Groeiende interesse in olierijk Catalonië
Nu de olieprijzen opnieuw alle records breken, lijkt de voet van de Spaanse Pyreneeën opnieuw veel interessanter voor oliebedrijven. Maar dat is tegen de zin van milieuorganisaties.
Carlos Alfieri . 3 september 2006
De zoektocht naar olie wordt aangedreven door Cepsa, Spanje’s tweede grootste oliebedrijf na Repsol-YPF en gecontroleerd door het Frans-Belgische TotalFinaElf. Vooral West en Oost-Vallfogona zijn gegeerde zones. Samen bestrijken ze zo’n 177.000 hectaren.
“De eerste fase van de exploratie draait vooral rond de evaluatie van data. Deze fase zal twee jaar duren”, zegt Mariano Marzo, professor Oliegeologie en Energiebronnen aan de universiteit van Barcelona. “Het effectieve boren is voorzien voor 2010/2011.”
De universiteit van Barcelona ondersteunt het onderzoek van Cespa. De universiteit verstrekt onder meer informatie over de impact op het milieu. “De aanwezigheid van bitumen en teer, ruwe vormen van olie, werd voor het eerst vastgesteld in de late negentiende en begin twintigste eeuw. Er zit zeker olie onder de grond. Maar nu komt het erop aan te weten hoeveel olie er zit, wat de kwaliteit is en hoe moeilijk het zal zijn om ze naar boven te pompen”, zegt Marzo.
Iedereen lijkt het erover eens dat deze operatie niet had plaatsgevonden als de prijs voor een vat olie niet van tien naar zeventig dollar per vat gestegen was in de laatste tien jaar. “Olievoorraden die voordien niet winstgevend leken, zijn dat nu wel door de hoge prijzen”, zegt Pedro Míro, CEO van Cespa E&P.
Catalonië is niet de enige regio die plots interessant is voor oliebedrijven. In het noorden van Baskenland en aan de Spaanse Levante kust worden voorbereidingen voor oliewinning getroffen. Ook de kust voor de Canarische eilanden wordt onderzocht.
Momenteel importeert Spanje 99,8 procent van de olie die de Spanjaarden consumeren. Jaarlijks worden 1,23 miljoen vaten naar boven gepompt. Venezuela produceert dezelfde hoeveelheid op een halve dag.
Milieuorganisaties zijn niet te spreken over de uitbreiding van Spanje’s olieproductie. Ze vrezen dat grote natuurgebieden hiervoor zullen moeten wijken.
“De eerste fase van de exploratie draait vooral rond de evaluatie van data. Deze fase zal twee jaar duren”, zegt Mariano Marzo, professor Oliegeologie en Energiebronnen aan de universiteit van Barcelona. “Het effectieve boren is voorzien voor 2010/2011.”
De universiteit van Barcelona ondersteunt het onderzoek van Cespa. De universiteit verstrekt onder meer informatie over de impact op het milieu. “De aanwezigheid van bitumen en teer, ruwe vormen van olie, werd voor het eerst vastgesteld in de late negentiende en begin twintigste eeuw. Er zit zeker olie onder de grond. Maar nu komt het erop aan te weten hoeveel olie er zit, wat de kwaliteit is en hoe moeilijk het zal zijn om ze naar boven te pompen”, zegt Marzo.
Iedereen lijkt het erover eens dat deze operatie niet had plaatsgevonden als de prijs voor een vat olie niet van tien naar zeventig dollar per vat gestegen was in de laatste tien jaar. “Olievoorraden die voordien niet winstgevend leken, zijn dat nu wel door de hoge prijzen”, zegt Pedro Míro, CEO van Cespa E&P.
Catalonië is niet de enige regio die plots interessant is voor oliebedrijven. In het noorden van Baskenland en aan de Spaanse Levante kust worden voorbereidingen voor oliewinning getroffen. Ook de kust voor de Canarische eilanden wordt onderzocht.
Momenteel importeert Spanje 99,8 procent van de olie die de Spanjaarden consumeren. Jaarlijks worden 1,23 miljoen vaten naar boven gepompt. Venezuela produceert dezelfde hoeveelheid op een halve dag.
Milieuorganisaties zijn niet te spreken over de uitbreiding van Spanje’s olieproductie. Ze vrezen dat grote natuurgebieden hiervoor zullen moeten wijken.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
De Ontwikkelaars
-
Analyse
-
Nieuws
-
Nieuws