Nood aan gespecialiseerde hulp

Vluchtelingen worden steeds vaker behandeld als migranten-met-een-andere-naam. Voor de trauma’s die sommigen opliepen in hun thuisland, is er betrekkelijk weinig aandacht. ‘Maar ooit komt de pijn van die wonden opnieuw boven.’
Hij kwam uit het Midden-Oosten en was zesendertig toen hij zich tegenover een Britse ambtenaar bevond om zijn asielaanvraag toe te lichten. In vage termen beschreef hij de mishandelingen in de gevangenis en de redenen waarom hij in Groot-Brittannië asiel aanvroeg. Nog voor een beslissing volgde, deed hij een –mislukte– zelfmoordpoging, waardoor hij in een psychiatisch ziekenhuis terechtkwam. Het duurde een hele tijd en vergde verschillende sessies met de psycholoog vooraleer hij kon vertellen dat de cipiers hem verkracht hadden opdat hij ‘nooit meer een man zou zijn’. De schaamte over deze mishandeling had hem tot een zelfmoordpoging gedreven, maar had er ook voor gezorgd dat het verhaal niet op tafel kwam tijdens het asielinterview. Met de hulp van de psycholoog werd het hele wedervaren uitgeschreven en ingediend bij het asieldossier. Het mocht niet baten: aangezien het relaas van de verkrachting niet vermeld was tijdens het eerste interview, kon het ook niet meer wegen op de beslissing. Resultaat: asielaanvraag afgewezen.
Eén op tien getraumatiseerd
Bovenstaand verhaal komt uit de studie Psychological and psychiatric aspects of recounting traumatic events by asylum seekers van Evert Bloemen (arts), Erick Vloeberghs (medisch antropoloog) en Celine Smits (studente psychologie). De auteurs citeren onderzoek, gepubliceerd in het gerenommerde medische tijdschrift The Lancet, waaruit blijkt dat gemiddeld 9 procent van de gevestigde vluchtelingen in het Westen aan post-traumatische stess lijdt en 5 procent aan depressie. Desgevraagd blijkt Fedasil over geen represenatieve cijfers van getraumatiseerde asielzoekers te beschikken.
Eva Berghmans, voorzitter van Amnesty International Vlaanderen, herkent in elk geval het gegeven dat opgelopen trauma’s bijkomende problemen veroorzaken bij de formele asielprocedure. ‘Je hebt één psycholoog bij de dienst Vreemdelingenzaken en je hebt er één of twee bij het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen. Die kunnen zich buigen over de behandeling en opvolging van getraumatiseerde asielzoekers. Maar met zo weinig personeel worden trauma’s wellicht niet makkelijk gedetecteerd’. Bieke Machiels van de studiedienst van Fedasil ziet de toestand iets minder donker in: ‘Bij de opmaak van hun aankomstverklaring bij de dienst Vreemdelingenzaken worden in één gesprek een aantal basisgegevens opgenomen en ik weet ook niet of die setting zich leent tot een diepgaand psychologisch gesprek. Maar de huidige opvangwet voorziet binnen de dertig dagen een individuele evaluatie, om te zien of de opvangplaats beantwoordt aan de noden van de asielzoeker. Als zou blijken dat de structuur niet kan instaan voor de zorgen die dat specifieke individu nodig heeft, wordt die persoon getransfereerd naar elders. Het psychologische is een van de criteria’. Overigens hoeft het opsporen van trauma’s bij asielzoekers niet enkel te gebeuren binnen de asielcentra, vindt Elke Thiers van het Antwerps Netwerk Psychosociale Zorg Vluchtelingen. ‘Het detecteren van trauma’s kan door iedereen gebeuren die met de asielzoeker in aanraking komt.’ Behalve de opvangcentra van Fedasil en het Rode Kruis, kunnen ook medewerkers van centra voor leerlingenbegeleiding, huisartsen en eerstelijnsvoorzieningen aan de alarmbel trekken.
Gesprekstherapie
Sinds eind vorig jaar verplicht de nieuwe opvangwet de Belgische staat om asielaanvragers psychologisch te screenen, maar dat geldt niet voor mensen zonder papieren of voor gevestigde vluchtelingen. ‘Mensen zonder papieren hebben recht op dringende medische hulp –en dus op psychiatische hulp–, maar niet op psychologische zorgen’, bevestigt Bieke Machiels van Fedasil. ‘Dokters gaan daar vrij soepel mee om, maar het is in principe het terugbetalingscriterium dat bepaalt welke zorgen al dan niet verschaft worden aan mensen zonder papieren. Wie lijdt aan een psychose, zal dus geholpen worden en doorverwezen naar een dokter of een psychiatrische instelling. Maar wie getraumatiseerd is en nood heeft aan een gesprekstherapie, heeft pech. Dat soort opvang heeft geen riziv-nomenclatuur, ze wordt niet terugbetaald en dus in principe niet verschaft. In welke mate sommige psychologen dit toch doen, ook al krijgen ze daarvoor geen middelen, weet ik niet.’
Voor asielzoekers ligt de zaak enigszins anders. Zij komen in een opvangcentrum terecht en krijgen met de nieuwe opvangwet een permanente en geïndividualiseerde begeleiding, zoals dat heet. Machiels: ‘Een maatschappelijk werker staat in voor hun behoeften: behoeften in het kader van de procedure, een tolk voor een doktersbezoek, toeleiding naar het onderwijs voor de kinderen. Ook als de behoefte aan psychologische of psychiatrische hulp wordt vastgesteld, kan de maatschappelijk werker de weg wijzen naar het bestaande aanbod: van weerbaarheidstrainingen en gespreksgroepen in de centra zelf, over doorverwijzing naar een dokter, tot specifieke psychologische dienstverlening die ambulant wordt aangeboden, bijvoorbeeld in de bestaande centra voor geestelijke gezondheidszorg.’
Dubbele taalgrens
De trauma’s die asielzoekers in hun hoofd over de grens meebrengen, ondermijnen soms hun kansen op asiel, zeker in een atmosfeer waarin elke asielaanvraag bekeken wordt als een vermomde immigratievraag. Niet alleen zij, ook de ontvangende samenleving heeft er alle belang bij om de trauma’s ernstig te nemen en te behandelen, zegt Eva Berghmans. ‘Wij zien dat een trauma zich na enige tijd toch begint te uiten, op allerhande manieren: slapeloosheid, psychosomatische klachten, rugpijn, aanhoudende hoofdpijn. Asielzoekers die hulp zoeken bij Amnesty, hebben heel vaak dit soort klachten.’ Niet behandelde en niet verwerkte trauma’s bedreigen het functioneren en dus ook het integreren van vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder papieren.
De relatieve afwezigheid van gespecialiseerde opvang in Vlaanderen contrasteert met het veel grotere aanbod langs Franstalige zijde. Organisaties als Ulysse, Exil en Carda houden zich in Wallonië specifiek met dit probleem bezig, terwijl het in Vlaanderen veeleer de “gewone” hulpverleners zijn die ook getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers behandelen. Maar dat heeft ook een meerwaarde, vertelt Christine Verschuere van het centrum voor geestelijke gezondheidszorg Andante in Antwerpen. De psychotherapie, een hoofdzakelijk verbale therapie, botst immers op zijn limieten als het gaat om psychologische opvang van anderstalige vluchtelingen. Verschuere: ‘De taal is sowieso een probleem, dus dan zoek je naar andere manieren. Zo gebruik ik onder meer duplo-popjes om een visuele voorstelling te maken van betekenissen en belevenissen. Die methodiek heb ik leren kennen door mijn werk met vluchtelingen en pas ik nu ook elders toe. Ook de lichamelijke benadering heeft aan terrein gewonnen, omdat asielzoekers met trauma’s heel vaak psychosomatische klachten hebben. Dus laten we mensen ontstressen door ontspanningsoefeningen, iets waar we vroeger minder oog voor hadden.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.