Irak aan nieuwe afgrond

De golf van demonstraties en betogingen in het zuiden van Irak begin deze week zijn een nieuwe tegenslag voor de Verenigde Staten. De Zuid-Irakezen waren de Amerikaanse troepen altijd genegen, maar zijn het aanhoudende geweld en de onveiligheid moe. Onder leiding van de sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr kwamen tienduizenden Iraakse sjiieten de straat op in de zuidelijke stad Najaf. Al-Sadr is ook de leider van de politieke partij met de meeste verkozenen in het Iraakse parlement.
Het protest is een duidelijke breuk met dat verleden. Voorheen werkten de Irakezen in het zuiden van het land samen met de Amerikanen door de maatregelen van de overgangsregering en de Iraakse regeringen te steunen. Nu eisten de betogers de terugtrekking van de Amerikanen, ze verbrandden de Amerikaanse vlag en scandeerden ‘Dood aan Amerika!’. Bij geweld na de betogingen van maandag liet zeker één Amerikaanse soldaat het leven.
“We hebben geduld gehad en hebben veel opgeofferd in de hoop dat de situatie op een dag beter zou zijn”, verwoordt Hussein Ali, een leraar uit Diwaniyah, het ongenoegen van de Zuid-Irakezen. “We zijn echter meegesleurd in een moeras van broederhaat en hebben ons bloed vergoten voor oorlogsleiders die alleen meer macht en rijkdom willen vergaren.”

Aanvallen tegen de verzetter


In Diwaniyah, 180 kilometer ten zuiden van Bagdad, vechten het Mahdi-leger van de radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr en de Amerikaanse troepen al enkele dagen tegen elkaar, nadat Muqtada al-Sadr zijn militieleden had opgeroepen hun aanvallen voortaan op “de bezetter” te richten en niet op Irakezen.
De Amerikanen hebben extra troepen naar de stad gestuurd om raids uit te voeren en rebellen op te pakken. De nieuwe golf van geweld is een zware klap voor de Amerikaanse troepen, die het zo al moeilijk genoeg hebben om de rust te bewaren en met Zuid-Irak de laatste steunpilaar voor hun aanwezigheid in het land dreigen kwijt te spelen.

Havenstad Basra


Volgens Mahmood al-Lamy, historicus in Basra, is de toestand kritiek. “Basra is de grootste zuidelijke stad en de enige Iraakse stad met een haven in de Golf. Het wordt nu gecontroleerd door verschillende milities die elkaar bevechten over de oliesmokkel, die onder de Amerikaanse bezetting floreert.” Al-Lamy vreest “dat de situatie de komende maanden nog verslechtert”.
Ook Iraakse overheidsfunctionarissen zien nog weinig goeds komen van de Amerikanen. “We hebben de Amerikaanse bedoelingen verkeerd beoordeeld en hebben dat te laat beseft”, zegt Salman Yassen van de gemeenteraad van Basra. “Vier jaar hebben de Amerikaanse en Iraakse autoriteiten ons bezig gehouden door elkaar te bevechten, terwijl ze plannen opzetten om onze olie te stelen en het land te verscheuren.”

Versterking


Na de beslissing van de Amerikaanse president Bush om nog eens 35000 soldaten naar Irak te sturen ter versterking van de 140.000 die er al aanwezig zijn, zit het Amerikaanse leger aan de grenzen van zijn mogelijkheden. Colin Powell, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken, waarschuwt in het tijdschrift Time dat het leger “op het punt staat te breken”.
De gepensioneerde generaal Barry McCaffrey, nog maar net terug van Irak en Afghanistan, windt er geen doekjes om: “Het Amerikaanse leger is in ernstige problemen en het zal jaren duren voor het zich hiervan kan herstellen. Wanneer we de trend niet kunnen keren riskeren we het leger in de volgende jaren te breken zoals we dat in Vietnam hebben gedaan”.
Onder druk van de overbelasting heeft het leger zijn morele en fysieke normen voor nieuwe rekruten moeten afzwakken, zo meldt het weekblad de National Journal. Voor vijftien procent van de nieuwelingen werd in 2006 een “uitzondering” gemaakt, in de helft van de gevallen ging het om mensen die tot de militaire dienst werden toegelaten ondanks het feit dat ze een strafblad hadden. Slechts 82 procent van de rekruten had de middelbare school afgemaakt, terwijl het leger in normale omstandigheden 90 procent als norm hanteert.

Kortere opleidingstijd


De extra mansterkte die nodig is in Irak zorgt ervoor dat de opleidingstijd van de rekruten steeds korter wordt. “Door de nieuwe aanpak is er meer interactie tussen de soldaten en de Irakezen”, zegt Lawrence Korb, voormalig personeelsofficier bij het Pentagon in de jaren tachtig, in Time. “De soldaten zouden eigenlijk meer training moeten krijgen in plaats van minder.” Daarbij komen nog praktische problemen: omdat al het materiaal in Irak is, zijn er op de opleidingsbasissen niet genoeg tanks en jeeps om mee te oefenen.
Intussen worden de verloven voor de militairen steeds korter. Wie een jaar in het buitenland dient, kan daarna normaal gezien twee jaar in eigen land bij zijn familie blijven. In de huidige omstandigheden worden de soldaten soms al na zeven maanden teruggestuurd naar het oorlogsgebied.

De hel op aarde


Vorige week nog beweerden de Amerikaanse troepen dat het sektarische geweld in Bagdad met 26 procent was gedaald sinds de invoering van het veiligheidsplan in de hoofdstad in februari. De woordvoerder van de Amerikaanse troepen, generaal William Caldwell, moest echter toegeven dat het geweld in de rest van het land niet is gedaald.
Iraakse vluchtelingen in Syrië beschrijven de situatie in hun land als de hel op aarde: “De toestand is veel erger dan onder het regime van Saddam Hoessein.” Sa’ad Hussein, een 34-jarige ingenieur, vluchtte drie maanden geleden naar Syrië omdat hij met de dood werd bedreigd. “Ik werkte voor het Amerikaanse Kellogg, Brown & Root nabij Kut (in het zuiden)”, zegt Hussein. “Toen ik naar Bagdad terugkeerde, vond ik onder mijn deur een briefje met doodsbedreigingen. Ik moest vluchten.”
Volgens Hussein is Bagdad een spookstad geworden, waar de sektarische milities in de straten lijsten uithangen met namen van mensen die vogelvrij worden verklaard of ter dood zijn veroordeeld. Vaak zijn het namen van gewone burgers die voor buitenlandse bedrijven werken, of van soldaten van het Iraakse leger die met de Amerikanen samenwerken.
Vier jaar na de val van Saddam Hoessein is het land er nog slechter aan toe, zeggen de vluchtelingen in Syrië. Gezondheidszorg en werkgelegenheid zijn er nauwelijks, net als elektriciteit en stromend water. Maar het meeste vrezen ze de aanhoudende onveiligheid.
Twee miljoen Irakezen verblijven als vluchteling in Syrië, Jordanië en andere landen van het Midden-Oosten. Nog eens 1,9 miljoen zijn op de vlucht in eigen land.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.