Nieuwe maïsvariëteit doet het goed in Burkina Faso

De nieuwe variëteiten van het voedingsgewas zagen het licht in het lokale Instituut voor Milieu- en Landbouwonderzoek, als onderdeel van een regeringsprogramma om de voedselzekerheid in Burkina Faso te garanderen.

“Als we zelf voor ons voedsel willen instaan, hebben we kwaliteitsvolle zaden nodig en moeten we de capaciteit van de producenten optrekken”, zegt André Bationo, onderzoeker aan de Universiteit van Ouagadougou.

Mathieu Kabré was een van de eerste boeren die de nieuwe maïsvariëteit Bondofa inzaaiden, een naam die in de inheemse taal Dioula zoveel betekent als “vul de graanschuur”. Hij liet zich overhalen om van de traditionele variëteiten af te stappen. Op 10 hectare oogstte Kabré 90 ton in 2010 Bondofa-maïs, en zelfs 100 ton in 2011.

Grotere opbrengst

Landbouwexpert Inoussa Balboné bevestigt: “Bondofa kan tot 12 ton maïs per hectare opleveren, in vergelijking met 5 tot 7 ton bij traditionele variëteiten. Bovendien duurt de groeicyclus slechts 70 dagen, terwijl dat bij traditionele zaden 90 dagen is.”

Ook Issaka Kaboré, een immigrant uit buurland Ivoorkust, schakelde twee jaar geleden over op de nieuwe variëteit. Hij huurt een stuk landbouwgrond van 6 hectare, wat hem in 2009 amper meer dan 30 ton maïs uit traditionele zaden opleverde. Vorig jaar was dat al 57 ton, en dit jaar hoopt hij op 60 ton.

Zowel Kabré als Kaboré sloten zich twee jaar geleden aan bij de Nationale Unie van Zaadproducenten. Deze organisatie coördineert sinds 2006 de productie en marketing van zaden, en treedt op als de brug tussen haar vierduizend leden en de regering.

Bondofa is maar een van een tiental nieuwe variëteiten die het Instituut voor Milieu- en Landbouwonderzoek heeft ontwikkeld. “Het is onze ambitie om van het land een zaadexporteur in de regio te maken”, verklaart Robert Ouédraogo van het Landbouwministerie.

Het ministerie ondersteunt landbouwers die met de nieuwe zaden aan de slag gaan. Niet alleen organiseert ze trainingen en begeleiding, ze koopt ook maïs aan bij de producenten die de nieuwe zaden gebruiken en verkoopt die door aan de consumenten tegen een lagere prijs.

Zaadimperium

De boeren varen er wel bij. Kaboré spendeerde ongeveer 4500 euro aan bemesting en loon van arbeiders tijdens het zaaien en oogsten. Nadat hij deze kosten had afgetrokken, was zijn 50 ton maïs nog goed voor een winst van 6000 euro. Het jaar daarop leverde 55 ton maïs hem een winst van 7000 euro op.

Ook Kabré boert goed en wil zijn winst in zijn activiteiten investeren. “Ik heb tot 9000 euro gespaard in de voorbije twee jaar. Hiermee ga ik mijn jongere broer als landbouwer op weg helpen.” Daarvoor heeft hij 5 hectare grond gekocht voor ongeveer 1500 euro.

Hij kon ook zijn zoon Jacob naar een landbouwschool in Ghana sturen. “Ik wil mijn zoon de erfgenaam maken van een toekomstig zaadimperium”, zo verklaart Kabré.