Het volk wil een belasting

Speculatieve geldstromen ontwrichten hele economieën. Een fatsoenlijk mens wil daar iets aan doen, toch? Hét middel tegen speculatie dat momenteel opgeld maakt, is de Tobintaks. Dat voorstel tot belasting op speculatief kapitaal is de voorbije jaren ook één van de speerpunten geworden in de strijd tegen het neoliberalisme.
Belastingen zijn een uitvinding van de macht. Ze zijn bedoeld om inkomsten te vergaren maar ze kunnen ook worden gebruikt om het gedrag van burgers te beïnvloeden. De Tobintaks streeft de twee doelstellingen na. Het idee werd gelanceerd door de Amerikaanse professor James Tobin in 1972, de periode dat het speculeren op wisselkoersen, na 25 jaar relatieve stilte, opnieuw werd ‘uitgevonden’. Wisselkoersen gingen op en neer als een jojo en dat schepte heel wat onzekerheid voor de bedrijven en handelaars. Tobins idee was eenvoudig: hef een taks van 0.1 of 0.5 pct. op iedere som geld die omgewisseld wordt, zodat het wisselen van geld omwille van de winst wordt ontmoedigd en er opnieuw meer stabiliteit komt op de geldmarkten. Wie een miljoen BEF in dollars of D-Mark omwisselde, zou dan bv. 5000 BEF ofte 0.5 pct. taks betalen. Voldoende, meende Tobin, om speculanten te ontmoedigen en te weinig om de handel te verstoren. Bijkomend voordeel was dat de taks geld vergaarde voor het aanpakken van internationale problemen. Tobins idee wekte echter weinig enthousiasme en verdween uit de actualiteit.



Een tweede leven

De werkelijkheid van de jaren negentig met zijn ontwrichtende geldcrises zorgde er echter voor dat Tobins kat weerkwam. Tobin zelf herhaalde zijn voorstel in het Human Development Report van 1994 van UNDP (het ontwikkelingsprogamma van de Verenigde Naties). In 1996 schreven Mahbub ul Haq en Inge Kaul, beiden uit de UNDP-omgeving, een boek dat de voor-en nadelen van de Tobintaks op een rijtje zette. Ondertussen hadden we de Mexico-crisis achter de rug en leek het idee actueler dan ooit. Omdat de geldmarkten op die twintig jaar zo spectaculair in omvang waren toegenomen – een dagomzet van 1800 miljard BEF! - was de taks ook als inkomstenbron aantrekkelijker geworden. Zeker voor de Verenigde Naties, die door de betaalstaking van de VS al jaren met geldtekort kampten. Schattingen spraken van een opbrengst van 5000 miljard BEF. UNDP stelde boudweg dat dit geld kon worden gebruikt om globale problemen zoals armoede, milieuvervuiling, migratie, terrorisme, en georganiseerde misdaad aan te pakken. Globale taxatie voorkomt ook dat sommige rijke landen profiteren van de inspanningen van anderen Dat gebeurt nu namelijk wel. Zweden besteedt 1 procent van zijn inkomen aan internationale samenwerking, de VS houden het op 0.08 procent.

Zo had de Amerikaanse presidentskandidaat Bob Dole het echter niet begrepen. In 1996 liet hij het Congres de ‘Verbod op VN-belastingen’-wet stemmen. Sectie 4 over ‘Het verbod op de promotie van globale taksvoorstellen’ stelt dat de VS een bijdrage aan de VN of een van zijn agentschappen slechts betaalt nadat de president bevestigd heeft dat de VN noch het agentschap betrokken zijn ‘bij enige inspanning ter ontwikkeling, promotie, of bekendmaking van voorstellen die VS-burgers belasten ter financiering van de VN’. UFSIA-vorser Luc Van Liedekerke ondervond de impact van de wet toen hij een bezoek bracht aan de VN: ‘Binnen de organisatie bestond zoiets als een Mc Carthy-sfeer tegen de Tobintaks. Wie er zich voor uitsprak, werd persona non grata.’

De aanhoudende gekte op de geldmarkten hield de Tobintaks echter op de agenda. De crisis in Oost-Azië in 1997 sloeg over naar Rusland en Latijns-Amerika. Het maakte iedereen duidelijk dat de vrijmaking van het geldverkeer grote problemen creëerde. Het IMF redde met gigantische geldsommen de noordelijke beleggers wel van het failliet en het globale systeem van de ineenstorting, maar miljoenen mensen in de getroffen landen werden voor jaren verarmd. Dat benadrukt nu zelfs de Wereldbank in zijn Global Prospects 2000-rapport. ‘De gevolgen van de financiële crisis zijn, ondanks de snelle heropleving in de meeste Aziatische landen, groot. De economische groei ligt lager dan voor de crisis en miljoenen mensen werden armer. De groei van de werkloosheid werd immers beperkt door de arbeiders zware inleveringen op te leggen. Er gaat minder geld naar onderwijs en gezondheidszorg. Bovendien betalen ontwikkelingslanden nu beduidend hogere intresten dan voor de crisis. Zonder een geldsysteem dat zulke crises voorkomt, is stabiele groei onmogelijk’, besluit de Wereldbank, die zich daarmee aansluit bij degenen die sinds 1997 roepen om een nieuwe architectuur voor het wereldgeldsysteem. Aan voorstellen ter zake ontbreekt het niet. Maar de problemen zijn blijkbaar nog niet prangend genoeg.



De uitzondering

Ook tegen een Tobintaks bestaat weerstand, niet in het minst in de financiële sector zelf. ‘Het is duidelijk dat zo’n taks aan de winstmarges van de banken zal vreten omdat het aantal transacties zal verminderen en omdat een deel van de taks uit onze winsten zal komen’, verklaarde Edward Roosens van de KBC-studiedienst onlangs op een debat. Het voornaamste argument tegen de taks is doorgaans van praktische aard: de taks werkt slechts als alle landen ter wereld meewerken. Als één land – bijvoorbeeld een belastingparadijs – niet meedoet, zullen de financiële instellingen hun verkoopzalen naar daar verhuizen. Een tweede tegenargument is dat de geldtovenaars altijd wel een ontsnappingsroute zullen bedenken: ze kunnen, bijvoorbeeld, de handel in munten vervangen door handel in aandelen. Om dat te beletten, zouden alle financiële markten belast moeten worden. Een ander punt van kritiek is de hoogte van de taks. Peter Praet, momenteel kabinetschef van minister van financiën Didier Reynders zei in zijn vorig leven als hoofd van de studiedienst van de Generale Bank dat hij niks tegen zo’n taks heeft maar dat hij niet zal werken: een taks van 0.1 procent verstoort de markt op normale dagen en belet de kapitaalsvlucht niet in tijden van crisis.

De Duitse professor publieke financiën Paul Bernd Spahn ontwikkelde als consultant op de afdeling fiscaliteit van het IMF een variant op de Tobintaks die de voornoemde problemen zou oplossen. Tobin wilde met één instrument twee doelen bereiken: stabielere geldmarkten en een mondiale inkomstenbron. Spahn stelt een tweetrapssysteem voor: twee taksen die elk slechts één van die twee doelen realiseert. De eerste taks zou heel laag zijn – 0.01 of 0.02 procent – en constant geheven worden op àlle transacties. Omdat hij zo laag is, zou er geen grote kapitaalvlucht zijn naar centra die de taks niet heffen: verhuizen zou duurder zijn dan de taks betalen. En omdat de geldmarkten zo geconcentreerd zijn, zou de taks al veel effect hebben indien de vijf grootste financiële centra van de wereld eraan meedoen. Omdat hij op alle transacties wordt geheven, zou hij ook serieuze inkomsten genereren. 0.01 procent zou 100 miljard dollar opbrengen: twee keer de huidige ontwikkelingshulp. Extra-voordeel is dat hij zou functioneren als een meetinstrument dat alle geldstromen in kaart brengt. Die transparantie is nuttig voor een beter toezicht op ‘s werelds financiën.

De tweede belasting treedt pas in werking in tijden van crisis en is hoog genoeg om op dat moment kapitaalvlucht te voorkomen. Spahn suggereert een systeem zoals de Europese muntslang van weleer: als munten een overeengekomen bandbreedte rond een spilkoers overschrijden, treedt de taks in werking. ‘Als de zeven rijkste landen het willen, komt de taks er en zou hij ook efficiënt zijn’, denkt Luc Van Liedekerke. Áls ze dat willen.

De grootste kracht is van de Tobintaks is wellicht dat hij mensen aanspreekt. De taks bereikt iets positiefs (geld voor de armen van de wereld) door het voorkomen van iets negatiefs (ontwrichtende geldcrises, rijk worden door met geld te spelen). Nu de ongelijkheid in de wereld jaar na jaar toeneemt, valt zo’n instrument van globale herverdeling in vruchtbare aarde. Met 100 miljard dollar kan je iedereen drinkbaar water, basisonderwijs en gezondheidszorg geven, berekende UNDP, en heb je nog geld over. Dáárom wil het volk beslastingen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.