Keniaanse boeren vrezen nieuw handelsakkoord

Afgevaardigden van boerenorganisaties uit Kenia protesteerden vorige week bij de Duitse ambassade in Nairobi. Boeren en activisten willen ook lobbyen om politici te ontmoedigen het akkoord te ondertekenen.
De EPA’s zijn bedoeld om het op 31 december aflopende Akkoord van Cotonou te vervangen. In Cotonou (Benin) werd in 2000 een akkoord bereikt dat eerdere overeenkomsten uit de jaren zeventig verving. In die overeenkomsten kregen ACP-landen (de voormalige koloniën) een voorkeursbehandeling op de Europese markt.
Die voorkeursbehandeling heeft ertoe geleid dat ongeveer 97 procent van de Keniaanse export naar de EU belastingvrij is. Onder het economisch partnerschapsakkoord, verdwijnt dat voordeel. De producten uit ACP-landen moeten dan concurreren met landen die een betere concurrentiepositie en een voorsprong hebben op het gebied van productie.
De Keniaanse boeren wijzen ook op de steun die Europa nog steeds aan zijn eigen boeren geeft. “We vrezen dat onze producten de concurrentie met zwaar gesubsidieerde producten uit Europese landen niet aankunnen, als het EPA ondertekend wordt”, zegt de Kenya Small-Scale Producers and Allies (KSSPA).
De boeren verwachten dat hun markten straks overspoeld zullen worden door goedkope Europese producten. Boeren in ACP-landen krijgen geen subsidies, hebben hoge productiekosten en kampen met een slechte infrastructuur.
De KSSPA wil dat de regering weigert het akkoord te ondertekenen, tenzij er garanties komen dat de markt niet overspoeld wordt met goedkope producten van elders en er steun komt om de concurrentiepositie van de Keniaanse boeren te verbeteren.
Van de Keniaanse export gaat 26 procent naar Europa, blijkt uit overheidscijfers. Ook importeert Kenia veel ruwe materialen, halffabricaten en andere producten, zoals medicijnen, uit Europa. Volgens de Keniaanse regering is het EPA belangrijk om de investeringen in industrieën die voor de Europese markt produceren, te beschermen. Het gaat dan onder meer om snijbloemen, ananassap en snijbonen. Investeringen in die sectoren, die nu ongeveer 500 miljoen euro bedragen, zouden gevaar lopen als het akkoord niet ondertekend wordt. Daarmee zou de werkgelegenheid van meer dan een miljoen mensen in gevaar komen.