Iraakse christenen vluchten massaal naar Syrië

Onder het regime van Saddam Hoessein konden christenen hun geloof vrij belijden, hoewel er geregeld sprake was van intimidatie door moslims. De christenen zijn nu bang dat er in het nieuwe Irak helemaal geen ruimte meer voor ze is. Uit angst voor de toenemende agressie, vluchtten duizenden christenen de afgelopen maanden al naar Syrië. Het ging veelal om leden van de Chaldeeuwse (Assyrische) Kerk, de grootste kerk van Irak.

Khosaba schat dat er momenteel 10.000 Iraakse christenen in Syrië zijn, waarvan 90 procent gevlucht is nadat Amerika in maart vorig jaar Irak binnenviel. De cijfers kunnen niet officieel bevestigd worden, omdat de Jordaanse en Syrische autoriteiten bij immigratie niet informeren naar iemands religieuze achtergrond.

Vorige week zondag waren voor het eerst Iraakse christelijke kerken doelwit van aanslagen. Die werden opgeëist door een onbekende groepering, die zich het ‘Comité van Planning en Uitvoering’ noemt. In een verklaring liet de groepering weten dat aanslagen een vergelding waren voor Amerikaanse de ‘kruistocht’ tegen Irak. De druk komt van moslimextremisten, zegt Khalil Massouh, een vluchteling uit Mosul. Niet van de Iraakse interim-regering. Die heeft een christelijke minister van Immigratie en Vluchtelingen.

Ik voelde me bedreigd in Irak, zegt Joseph Kaldo (41). Syrië zie ik als tussenstation. Ik wil proberen deze week naar Canada, Amerika of een ander westers land te vertrekken. Een andere vluchteling, John Rabah, is onthutst over de gebeurtenissen in Irak. We hebben generaties lang samengeleefd en dagelijks samengewerkt met moslims, zegt hij. Er werden gemengde huwelijken gesloten en we deden mee aan de gebedsoproepen van de muezzins. Er heerste een gezamenlijk besef dat we ieder op eigen wijze, dezelfde God aanbaden. Ik begrijp niet wat er nu gebeurt.

Islamitische geestelijke leiders en politici hebben de aanslagen veroordeeld. Ze brengen volgens hen de eeuwenoude vreedzame coëxistentie tussen moslims en christenen in Irak in gevaar. De Syrische grootmoefti Sheikh Ahmed Kiftaru noemde de aanslagen een afschuwelijk misdaad die de eenheid, stabiliteit en onafhankelijkheid van Irak in gevaar brengt.

Islamitische militanten willen dat christelijke eigenaren van drankwinkels stoppen met hun handel. Ook hebben ze christenen bedreigd die schoonheidsalons en winkels met modieuze kleding runnen. Moslimmilitanten proberen de oorlog in Irak af te schilderen als een conflict tussen ware gelovigen en afvalligen. In Syrië hebben dergelijke ideeën nooit voet aan de grond gekregen. De christenen daar worden daar niet vervolgd en zijn ook niet bang het doelwit te worden van antiwesterse sentimenten.

Christenen maken in Syrië 12 procent van de bevolking van 17 miljoen mensen uit. Ze hebben veel islamitische gewoonten overgenomen, zoals de groet ‘salaam aleikum’ (vrede zij met u). Ze gebruiken ook Arabische namen, zoals Sami, Samir of Bassam.

De meeste van de 750.000 christenen in Irak behoren tot de Chaldeeuws-Assyrische Kerk. Er wonen momenteel drie keer zoveel Assyrische christenen buiten Irak dan in Irak zelf. (JS)