Nijllanden proberen twistappel te verdelen

Deze week bespreken tien Afrikaanse landen in de Keniaanse hoofdstad Nairobi hoe ze het water uit de langste waterweg ter wereld zullen verdelen. De opdeling van de Nijl zorgt al decennia lang voor conflicten. Tegen vrijdag moet er een akkoord uit de bus komen.


De vijfdaagse vergadering, die tot en met vrijdag zal duren, is georganiseerd door het Nile Bassin Initiative (NBI), een samenwerkingsverband dat in 1999 werd opgezet met steun van de Wereldbank en waarin de tien betrokken landen (Burundi, Kongo, Egypte, Eritrea, Ethiopië, Kenia, Rwanda, Sudan, Tanzania en Uganda) vertegenwoordigd zijn. Volgens het NBI behoren vier van deze landen tot de tien armste staten ter wereld, en zou een verdeling van het Nijlwater kunnen bijdragen tot de oplossing van het armoedeprobleem.

De bijeenkomst in de Keniase hoofdstad is het vervolg op de vergadering die vorige week in Uganda werd gehouden, en waar vertegenwoordigers van de tien landen er niet in slaagden om tot overeenkomst te komen met betrekking tot de verdeling van het Nijlwater. Belangrijkste struikelblok lijkt een verdrag uit 1929, dat in 1959 werd herzien, en dat destijds werd ondertekend door Groot-Brittannië (namens Sudan) en Egypte. Kern van het verdrag is dat alle beslissingen over het Nijlwater voorgelegd moeten worden aan Egypte en Sudan. Met name voor een land als Ethiopië pakt het verdrag slecht uit. De Blauwe Nijl, die in Ethiopië zijn oorsprong vindt en bij de Sudanese hoofdstad Khartoum samenvloeit met de Witte Nijl, zorgt voor meer dan driekwart van al het Egyptische Nijlwater. Ethiopië, dat al vele jaren te maken heeft met ernstige droogte, mag daarbij een beroep doen op één procent van al het beschikbare water.

De relaties tussen de tien betrokken Nijllanden is de laatste jaren sterk onder druk komen te staan. Dat werd nog eens duidelijk tijdens de bijeenkomst van Raad van Ministers van december die in Ethiopië werd gehouden. Egypte en Kenia raakten daar openlijk in conflict over de beperkingen van het verdrag, en voor de Keniase minister voor Watervoorraden, Martha Karua, was dat aanleiding om de ‘oorlog’ te verklaren aan haar Egyptische collega, Mohammed Abdul Halim Abu Zeid.

Ook de voormalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Egyptenaar Boutrous Boutrous-Ghali, is pessimistisch over de verhouding tussen de tien Nijllanden. Volgens hem zou een volgende oorlog in Afrika best kunnen voortvloeien uit de controverse die is ontstaan over het gebruik van het Nijlwater. Mensenrechtenorganisaties in Kenia gooien intussen olie op het vuur, en kondigden aan vierkant achter de beslissing van hun regering te staan. Kenia moet doorgaan met het gebruik van het Nijlwater voor het welzijn van zijn bevolking, en zich vooral niet laten koeioneren door landen als Egypte en Sudan. Bovendien, als ze oorlog met ons willen betekent dat ze ook oorlog hebben met de andere zeven landen, aldus Samson Ojiayo, vertegenwoordiger van een Keniase mensenrechtenorganisatie.

Voor Tanzania, dat ook te maken heeft met extreme droogte, is het ‘koloniale’ verdrag uit 1929 niet zaligmakend. Het Oost-Afrikaanse land is sinds kort bezig om water aan het Victoriameer, een van de bronnen van de Nijl, te onttrekken om op die manier steden en dorpen in het achterland te voorzien van water. Wij kunnen niet stilzitten en afwachten, terwijl we onze mensen kunnen redden van de hongersnood. De verdragen uit 1929 (en de herziene versie uit 1959) zijn wat ons betreft niet bindend, omdat destijds nooit met ons is overlegd.

Hoge ambtenaren op de top in Nairobi proberen intussen de binnenbrandjes tussen de verschillende landen te minimaliseren. Van onenigheid over het verdrag uit 1929 is geen sprake. Het is vooral de media die een verkeerde gang van zaken voorstelt. Sinds de oprichting van het NBI hebben we veel vooruitgang geboekt, en zelfs met een land als Egypte wordt nu openlijk gesproken over de toekomst van de Nijl. Dat had 10 tot 15 jaar geleden niet gekund, aldus NBI-directeur Msuya.

Vrijdag zal moeten blijken of de woorden van Msuya stoelen op waarheid. Dan moeten vertegenwoordigers van deelnemende landen naar buiten komen met een plan van aanpak wat betreft de verdeling van het water uit de grootste waterweg ter wereld, de 6700 kilometer lange Nijl.



Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.