Indische atoomwapens worden langzaam maar zeker ontplooid - analyse

Vijf jaar nadat het een reeks proeven uitvoerde met nucleaire koppen, heeft India een nieuwe stap gezet naar de ontplooiing van atoomwapens. Maandag vergaderde het politieke orgaan dat beslist over de lancering van nucleaire wapens voor het eerst. De boodschap aan Pakistan is duidelijk: India heeft niet enkel de technologie en de raketten in huis, maar ook procedures en de politieke wil om kernbommen te lanceren. Het enige wat nu nog ontbreekt om een nucleaire oorlog mogelijk te maken, is een waarschuwing- en lanceersysteem.

Het nucleaire gevaar in de al weinig vredevolle Zuid-Aziatische regio is sinds deze week een stuk groter geworden. De Politieke Raad van de Indische Autoriteit voor Nucleaire Controle (NCA) stak voor de eerste maal de koppen bij mekaar. De Politieke Raad is één van de drie onderdelen van de NCA en bestaat uit de premier, de ministers van Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Financiën en Defensie en de Nationale Veiligheidsadviseur. Enkel die zes mogen beslissen over een nucleaire kernoorlog, daarbij bijgestaan door twee adviserende organen. Ze vormen, zeg maar, het clubje dat de vinger op de knop houdt.

India wordt wel een kernmacht genoemd, maar is voor alle duidelijkheid nog niet in staat om meteen te lanceren. De Politieke Raad van de NCA vernam gisteren, zo bleek uit de officiële mededelingen, dat noch het commando-en-controlecentrum (C2), noch het indicatie- en waarschuwingssysteem (I&W) operationeel was. Niet-officiële bronnen stellen dat er een betonnen bunker in aanbouw is waar beide systemen gehuisvest zouden worden. India heeft ook plannen om een alternatieve commandostructuur op te zetten als de normale commandostructuur ‘onthoofd’ zou worden. Maar het is onduidelijk hoe ver het daarmee staat.

Over de vraag hoe ver het staat met de dragers van de kernkoppen is evenmin duidelijkheid. Het was de bedoeling om de raketten tegen eind vorige maand over te brengen naar het tweede orgaan van de NCA, het Strategische Commando, maar de kans dat die deadline gemist werd, is groot. Wel zeker is dat de raketten er zijn: de kernkoppen kunnen gedragen worden door de Agni-II’s (bereik: 2.000 tot 2.500 kilometer), en door twee versies van de Prithvi (150 tot 250 kilometer). De Agni-I wordt momenteel aangepast om kernkoppen te kunnen dragen over een afstand van 700 tot 800 kilometer, genoeg om tot ver over de Pakistaanse grens een atoomexplosie te veroorzaken.

De stelling dat er winnaars noch verliezers zijn bij een nucleaire oorlog valt in het geval van India en Pakistan erg letterlijk te nemen. Het absurd korte bereik van de kernraketten maakt termen als ‘strategische afstand’, ‘vroegtijdig waarschuwingssysteem’ en ‘vergelding’ zinledig. De tijd om terug te slaan wordt geschat op drie tot acht minuten, maar in de praktijk zullen de Indische en Pakistaanse ministers geen tijdsinterval die naam waardig hebben om te antwoorden op een (vermeende) raketaanval. De tijd om de beslissingsprocedure in sneltempo te doorlopen en de lancering in gang te zetten, bedraagt op zijn minst vijf minuten. En zelfs al vindt de tegenaanval nooit plaats, dan is het nog maar de vraag of er iemand de nucleaire winter zal overleven in het land dat de raket lanceerde.

De mogelijkheid van een raketaanval van vlak over de grens maakt een koude oorlog tussen India en Pakistan tot een uiterst gespannen onderneming en dat komt de veiligheid niet te goede. Uit vergelijkend onderzoek is gebleken dat de kans op een accidentele, onbedoelde, of niet-geautoriseerde aanval nergens groter is dan in Zuid-Azië. Het gevaar is waarschijnlijk groter dan tijdens de Koude Oorlog en tijdens de Cubaanse rakettencrisis in 1962.

De Indische nucleaire doctrine is met de jaren gestaag strenger geworden. Toen het miljardenland de Nehru-doctrine van nucleaire onthouding in 1974 afzwoer, gebeurde dat nog onder de dekmantel van een “vredevolle” explosie. In 1996 stapte India in Genève op uit de onderhandelingen over een Omvattend Testverbod met het argument dat het verdrag niet tot ontwapening zou leiden. India vertelde er wel bij dat het zelf geen atoomwapens zou maken. De wereld reageerde dan ook onthutst toen zich in 1998 vijf nucleaire testexplosies voordeden.

Daarna werd het een poos behoorlijk stil rond het Indische kernwapenprogramma. De Amerikaanse regering, die een dozijn gesprekken hield met de Indische, voerde de druk op New Delhi op om geen atoomwapens te ontplooien. Een zweem van voorzichtigheid bleef de Indische nucleaire doctrine omringen, met de belofte voor ‘no-first-use’ en om de wapens nooit in te zetten tegen landen die zelf geen nucleaire wapens hebben. Die voorzichtigheid is de laatste jaren volledig verdwenen; de nadruk ligt nu op het “geloofwaardig maken” van de dreiging door de oprichting van een commando en door politieke wil te demonstreren. Waarnemers wijten dat aan de veranderde houding van de VS, die opnieuw de kaart van de (kleine) kernwapens trekken.

De nieuwe stap komt er op een moment dat de vredesgesprekken tussen India en Pakistan in het slop zitten. De reactie van Pakistan is volledig voorspelbaar: het land zal India willen evenaren of ‘terugpakken’. Het Pakistaanse kernprogramma moet niet onderdoen voor het Indische. Naar verluidt staan de Pakistanen zelfs verder in het plaatsen van kernkoppen op raketten.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.