Imago VS aan de beterhand

Onderzoekers van de Universiteit van Maryland en het Londense peilingbureau Globescan legden aan 17.500 mensen in de hele wereld een lijst met dertien landen voor en vroeg hen of die landen een positieve of negatieve invloed hadden op het wereldgebeuren.

Duitsland en Japan zijn de landen die vaakst positief worden beoordeeld. 56 procent van de bevraagden vond dat beide landen een “overwegend positieve” invloed hadden. Op de derde plaats staat de Europese Unie (52 procent), gevolgd door Frankrijk en Groot-Brittannië met 50 procent.

De landen die het vaakst een negatieve beoordeling krijgen, zijn Iran, Israël en Pakistan. Respectievelijk 54, 52 en 50 procent van de bevraagden schreef hen een “negatieve invloed” toe. De Verenigde Staten komen met 47 procent op de vierde plaats, een hele verbetering tegenover de 52 procent negatieve appreciaties in 2006.

Peilingen verschillen

De resultaten verschillen aanzienlijk van een peiling die in juni 2007 bij 45.000 mensen werd uitgevoerd door het Global Attitudes Project (GAP) van het in Washington gebaseerde Pew Research Center. In die peiling bleef het imago van de VS sterk achteruitgaan, uit onvrede met het Amerikaanse militaire optreden in Irak en Afghanistan.

In de GAP-peiling bleken ook steeds minder mensen vertrouwen te hebben in de internationale politiek van de Russische leider Vladimir Poetin. De peiling van de BBC laat een spectaculaire verbetering van het Russische imago zien. De positieve evaluatie van Rusland steeg van 29 tot 37 procent tussen 2006 en 2007 en de negatieve opinies daalden van 40 tot 33 procent.

Het negatieve imago van Moskou kalfde het sterkst af in Brazilië, Argentinië, Mexico, Groot-Brittannië en Frankrijk, terwijl de positieve beoordeling het sterkst steeg in Zuid-Korea, Egypte, China en Turkije. Zelfs in de VS steeg de positieve appreciatie van Rusland van 32 tot 45 procent, ondanks een markante toename van de bilaterale spanning tussen Washington en Moskou.

De stijging van het positieve imago van de VS was het meest uitgesproken in Zuid-Korea en Frankrijk. In 11 van de 23 landen wist Washington zijn blazoen op te poetsen. Alleen in Canada, Libanon en Egypte won de negatieve kijk op de VS nog terrein.

VS laten meer speeksel en minder bloed vloeien

Volgens waarnemers heeft de betere Amerikaanse score ermee te maken dat president Bush in zijn tweede ambtstermijn minder de wapens en meer de diplomaten laat spreken. “De meeste buitenlandse regeringen wisten dat vrij snel te appreciëren”, zegt Charles Kupchan van de universiteit van Georgetown. “De publieke opinie was wat trager van begrip. We zien nu dat een meer positief beeld van de VS doorsijpelt van de elites naar het gewone volk.”

Mogelijk spelen ook binnenlandse thema’s een rol, zoals de overwinning van de Democraten bij de parlementsverkiezingen in 2006 en de aanloop naar de slag om het Witte Huis later dit jaar. “De mensen zijn minder scherp voor de VS in de hoop dat de nieuwe president een ander buitenlands beleid zal voeren”, zegt onderzoeker Steve Kull van de universiteit van Maryland.

Opvallend is dat het negatieve imago van Israël terrein won in de Verenigde Staten, van 33 procent in 2006 tot 39 procent in 2007. Slechts 43 procent van de Amerikanen zei een positief beeld te hebben van Israël. De Europeanen en Latijns-Amerikanen waren Israël dan weer gunstiger gezind dan een jaar geleden.