Hotels Bali lopen langzaam weer vol

Na de bomaanslagen van 12 oktober daalde de bezettingsgraad van het hotel
Melia Bali van de gewone 80 tot 90 procent naar een bedroevende 14 procent.
Maar sinds begin december is opeens weer 83 procent van de bedden bezet,
zegt Ricardo Castaneda, de directeur van het hotel. Dat heeft alles te maken
met een promotie-actie van Singapore Airlines. De luchtvaartmaatschappij
biedt een driedaags verblijf aan op het eiland van de goden voor 288
Singaporese dollar (166 euro) - vlucht van Singapore, transfers en twee
overnachtingen inbegrepen. In 11 dagen tijd hebben ongeveer 10.000 klanten
de Bali-trip geboekt.

Singapore Airlines zegt dat haar vluchten naar Bali dankzij de speciale
aanbieding weer bijna volzet zijn, volgens de maatschappij een teken dat
het toerisme op het eiland vroeg of laat weer het niveau van vroeger zal
bereiken. Een medewerker van de Singaporese tour operator Kent Holidays
bevestigt dat alle Bali-trips van Singapore Airlines voor December al de
deur uit zijn en dat er ook voor januari niet veel pakketten meer
overblijven.

Eigenlijk waren we van plan naar Australië te vliegen, maar we hebben voor
het Bali-pakket gekozen - met twee dagen verlengd, zegt Dallas, een jonge
Singaporaanse in de vertrekhal van de luchthaven van Singapore. Ze maakt
zich niet al te veel zorgen over wat er in Bali kan gebeuren. Ik denk dat
de veiligheidsmaatregelen er nu strenger zijn. Alle landen zijn nu even
gevaarlijk, vindt haar vriendje Gopal.

Landen als Indonesië, Thailand en de Filipijnen hopen dat de meerderheid van
de Zuidoost-Aziaten er zo over denkt en zetten alles op alles om het
regionale toerisme aan te wakkeren. Ze geloven dat ze op die manier het
snelst de verliezen kunnen goedmaken die de bomaanslagen op Bali en kleinere
terroristische aanslagen op de Filipijnen hebben veroorzaakt. De aanslagen
op Bali, met 1,35 miljoen bezoekers in 2001 de Indonesische topbestemming,
zouden de archipel dit jaar één miljard dollar kunnen kosten. Filipijnse
hotels doen al langer slechte zaken - een gevolg van de acties van
moslimrebellen die vorig jaar ook toeristen ontvoerden.

Het toerisme is een belangrijke deviezenbron voor Zuidoost-Azië. Thailand
trekt jaarlijks 10 miljoen bezoekers aan, de overige landen in de regio
samen nog eens 31 miljoen reizigers. Dat levert de regio ongeveer 26 miljard
euro per jaar op. Een groot deel van dat geld komt van Europese en
Australische toeristen, maar het aanspreken van die doelgroep lijkt de
eerste tijd verpest door de waarschuwingen die westerse landen de ether
instuurden na de aanslagen op Bali en de twijfels die in Washington,
Canberra en de Europese hoofdsteden worden geuit over de aanpak van het
terrorisme in Zuidoost-Azië.

Regionaal toerisme is het nieuwe toverwoord voor de Asean-landen. Vorige
week organiseerde Indonesië op Bali een tweedaagse conferentie waarop
beleidsmensen uit alle Asean-landen en Japan zich bogen over manieren om het
reizen in de regio te bevorderen. Indonesië kondigde er speciale
inspanningen aan om de klap van 12 oktober te boven te komen. Tijdens de
zesdaagse vakantieperiode die in Indonesië gekoppeld is aan het einde van de
Ramadan, moedigde de Indonesische regering de bevolking aan naar Bali te
reizen om de toeristische sector daar een opkikker te geven. Volgend jaar
verschuift de regering ook zoveel mogelijk nationale feestdagen naar een
maandag, zodat er lange weekends ontstaan die de mensen zouden moeten
aanzetten meer te reizen. En deze week vertrekken 20 Balinese kunstenaars
naar Japan om de bevolking daar duidelijk te maken dat Bali nog altijd een
idyllisch eiland is. Japan leverde altijd al het grootste aantal
buitenlandse toeristen aan het populaire eiland.