt hij. “De Stille Oceaan is een kweekvijver voor negen soorten walvissen en die diren vormen een belangrijk deel van de natuur- en culturele erfenis van de regio. Wij moeten dat beschermen”, zegt hij.
Het schip “Esperanza” van Greenpeace achtervolgt momenteel een Japanse walvisvloot in de Stille Oceaan. “Wij plaatsen onszelf tussen de harpoenen en de dieren. Wij riskeren ons eigen leven, niet dat van anderen”, aldus Goundar. Greenpeace zegt dat het zo de jongste maanden al 82 walvissen van een zekere dood heeft gered.