Mager kopje troost

Hoe overleef je als Nicaraguaanse koffieproducent de koffiecrisis? Door te specialiseren, hopen zowel kleine als grote producenten. Alleen: specialty-coffee, bio-koffie of eerlijke koffie vormen maar kleine plasjes in de grote koffiezee.
Edgar Amador Rodriguez en Francisco Lanzas Monge zijn koffieboeren. Ze verbouwen allebei uitstekende arabica koffie, op een hoogte van 1100 tot 1300 meter in de omgeving van de Nicaraguaanse stad Matagalpa. Hun koffieplanten groeien in de schaduw van een paradijselijk bladerdak -zoals het hoort voor organisch geteelde koffie- en in pikzwarte, vulkanische aarde. Ondanks de wereldwijde crisis zien ze beiden hun toekomst in de koffie.
Edgar is samen met zijn vrouw Ivania eigenaar van de finca Santa Gema, een stukje van 4 hectare grond. Edgar heeft een paar jaar lagere school gelopen en is aangesloten bij de plaatselijke koffiecoöperatie Las Brumas. Alleen tijdens de koffieoogst, van december tot maart, betalen Edgar en Ivania een stuk of vijf arbeiders om hen te helpen bij het werk. De koffie van Edgar komt voor een deel als Fair Trade koffie terecht in de Belgische Oxfam Wereldwinkels.
Francisco komt uit een familie van grootgrondbezitters. Een deel van het land van de Lanzas werd na de Sandinistische revolutie van 1979 in beslag genomen. Toch is Francisco nog steeds de trotse eigenaar van een haciënda van 180 hectare waarop hij conventionele koffie verbouwt. Hij is sinds kort bevoorrecht leverancier van de Amerikaanse koffieketen Starbucks. Hij heeft een stuk of vijftig arbeiders in dienst. Tijdens de oogst komen er daar nog wel honderd bij.

De een zijn honger, de ander zijn winst


Edgar en Francisco zijn allebei prijswinnaars. In 2003 won de uitstekende caturra koffie van Francisco de eerste prijs in de jaarlijkse Nicaraguaanse Cup of Excellence competitie. Een koffie van Las Brumas, Edgars coöperatie, behaalde een eenentwintigste plaats in de competitie. Las Brumas verkocht 15 zakken (een zak bevat ongeveer 45 kilo) van de prijswinnende koffie voor bijna 150 dollar per zak via een internetveiling aan een Japanse koffiekoper. Op dezelfde veiling verkocht Francisco 44 zakken van zijn koffie, ook aan een Japanse inkoper, voor de ongekende prijs van bijna 1000 dollar per zak.
Goede koffie, goede prijzen: het zal beide koffieboeren dus wel voor de wind gaan?
De waarheid is dat zowel het bedrijfje van Edgar als de haciënda van Francisco balanceren op de rand van de financiële afgrond. De hoge bedragen die betaald worden voor de prijswinnende Nicaraguaanse gourmet koffie zijn uitzonderingen. Door de lage prijs op de wereldmarkt biedt koffie al lang niet meer de bestaanszekerheid die het ooit gaf. Zelfs niet voor prijswinnaars als Edgar en Francisco. In augustus 2002 had een doorsnee pound koffie (een Amerikaanse pound is 0,45 kilo) op de beurs van New York een waarde van 43 dollarcent. Dat was, aangepast aan de geldontwaarding, de laagste prijs in honderd jaar. De prijs ligt in het voorjaar van 2004 nog steeds onder de productiekost, die voor de meeste producenten rond de 75 dollarcent per pound ligt.
Nicaragua konden veel grote en middelgrote koffieboeren hun schulden aan de bank na de oogst niet aflossen. Honderden bedrijven gingen failliet en tienduizenden landarbeiders zaten zonder geld, zonder huisvesting en zonder eten. In het 2000 werkten 260.000 Nicaraguanen in de koffie. Nu zijn dat er nog maar 180.000. Wanhopige families organiseerden hongermarsen, landbezettingen en wegblokkades. Hulp kwam met mondjesmaat. Volgens het World Food Program van de Verenigde Naties was in december 2003 de helft van alle kinderen in het district Matagalpa ondervoed. Intussen maken de vijf grote koffiebranderijen -Kraft, Nestlé, Procter & Gamble, Sara Lee en Tchibo- meer winst op een pakje koffie dan ooit te voren. Tussen november 1997 en november 2003 daalde de prijs die de producent kreeg met 80 procent. De prijs die de Amerikaanse consument betaalde voor een pak koffie daalde in dezelfde periode met slechts 27 procent.
Bovendien gaat de kwaliteit van de koffie er op achteruit, zegt Frank Guttierez van Cecocafen, een partnerorganisatie van Oxfam die koffie verwerkt van verschillende kleinere Nicaraguaanse coöperaties. ‘Koffiestruiken hebben een goede verzorging nodig en dat maakt de koffieteelt arbeidsintensief. Als de producenten geen geld hebben, bezuinigen ze op arbeid en kunstmest, en dat resulteert in slechtere koffie.’

Koffie, appelation controlée


De crisis bracht ook Francisco Lanzas Monge op de rand van een bankroet. ‘Ik kon na de oogst van 2003 mijn schuld aan de bank niet betalen en ik had ook geen geld voor de lonen van mijn arbeiders’, zegt Francisco. Volgens de grootgrondbezitter bleven zijn arbeiders uit pure liefde de koffieplantages onderhouden. De wat minder romantische versie is dat deze arbeiders en hun familie gewoon nergens anders heen kunnen. Ze zijn op de haciënda geboren en getogen en zijn in de praktijk als een soort horigen gebonden aan de eigenaar.
Het winnen van de Nicaraguaanse Cup of Excellence betekende de redding voor Francisco en voor zijn arbeiders. Toen de cheque van bijna 50.000 dollar uit Japan arriveerde, kon hij zowel de bank als zijn arbeiders betalen. ‘Ik heb toen besloten me helemaal te richten op de productie van een topkwaliteit koffie’, zegt Francisco. Hij ziet het helemaal voor zich: ‘Ik hoop ooit mijn koffie te kunnen verkopen als een dure wijn, een soort grand cru, in een eigen verpakking, met daarop de naam van mijn haciënda.’
Fair Trade koffie, organische koffie en specialty koffie zijn de reddingsboeien waaraan alle producenten van arabica koffie in Midden-Amerika zich vastklampen. ‘We zullen nooit in staat zijn om te concurreren met de lage kostprijs van koffie uit Brazilië en Vietnam’, zegt Francisco Lanzas Monge gelaten. Ook bij Cecocafen in Matagalpa heeft men een strategie ontwikkeld om zoveel mogelijk koffie af te zetten op de gespecialiseerde markten.
Volgens Frank Guttierez verkoopt Cecocafen ongeveer 25 procent van zijn koffie als Fair Trade koffie. De coöperatie hoopt 20 procent van zijn koffie af te kunnen zetten als dure specialty coffee. Ongeveer 10 procent is wat Frank zegeltjeskoffie noemt: koffie die verkocht wordt met een certificaat dat garandeert dat het product organisch, shade-grown, vogelvriendelijk of ecologisch verantwoord wordt geproduceerd.
Het probleem is dat deze betere maar gespecialiseerde markten kleine plasjes zijn in de enorme koffiezee. De markt van de specialty coffees is wereldwijd misschien goed voor 100 miljoen dollar. Dat is een schijntje vergeleken bij de 70 miljard dollar van de wereldmarkt. Edgar Amador Rodriguez en Francisco Lanzas Monge telen beide uitstekende koffie in een paradijselijke omgeving. Er is geen enkele garantie dat ze dat over een paar jaar nog zullen doen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.