Indiase lokale overheid legt Coca Colafabriek plat

De fabriek gaat dicht omdat er geen adequate verwerking van afval plaatsvindt en de fabriek het drinkwater in de omringende dorpen vervuilt, zegt de voorzitter van de milieudienst van Kerala (KSPCB), G. Rajmohan. Het bedrijf heeft bovendien niet op bevredigende wijze gezorgd voor voldoende drinkwater voor de bewoners van de dorpen.

Coca Cola zei dit weekend in een reactie dat het besluit van Kerala uitgebreid zal worden doorgelicht en dat er mogelijk juridische stappen volgen.

De Coca Colafabriek in Plachimada, die ruim 20 miljoen euro kostte, begon in 2001 met de productie. Al snel na ingebruikname van de fabriek begonnen de waterbronnen in de omgeving op te drogen. De problemen voor Coca Cola werden nog groter toen een arts twee jaar later constateerde dat het nog overgebleven bronwater ongeschikt voor consumptie was geworden.

De fabriek liet de lokale bevolking bovendien slibafval gebruiken als gratis mest, en dat werd de nekslag voor de fabriek. In juli 2003 maakte de BBC een reportage over het conflict, waarbij het slib onderzocht werd aan de Universiteit van Exeter in Groot-Brittannië. Uit dat onderzoek bleek dat het grote hoeveelheden zware metalen bevatte, vooral cadmium en lood. Het slib zou bovendien geen enkele waarde hebben als mest.

Cadmium staat bekend als kankerverwekkend en schadelijk voor de nieren. Blootstelling aan lood kan leiden tot aantasting van de geestelijk vermogens en is vooral gevaarlijk voor kinderen. De BBC citeerde toxicoloog John Henry, die waarschuwde voor ernstige gevolgen voor de mensen die wonen in de regio waar het afval gedumpt is en voor de duizenden mensen die afhankelijk zijn van gewassen die daar geoogst worden.

In augustus 2003 kreeg Coca Cola een verbod om nog langer slib te verstrekken aan boeren. Maar de toenmalige verantwoordelijke bij de KSPCB, K.V. Indulal, kondigde daarna plotseling aan dat de concentraties schadelijke stoffen in het slib niet boven de maximaal toegestane grens uitkwamen. Al snel ging het gerucht dat Indulal zich had laten omkopen door Coca Cola. De handelwijze van Indulal wordt momenteel onderzocht door het Anticorruptiebureau van Kerala, dat onder meer een inval in zijn huis deed. Volgens de internationaal bekende wetenschapper en activiste Vandana Shiva injecteerde Coca Cola het slib na het verspreidingsverbod in droge boorgaten, waardoor diepere grondwaterlagen vervuild raakten.

In het voorjaar van 2004 kreeg de fabriek wegens de droogte een tijdelijk verbod om water op te pompen. De panchayat (dorpsraad) weigerde daarna opnieuw een vergunning te verstrekken. Op 7 april van dit jaar besloot het Hooggerechtshof echter dat de fabriek dagelijks 500.000 liter grondwater mag gebruiken. Op 8 augustus van dit jaar werd de productie onder de noemer ‘proefdraaien’ hervat, maar afgelopen vrijdag besloot de KSPCB tot sluiting van de fabriek.

Al voor de ontdekking van de zware metalen in het slib, had het Centrum voor Wetenschap en Milieu in New Delhi ontdekt dat bijna alle cola en andere frisdranken van Coca Cola uit India te hoge concentraties pesticiden bevatten. Dat onderzoek schaadde het imago van Coca Cola en concurrent Pepsi, die allebei tientallen jaren niet werden toegelaten in India. Die ban werd pas opgeheven na een proces van economische hervormingen dat in 1991 in gang werd gezet.

De verkoop van Coca Cola daalde sinds de periode april-juni met 14 procent. Het bedrijf is momenteel bezig een grote reorganisatie waarbij ook het topmanagement vervangen wordt, in de hoop daarmee het imago bij de bevolking te verbeteren. (JS/ADR)