Kritische vragen voor oud-dictators

“Meneer Moi, heeft u ergens spijt van?” Kritische vragen stellen aan leiders is geen gewoonte in Afrika. Zelfs tijdens een speciaal belegde bijeenkomst voorbije week aan de Universiteit van Witwatersrand, waar het publiek vragen kon stellen aan voormalige Afrikaanse presidenten, moest eerst enige schroom overwonnen worden.

Zo’n vierhonderd mensen, inclusief gasten, personeel en studenten van de universiteit, ondervroegen elf voormalige Afrikaanse leiders onder leiding van Milton Nkosi, chef van de BBC voor Afrika. Net als bij een soortgelijk forum vorig jaar, kwam het gesprek moeizaam op gang. Mensen maakten vooral opmerkingen en stelden weinig vragen. “Het lijkt soms alsof het publiek te verlegen en beleefd is om kritische vragen te stellen bij het gedrag van leiders”, zei Jerry Rawlings, oud-president van Ghana na afloop.

Uiteindelijk durfden sommige aanwezigen toch delicate kwesties aan te roeren, zoals over de corrupte praktijken van hun voormalige leiders en de neiging van sommigen om tientallen jaren aan de macht te blijven. Een van die vragen kwam van de gespreksleider: “Meneer Moi, corruptie, Kenia, heeft u ergens spijt van?”, vroeg hij tot hilariteit van het publiek aan de oud-president van Kenia, Daniel arap Moi.

Het verzoek van Moi om de vraag te herhalen leidde opnieuw tot gegrinnik onder de aanwezigen. “Natuurlijk is corruptie een dodelijk iets dat veel landen geruïneerd heeft”, antwoordde de oud-president. Hij zei dat het gevecht tegen corruptie door moet gaan en noemde verschillende instellingen die in Kenia zijn opgezet om zich daarmee bezig te houden.

Moi was tussen 1978 en 2002 president van Kenia. Hoewel hij aan het begin van zijn loopbaan nog populair was, werd hij uiteindelijk beschuldigd van politieke repressie, mensenrechtenschendingen en het gedogen van omkooppraktijken. De oud-leider raakte zelf betrokken bij het Goldenberg-schandaal, dat draaide om de fictieve export van goud en diamanten. Het werd een van de grootste schandalen uit de geschiedenis van het land.

Rawlings erkende dat leiders gemakkelijk verleid kunnen worden tot corruptie: “Omdat je weet hoe kwetsbaar je op dat gebied bent, moet je als staatshoofd mensen aanmoedigen je uit te dagen en kritische vragen te stellen. In Afrika zijn we soms te onderdanig en vriendelijk. De moed ontbreekt om op te staan tegen leiders, omdat we in onze opvoeding geleerd hebben dat zoiets respectloos is.”

Rawlings regeerde Ghana negentien jaar, eerst voor een korte periode van drie maanden na een door hem geleide militaire coup. Nadat hij het bestuur overdroeg aan een niet-militair bewind, greep hij in 1981 opnieuw de macht omdat de regering er in zijn ogen “net zo’n rommel van maakte als vroeger.” Hoewel sommige mensen Rawlings zagen als een verlichte despoot, beschuldigden anderen hem van een terreurbewind in Ghana. Hij kreeg zware kritiek vanwege de executie van acht hoge militairen na de eerste coup. Ook zou hij tegenstanders van zijn regime hebben laten martelen en vermoorden.

Op de vraag van een student waarom de meeste presidenten zo lang in het zadel bleven zitten, antwoordde Ketumile Masire, oud-president van Botswana (1980 1998) dat er niet noodzakelijk iets mis is met leiders die lang aan blijven. “Je kunt blijven zitten zo lang je goed functioneert en het in het belang is van je volk”, zei hij. Maar, zo gaf hij toe, sommige Afrikaanse leiders blijven wel eens langer dan het volk zou wensen. “Ik was 27 jaar president zonder dat ik me tegenover iemand verontschuldigd heb”, voegde Kenneth Kaunda, president van Zambia tussen 1964 en 1991 eraan toe. Kaunda was een van de langstzittende presidenten van Afrika; vanaf de jaren tachtig werd zijn bewind werden gekenmerkt door wijdverbreide corruptie, economische crises en publieke onvrede.

De bijeenkomst eindigde met een oproep van de oud-presidenten aan Afrikanen in de diaspora om terug te keren en hun vaardigheden en welvaart in te zetten voor de ontwikkeling van het continent. Kaunda zei dat er 200.000 Afrikaanse wetenschappers in de Verenigde Staten werken. Dat zijn er meer dan heel Afrika momenteel telt.

“Het is belangrijk dat we meer doen dan de rode loper uitleggen voor onze broeders en zusters in het buitenland. We moeten strategieën ontwikkelen voor rekrutering en een aanmoedigingsbeleid voeren en daardoor laten zien dat we het echt menen.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.