Nike mag niet liegen (voorlopig)

Het hoogste Amerikaanse rechtscollege doet sportschoenengigant Nike opnieuw in het zand bijten. In de ophefmakende zaak Nike Inc. versus Kasky oordeelde het Supreme Court vlak voor het weekend dat een eerdere uitspraak overeind blijft: commercieel taalgebruik in advertenties valt niet noodzakelijk onder het eerste artikel van de Amerikaanse Grondwet, de vrijheid van meningsuiting, en kan bijgevolg aanleiding geven tot vervolging. Bijvoorbeeld in de paginagrote advertenties waarin de sportschoenenfabrikant de kritiek op zijn lageloonlandenpolitiek tracht te weerleggen. De zakenwereld schrikt, sommige andersglobalisten ruiken bloed.
De meerderheid van de rechters van het Supreme Court veegde het argument van Nike - de fabrikant vindt dat haar advertenties wél onder de vrijheid van meningsuiting vallen - van tafel, maar zonder er een inhoudelijk oordeel over te vellen. Volgens het Hof is het daarvoor te vroeg en moeten eerst een aantal lopende gerechtelijke manoeuvres tussen beide partijen worden geslecht in het gerechtelijke arrondissement waar het allemaal begon, in Californië.

De zaak ging aan het rollen toen Nike, dat er in de jaren ‘80 en ‘90 in slaagde de sportschoenenrage aan te zwengelen en er flink munt uit te slaan, haar productie delokaliseerde naar de lageloonlanden. Sindsdien is de sportschoenenmagnaat kop van Jut bij het gros van de ngo’s die ijveren voor meer bescherming van werknemers van multinationals in de ontwikkelingslanden. Geregeld is te horen dat Nike de afspraken die zijn gemaakt binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), niet nakomt.

In 1997 besloot de PR-afdeling van Nike van koers te veranderen en probeerde de kritiek actief te weerleggen. Het bedrijf huurde de diensten in van het consultancybedrijf Goodworks International om haar filialen door te lichten. De gunstige resultaten van dat onderzoek werden in persmededelingen verspreid en in paginagrote advertenties aan het grote publiek meegedeeld. De belangrijkste boodschap was: Nike schendt geen akkoorden en geen rechten van arbeiders.

Maar de activisten hielden en houden vast aan hun kritiek, en zeggen dat die beweringen, alsook Goodworks’ audit, niet alleen misleidend zijn, maar bovendien gewoon gelogen. In 1998 herhaalde de ecologist Marc Kasky dat standpunt in een gerechtelijke aanklacht, citeerde een zestal onaanvaardbare praktijken in Aziatische Nike-productie-eenheden en het juridische steekspel begon.

In wat een doorslag moet zijn van de (oude) Belgische genocidewet, kon in mei 2002 het Californische hooggerechtshof Nike in beroep veroordelen ten gunst van Kasky, die nochtans geen persoonlijke band had of hinder ondervond van het onrecht dat hij aanklaagde. Als een onderneming een feitelijke voorstelling maakt van haar eigen producten of handelingen, moet het de waarheid spreken, luidde het vonnis, dat slechts vier van de zeven rechters achter zich kreeg.

De rechter die het vonnis voorlas, legde uit dat in dergelijke zaken rechtbanken een drieledige test moeten hanteren om uit te maken of een bepaalde vorm van meningsuiting commercieel van aard is of niet. Ten eerste de vraag of de spreker zelf een commerciële identiteit heeft, ten tweede of de ontvanger als potentiële klant wordt beschouwd en ten slotte of de boodschap zelf een commercieel karakter heeft - i.e. dat het de bedoeling heeft de ontvanger te beïnvloeden en tot kopen aan te zetten. Dat laatste lid, waarover de hele discussie in feite ging, deed Nike de das om: de arbeidsomstandigheden waarover in de advertenties bericht werd, waren volgens de rechters voor een aanzienlijk deel van het publiek van belang voor het maken van de keuze van hun aankopen.Het is dit vonnis dat het Hooggerechtshof vorige donderdag bevestigde, maar tezelfdertijd de zaak opnieuw naar af verwees, naar de lagere rechtbanken.

De rechters van het Hooggerechtshof die niet akkoord gingen met het oordeel, lieten inmiddels hun kritiek de vrije loop. Als Nike een onwaarheid vertelt, kan het - in tegenstelling tot haar critici - worden vervolgd. Als het vervolgens probeert zich te verdedigen, wordt het de bescherming ontzegd van het First Amendment, waar de critici wel van genieten. Ook verscheidene verdedigers van de vrijheid van meningsuiting, zijn geshockeerd. Volgens Ann Brick van de American Civil Liberties Unions (ACLU), verdrijft het vonnis de bedrijfswereld van het openbare debat en van het publieke forum. Dat is tegen de geest van het First Amendment, namelijk dat we de mensen zèlf laten oordelen wie het bij het rechte eind heeft, in plaats van de overheid.

Josh Karliner, directeur van CorpWatch, de Californische waakhond voor bedrijven, is voorlopig tevreden. Mooipraters in dienst van bedrijven krijgen het signaal dat wat ze zeggen de waarheid moet weerspiegelen.

Veel geloof dat de uitspraak uiteindelijk overeind zal blijven, hebben de meeste commentatoren echter niet. Zelfs de AFL-CIO-arbeidsorganisatie, dat eveneens vindt dat Nike zijn lageloonarbeiders onheus behandelt, neemt het in een brief op voor wat het noemt het recht van Nike op een vrije meningsuiting.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2795   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2795  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.