Nigeriaans parlement gaat corruptie in oliesector onderzoeken

Vorig weekend bracht een doorlichting wanbeheer bij het NNPC aan het licht. Nu plant het parlement een onderzoek dat zich op de periode 1999-2007 richt toen de voormalige president Olusegun Obasanjo aan de macht was. Obasanjo verhoogde de olieprijzen viermaal tijdens zijn bestuur. De bevolking werd er niet rijker van.

‘Duistere akkoorden’

Het Huis van Afgevaardigden wil weten wie precies van de Nigeriaanse profiteerde van de concessies die in 2005, 2006 en 2007 toegekend werden. Het onderzoek moet de juiste rol van de NNCP in kaart brengen. Het parlement vraagt een transparanter beleid van de Nationale Oliemaatschappij en de documenten die de precieze hoeveelheid geproduceerde olie aangeven.
In een artikel op de BBC-webiste getuigt een anonieme bron uit de olie-industrie over ‘veel duistere overeenkomsten inzake de toekenning van oil blocks of concessies.’
Nigeria is de achtste uitvoerder van olieproducten op wereldvlak en staat op de vijfde plaats in de oliebevoorrading van de VS.

Sabotages pijpleidingen verminderen olieproductie met een vierde

Dinsdag steeg de prijs voor een vat olie boven 117 dollar. Dit is een recordbedrag. Oorzaak was de aanval op de olietanker Takayama nabij de kust van Saoedi-Arabië.
Een Shell-holding in Nigeria zei aan de krant The International Herald Tribune dat het zijn olieleveringen in april en mei zal verminderen door de aanhoudende sabotages van pijpleidingen.
Maandag en vorige donderdag vonden opnieuw sabotageacties plaats. Donderdag saboteerde de rebellengroepering MEND (Movement for the Emancipation of the Niger Delta) een oliepijpleiding omdat ‘ze de overheid wil dwingen om meer inkomsten uit de olie-industrie naar hun gebied te sturen’, aldus de nieuwszender NBC.