Meervallenproducenten maken zich op voor eerste handelsoorlog met de VS

Eind vorige maand diende de Amerikaanse belangenorganisatie Catfish Farmers
of America (CFA) bij het Amerikaanse International Trade Committee tegen de
“dumpingpraktijken” van hun Vietnamese concurrenten. Volgens de Amerikaanse
meervallenkwekers verkopen 52 Vietnamese producenten hun vis op de
Amerikaanse markt onder de kostprijs. Daarmee zouden ze de
anti-dumpingbepalingen schenden die vervat zitten in de nieuwe
landbouwwetgeving die onlangs door president George W. Bush werd
ondertekend. De Amerikaanse kwekers eisen dat er hogere invoerheffingen
komen op Vietnamese meervallen.

Vorig jaar voerde Vietnam 5,44 miljoen kilogram van de Aziatische
meervalsoorten ‘basa’ en ‘tra’ uit naar de VS. Dat is maar 1,7 procent van
de totale hoeveelheid ‘catfish’ die in de VS jaarlijks verorberd worden,
maar toch voldoende om de Amerikaanse kwekers op stang te jagen. De
meervalkwekerijen kampen immers met een afzetcrisis. Bij wijze van
steunmaatregel kocht de regering in Washington in april nog voor 6 miljoen
dollar Amerikaanse meervallen op, die opgedist werden in schoolkantines en
gaarkeukens. Een ‘patriottische’ maatregel, want de in de VS gekweekte
meervallen kosten zowat het dubbele van de vis die uit Vietnam worden
ingevoerd.

Volgens Peter Red Mayre, de voorzitter van de Sea Fare Group, een
Amerikaans bedrijf dat gespecialiseerd is in de marketing van
visserijproducten en goed relaties onderhoudt met Aziatische importeurs, is
er geen sprake van dumping. Mayre zegt dat de Vietnamese kwekers er door
een goed beheer en investeringen in technologie in geslaagd zijn hun
productiekosten te drukken.

Het standpunt van de Vietnamese kwekers sluit daar uiteraard bij aan. “De
Amerikaanse producenten willen alleen hun marktaandeel verdedigen,” zegt
Truong Dinh Hoe, de ondersecretaris van de Vietnamese Associatie van
Exporteurs en Verwerkers van Visserijproducten. Volgens Hoe hebben Chinese
visexporteurs in de VS met een gelijkaardige tegenstand af te rekenen.

De Amerikaanse meervallenproducenten vinden een gewillig oor bij hun
regering en het Amerikaanse parlement. In oktober stemde het congres een
resolutie goed die Vietnamese importeurs verbiedt de soortnaam ‘catfish’
als handelsnaam te gebruiken al behoren de meervallen die in Vietnam
worden gekweekt wel degelijk tot dezelfde familie. Maar voortaan mogen
alleen meervallen die in de VS hebben rondgezwommen als ‘catfish’ worden
aangeboden.

Intussen laat ook de Vietnamese regering de spierballen rollen. De
Vietnamese handelsminister Vu Khoan heeft al gewaarschuwd dat een
anti-dumpingprocedure de bilaterale handelsbetrekkingen tussen Vietnam en
de VS kan ondermijnen. De commerciële relaties tussen Vietnam en de VS
worden geregeld door een handelsakkoord dat op 10 december vorig jaar in
werking trad. Voor de meeste Vietnamese goederen worden bestaande
invoerbeperkingen geschrapt en importheffingen verminderd. Voor sommige
producten werden die heffingen van een gemiddelde van 40 procent
gereduceerd tot 3 procent. Vietnamese kranten hekelen de kloof tussen de
inhoud van die algemene bepalingen en de manier waarop ze dreigen te worden
toegepast. De ondernemers die deelnamen aan een recente studiedag van de
Vietnamese Kamer van koophandel in Ho Chi Minh-stad, kregen dan ook te
horen dat ze zich maar beter voorbereiden op een reeks van handelsoorlogen
om hun rechten af te dwingen.

Onderminister van Visserij Nguyen Thi Hong Minh heeft de
meervallenproducenten opgeroepen genoeg te investeren in de voorbereiding
van de juridische strijd die nu zal volgen. Die kan immers voor een
belangrijk precedent zorgen. Volgens Le Cong Dinh, de advocaat die de VASEP
onder de arm heeft genomen, “voelen de Vietnamese exporteurs zich nog als
een vis op het droge dit is hun eerste handelsoorlog. Maar ze zullen er
geleidelijk aan wel aan gewend raken.”