Grootste industrielanden moeten braindrain Afrika indijken

Het Netwerk van Afrikaanse Wetenschappelijke Academies (NASAC) heeft in een verklaring de grootste industrielanden opgeroepen om de braindrain van Afrikaans talent in te tomen.
  • The Guiri Dispatches Braindrain The Guiri Dispatches
De G8-landen moeten trainingsprogramma’s en financiering voorzien, maar de grootste verantwoordelijkheid ligt in Afrika zelf.
NASAC, één van de meest prominente organisaties voor de promotie van wetenschappelijke en technologische capaciteit in Afrika, verklaarde recent haar overtuiging over een duurzame economische toekomst voor Afrika. Om dat duurzaam karakter te bereiken, moet er volgens de organisatie dringend geïnvesteerd worden in het Afrikaanse onderwijs.
“Zowel de onderzoekscentra en universiteiten als de jonge wetenschappers zelf moeten financiële steun krijgen. We willen een kritische massa van wetenschappers van wereldklasse klaarstomen die in onze landen blijven werken”, klinkt het bij NASAC.
De organisatie richt zich tot de aanwezigen van julitop van de G8 in Italië en de leiders van de vijf grootste economische groeilanden Brazilië, China, India, Mexico en Zuid-Afrika.

Het beloofde buitenland


De Wereldgezondheidsorganisatie schat het wereldwijde tekort aan medisch personeel op 4,3 miljoen. Ruim een kwart van dat tekort ligt in Afrika. Afgestudeerden vertrekken gemakkelijk naar het buitenland met de hoop op een beter betaalde baan, of blijven na hun studies over de grens elders plakken. Ook artsen geven maar al te vaak hun autonomie op in ruil voor een visum.
 “Een derde van alle Afrikaanse wetenschappers leeft en werkt in de ontwikkelde landen. Deze afvloeiing is een significant verlies van economisch potentieel voor het continent, zeker in tijden van globalisering waar wetenschap en technologie de motor vormen van ontwikkeling”, stelt de verklaring van NASAC.
Maar niet alleen de Verenigde Staten of Groot-Brittannië halen massaal dokters en verplegers weg uit de ontwikkelingslanden. Ook de “rijkere” Afrikaanse landen zoals Zuid-Afrika, Namibië en Botswana zuigen medisch personeel aan uit armere buurlanden. “Er is een wereldwijde carrousel aan de gang”, beaamt prof. Wim Van Damme van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in een eerder artikel van MO*.

Weggekocht


“In het buitenland kunnen we met ons diploma twintig keer meer verdienen”, zegt Margaret Nalugo, studente aan Makarere University in Kampala, Oeganda. De migratie van Afrikaanse wetenschappers naar ontwikkelde landen is een persoonlijke beslissing, mensen wegen af waar de beste carrièremogelijkheden liggen.
Govert van Heusden, onderwijsverantwoordelijke van het Tropisch Instituut, stelt dat studenten of wetenschappers ook vaak worden weggekocht. “Een salaris van 10.000 dollar voor een paar maanden is meer dan men anders op lange jaren verdient”.

Één miljoen onderzoekers nodig


De voormalige eerste minister van India Rajiv Gandhi verwoordde het zo: “better brain drain than brain in the drain”. De overheden moeten daarom de levens- en werkcondities van de wetenschappers in Afrika zodanig omtoveren dat de vergoedingen en vooruitzichten in eigen continent voldoende stimuleren.
En dat gegoochel moet snel gebeuren, want volgens schattingen van NASAC heeft Afrika dringend nood aan één miljoen onderzoekers om bij de meest cruciale behoeften in te springen.
“Ziekenhuizen draaien niet vanzelf. De overheid moet op microvlak meer dokters naar de landelijke gebieden sturen en op macrogebied meer investeren in onderzoekscentra in Afrika zelf”, getuigt Francess Ayaebene, hoofd van een hospitaal in Nigeria. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is Nigeria één van de grootste exportlanden in Afrika van medisch kaderpersoneel.

We willen een kritische massa van wetenschappers van wereldklasse klaarstomen die in onze landen blijven werken.
Lange afstandsonderwijs


NASAC vraagt de grootste industrielanden (de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Rusland, Japan, Duitsland, Frankrijk, Canada en Italië) naast financiële steun voor universiteiten ook om trainingsprogramma’s voor lange afstandsonderwijs op te stellen. De Londense school voor Hygiëne en Tropische geneeskunde past een dergelijk programma al toe. Sharon Huttly, decaan van de school, wil cursussen bieden aan studenten ongeacht een gebrekkige of een snelle internetverbinding.
Van Heusden van het Tropisch Instituut reageert minder enthousiast op het idee: “Leren via internet is geen oplossing. Het kan een antwoord bieden voor initiële opleidingen, maar niet voor specialisaties. In een verdere opleiding is de ervaring met mensen uit verschillende landen veel te belangrijk”.

Progressief ego


Om de studenten toch van een ervaring in het buitenland te laten proeven, bestaan er korte studieprogramma’s die een uitwisseling mogelijk maken. Ook het Tropisch Instituut hanteert deze strategie. “Wij bieden de mogelijkheid om voor maximum tien maanden een uitwisseling aan te gaan. Deze optie bestaat vooral voor ‘mid carrier professionals’ die hun ervaring in het buitenland willen toetsen. De professionals zijn vaak gezonden door de overheid van hun land en keren na de uitwisseling ook terug”.
 Dit soort doelpubliek werkt braindrain minder in de hand. Bovendien verkrijgen de uitwisselingsstudenten vaak een reïntegratiebeurs om het onderzoek in hun thuisland verder te zetten. “Te veel universiteiten in het Westen trekken echter uit eigenbelang studenten uit het Zuiden aan, dat streelt hun progressieve ego. Er moeten dus dringend meer subsidies ingebouwd worden in opleidingen in het Zuiden zelf”, stelt van Heusden

Eigen verantwoordelijkheid eerst


Enerzijds prijst NASAC de Afrikaanse landen die zelf belangrijke stappen hebben ondernomen. Zo plaatsten de Afrikaanse Unie en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank wetenschap en techniek centraal op de economische ontwikkelingsagenda van het land. Bovendien trekken enkele Afrikaanse naties een verhoogd percentage van hun Binnenlands Nationaal Product (BNP) uit voor wetenschap en techniek.
Anderzijds erkent het netwerk ook dat de steun van internationale organisaties en ontwikkelde landen broodnodig is, maar onvoldoende. “De verantwoordelijkheid om de ernstige problemen tegemoet te komen, ligt bij de overheid van Afrika zelf”, klinkt het.
De verklaring van NASAC sluit aan bij het Afrikaanse Millennium Initiatief voor Wetenschap van de Verenigde Naties. De Wereldbank en het Interacademisch Panel (IAP) werken parallelle strategieën uit.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.