Luchtvervuiling is geen vies woord voor de Wereldbank

De Wereldbank trekt steeds meer geld uit
voor de strijd tegen luchtvervuiling en het broeikaseffect, maar financiert
tegelijk nog altijd grote afvalverbrandingsinstallaties die net het
tegenovergestelde bewerken. Amerikaanse activisten eisen dat de Bank
voorgoed een kruis maakt over die laatste soort van projecten.


Vorige week lanceerde de Wereldbank het BioCarbon Fund, een fonds met een
startkapitaal van 100 miljoen dollar dat openbare en private investeringen
moet aanmoedigen in projecten in ontwikkelingslanden om de uitstoot van
broeikasgassen te verminderen. Via het Global Environment Facility (GEF)
financiert de instelling ook maatregelen die de productie van persistant
organic pollutants (POP’s) moet tegengaan - kwaadaardige chemische
verbindingen die nauwelijks afbreekbaar zijn en zich makkelijk verspreiden,
onder meer via verbrandingsgassen. Maar blijkbaar wegen niet alle vormen
van ernstige luchtvervuiling even zwaar voor de Wereldbank. Monica Wilson,
de campagnedirecteur van de Amerikaanse actiegroep Essential Action, zegt
dat de Bank ontwikkelingslanden blijft adviseren te investeren in
installaties voor afvalverbranding waarbij levensgevaarlijke stoffen als
dioxines, furanen en pcb’s vrijkomen.

Ofwel belazeren ze de boel, ofwel weet de linkerhand niet wat de rechter
doet, zegt Wilson. Afvalverbrandingsinstallaties zijn onpopulair geworden
in veel rijke landen omdat ze een bedreiging vormen voor de
volksgezondheid, duur zijn en niet te rijmen vallen met
milieuvriendelijkere concepten als afvalvermijding en recyclage. Ook in een
land als India, één van de grootste ontleners bij de Bank, is er veel
weerstand tegen afvalverbranding.

De Wereldbank ontkent in alle toonaarden dat ze pleit voor de verbranding
van gevaarlijk afval als pesticiden, bijproducten van PVC, PCB-resten en
ziekenhuisafval. Volgens Steve Gorman, een leidinggevend milieuexpert van
de Wereldbank, worden verbrandingsinstallaties hoogstens als een
alternatief achter de hand gehouden dat enkel op tafel komt als andere
oplossingen echt onhaalbaar blijken. We proberen hen (de ontleners) ertoe
aan te zetten zo min mogelijk afval te produceren, pas dan wordt er
eventueel gedacht aan afvalverbranding. Maar voor sommige soorten van
gevaarlijk afval zijn er volgens Gorman geen alternatieven voor verbranding.

Volgens de actiegroepen blijven de Wereldbankgroep en vooral de
International Finance Corporation, de Wereldbankafdeling die private
investeringen bevordert, grote voorstanders van afvalverbranding. In
september publiceerde de Global Alliance for Incinerator Alternatives
(GAIA), een in de Filipijnen gevestigde coalitie van milieugroepen, een
rapport waarin 156 door de Wereldbankgroep gefinancierde projecten in 68
landen worden opgevoerd die de afgelopen 10 jaar
afvalverbrandingsinstallaties als de beste oplossing naar voren schoven. 26
van die projecten werden sinds 2001 opgezet; daaronder projecten in
Brazilië en Argentinië waarin aanbevolen werd pcb-afval te verbranden, een
project in India om bijproducten van pvc in rook te doen opgaan en een
ander project in datzelfde land voor een verbrandingsinstallatie bij een
pesticidenfabriek.

De actiegroepen klagen dat de Bank wel al jarenlang luistert naar hun
argumenten, maar blijkbaar niet van plan is haar beleid te wijzigen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.