Navajo-indianen redden traditie met internet

Vroeger hadden we het moeilijk met de bouw van infrastructuur voor onze economie en gemeenschapsontwikkeling, zegt Ernest Franklin Jr van de Navajonatie, zoals de gemeenschap zichzelf noemt. Dat kwam gedeeltelijk doordat informatie niet doorstroomde naar nieuwe leiders van het immense Navajoterritorium. De 200.000 Navajo-indianen leven in 110 gemeenschappen verspreid over een gebied van meer dan 43.000 vierkante kilometer.

Om die trend te keren, beslisten de Navajoleiders, moest er een communicatiesysteem komen om al die mensen met elkaar in contact te brengen. We wisten dat een glasvezelkabel er nooit van zou komen. Werken met de overheid betekent ongelooflijk veel bureaucratie. Maar nadat we een eigen satellietruimte hadden gehuurd, hadden we alle gemeenschappen in drie maanden aangesloten. Vervolgens bouwden we 110 websites - een voor elke Navajogemeenschap.

De websites gaven om te beginnen informatie over planning en gemeenschapsontwikkeling. Daarmee gingen overal mensen aan de slag met het inventariseren van het land, water, de wegen en de energievoorzieningen. Uiteindelijk schreven ze daarmee wetsontwerpen voor het plaatselijk bestuur. Intussen hebben 20 Navajogemeenschappen al landontwikkelingsplannen, en 30 andere zijn op komst.

Web Warriors

We hebben nu gemeenschappen die duurzamer zijn, en de mensen zijn erg trots omdat ze het zelf doen… De overheid van de Verenigde Staten hadden altijd de gewoonte te zeggen ‘hier zijn huizen’, of ‘hier is maïs - jullie moeten er zelf geen telen’. Dat creëerde afhankelijkheid en liet mensen het respect verliezen voor zichzelf en hun gemeenschappen. We willen opnieuw zelfvoorzienend worden, zegt Franklin.

Om ervoor te zorgen dat het geen voorbijgaand modeverschijnsel wordt, hebben de Najavo hun 110 gemeenschapscentra uitgerust met computers en breedband internet. Iedere bezoeker kan hulp krijgen van de ‘Web Warriors’, een team leerlingen van de middelbare scholen.

Het contrast is groot: amper vijf jaar geleden stonden de Navajo’s - hoewel ze in een van de rijkste landen ter wereld wonen - duidelijk nog aan de verkeerde kant van de digitale kloof. Voor het project startte, had maar 22 procent van hen toegang tot een telefoon, 15 procent tot een computer en 10 procent tot het internet.

Internationale inheemse portaalsite

De indianen hopen dat hun succes navolging krijgt. Het huidige - tweede - deel van de informatietop wordt veronderstelt met realistische plannen te komen om de digitale kloof te dichten. Tijdens het eerste WSIS, in 2003 in Genève, somde een groep vertegenwoordigers van inheemse volkeren wereldwijd de obstakels op waardoor hun mensen niet evenwaardig kunnen deelnemen aan het informatietijdperk: armoede, gebrek aan training, gebrek aan computersoftware in inheemse talen en de angst dat de nieuwe technologieën hen zullen dwingen zich te conformeren naar een enkel leefmodel.

De inheemse vereniging van de Verenigde Staten stelt intussen voor om een internationale portaalsite op te richten voor iedereen die iets over inheemse volkeren te weten wil komen. Er bestaan al twee portaalsites over inheemse volkeren, maar beide worden uitgebaat door overheden, de ene door de Canadese en de andere door de Australische overheid, zegt Kenneth Deer, de vice-voorzitter van de vereniging.

De nieuwe site zou in het bezit van de inheemse gemeenschap zijn, met hosting op een centrale locatie maar met steun van de verschillende regio’s. Het zou inhoud kunnen leveren in lokale talen - alleen al in de VS bestaan zo’n 200 inheemse talen, de meeste weliswaar met uitsterven bedreigd.

Geld is de grootste uitdaging - we hebben financieringszekerheid nodig voor minstens drie tot vijf jaar, zegt Deer. Expertise is minder een probleem dan vroeger - getuige de Navajo-ingenieurs die op het WSIS mee de televisiedienst van de organiserende Internationale Telecommunicatie Unie verzorgen. (ADR/MM)

Eén van de 110 websites
http://ojoencino.nndes.org/

Web Warriors (met foto’s)
http://www.dinewebwarriors.org/