Nepal voert laks beleid tegen discriminatie dalits

“Er zijn dagelijks incidenten in alle hoeken van het land”, zegt Ratna Bahadur Bagchand, uitvoerend directeur van de Nationale Advocaten Campagne tegen Onaanraakbaarheid (LANCAU) in Nepal. “Die incidenten komen wel in de media, maar de daders worden niet vervolgd.”

Onaanraakbaarheid is de praktijk waarbij bevolkingsgroepen die het laagste in de hindoehiërarchie staan, gediscrimineerd worden. Vaak gebeurt dat door lichamelijk contact met kastelozen en alles wat zij aanraken, te mijden.

Een jaar geleden gaf het Nepalese Hooggerechtshof de regering opdracht om de wet tegen onaanraakbaarheid te versterken. “Tot nu toe heeft de regering echter nog niets gedaan”, zegt Bagchand. “Dus zullen we zelf iets moeten ondernemen.”

LANCAU diende op 28 mei een voorstel in bij het Huis van Afgevaardigden. Een week voordat parlementariërs pleitten voor “een einde aan onaanraakbaarheid”. Minister van Justitie Narendra Bikram Nembang verklaarde dat de overheid ervoor zal zorgen dat discriminatie en inhumaan gedrag gemakkelijker te vervolgen is.

Bagchand is echter niet onder de indruk van de woorden van de minister. “De regering zegt dat alleen om punten te scoren. Om werkelijk een einde te maken aan onaanraakbaarheid, is een nieuwe wet nodig. Daar is iedereen in dit land voor, inclusief de maoïsten.”

Buurland India, dat in sociaal en cultureel opzicht sterk op Nepal lijkt, stelde onaanraakbaarheid een halve eeuw geleden strafbaar. Ook werden er zetels in wetgevende organen gereserveerd voor dalits. In de praktijk bestaat discriminatie echter nog steeds en daders worden zelden vervolgd.

De maoïstische rebellen, die tien jaar geleden een opstand tegen de monarchie in Nepal begonnen, stelden dat ze streden voor nieuwe samenleving met rechtvaardigheid voor dalits en andere “achtergestelde” groepen, zoals vrouwen en inheemsen.

De maoïsten, die in 2002 tot terroristen werden bestempeld, vormden in 2005 een ongemakkelijke alliantie met oppositie (SPA) in Nepal. Samen moedigden ze een volksopstand aan die uiteindelijk leidde tot de val van het autocratische bewind van koning Gyanendra in april van dit jaar.

Het weer in leven geroepen Huis van Afgevaardigden heeft de maoïsten ontdaan van het etiket “terroristen”. De rebellenleiders voeren nu openlijk campagne en partijgenoten openen kantoren in steden en dorpen.

In een maand tijd heeft het Huis van Afgevaardigden talloze verklaringen aangenomen. Ten eerste werd Nepal tot seculiere staat uitgeroepen. Formeel was het land het enige officieel bekende hindoekoninkrijk, ondanks het feit dat de helft van de 25 miljoen Nepalezen behoort tot een van de vijftig etnische groepen die vaak niet het traditionele hindoeïsme praktiseren.

Vervolgens verklaarde het parlement dat het kinderen burgerschap wilde toekennen op grond van de status van de moeder, niet alleen die van de vader. Daarna volgde de belofte om onaanraakbaarheid uit te bannen en afgelopen zaterdag voerde het parlement een nieuwe procedure in voor de installatie van regeringen. Vanaf nu worden de premier en ministers niet meer ingezworen in het koninklijk paleis, maar in het parlement. (JS)