Gsm's dichten digitale kloof

Ondanks de opmars van de gsm en het internet moeten arme landen nog altijd veel terrein goed maken in alles wat met informatica en telecommunicatie te maken heeft. Dat blijkt uit een rapport van de Unctad, de organisatie van de Verenigde Naties die zich bezighoudt met handel en ontwikkeling.
Volgens het “Information Economy Report 2007-2008” halen de landen hun achterstand wel in. “In 2002 was de beschikbaarheid van internet in ontwikkelde landen tien keer groter dan in ontwikkelingslanden; in 2006 nog zes keer.”
Toch is dat niet meteen een reden tot juichen, want door de snelle technologische ontwikkeling dreigen de ontwikkelingslanden snel weer achterop te geraken. Zo groeit er een nieuwe kloof op het vlak van breedbandverbindingen, internetconnecties die grote hoeveelheden data kunnen verwerken. Veel Westerse internetsites maken daar in groeiende mate gebruik van, en die zijn dus moeilijk te raadplegen via een “oude” verbinding.

Gsm overbrugt de kloof

Een technologie die wel overal even sterk blijkt door te breken, is de mobiele telefonie. Ontwikkelingslanden zijn wereldwijd zelfs goed voor 58 procent van de nieuwe gsm-abonnementen. In sommige ontwikkelingslanden zijn de groeicijfers van de mobiele belmarkt ronduit duizelingwekkend. Zo verviervoudigde het aantal Nepalezen met een mobiele telefoon in één jaar tijd van 1 procent naar 4 procent van de bevolking.
De Unctad is tevreden met de goede resultaten. De organisatie ziet mobiele telefonie als een brug over de digitale kloof, die ontwikkelingslanden kan steunen in hun economische ontwikkeling. Unctad gelooft vooral in m-commerce, het kopen en verkopen van producten en bankieren via de gsm, als positieve impuls voor lokale economieën.
De organisatie roept de ontwikkelingslanden op om zich extra in te spannen om het gat met de geïndustrialiseerde landen dicht te rijden. Het ziet vooral heil in een verbeterde infrastructuur, een goede technologiewetgeving en meer onderwijs.