Olieovereenkomst verstevigt band Brazilië en Venezuela
Het Braziliaanse staatsoliebedrijf Petrobras en het Venezolaanse Petróleos de Venezuela (PDVSA) gaan intensief samenwerken. Beide bedrijven tekenden deze week vijf overeenkomsten, een stap die de economische band tussen beide landen verder versterkt.
Mario Osava . 2 oktober 2005
De overeenkomsten werden ondertekend tijdens de eerste bijeenkomst van staatshoofden van de Zuid-Amerikaanse Statengemeenschap (ZASG), die vrijdag werd afgesloten. Brazilië en Venezuela waren de drijvende kracht achter de vorming van de ZASG, die vorig jaar december werd opgericht.
Met de overeenkomsten tussen beide staatsoliebedrijven is een bedrag van 3,9 miljard euro gemoeid. Brazilië en Venezuela gaan onder meer voor 2,1 miljard euro een raffinaderij bouwen in Porto Suape, in de noordoostelijke Braziliaanse staat Pernambuco. Die raffinaderij moet in 2011 zo’n 200.000 vaten olie per dag produceren.
De nieuwe raffinaderij kan de Braziliaanse raffinagecapaciteit met 10 procent laten stijgen. Daarnaast komt olie beschikbaar voor het noordoostelijke deel van Brazilië, de armste regio van het land. De raffinaderij krijgt ook een essentiële functie bij de productie van dieselolie voor motorvoertuigen en vloeibaar gas. Dat laatste wordt nu nog geïmporteerd door Brazilië.
De tien bestaande Petrobras-raffinaderijen, die allemaal voor 1980 zijn gebouwd, zijn niet goed ingesteld op het volledig verwerken van zware olie. Ruwe olie levert op de internationale markt minder op dan lichte olie, zei Petrobras-voorzitter Sergio Gabrielli. Het heeft dus de voorkeur om de olie eerst te bewerken en de bijproducten dan te exporteren.
De laatste jaren zijn de economische banden tussen beide landen op verschillende terreinen verstevigd, als gevolg van de ideologische affiniteit die beide linkse presidenten voelen. De Braziliaanse export naar Venezuela bedroeg in 2001 ruim 900 miljoen euro. In de twee daaropvolgende jaren daalde de export met 40 procent als gevolg van de economische crisis in Venezuela. Die crisis werd veroorzaakt door politieke onrust, inclusief een mislukte coup tegen Chávez en een algemene staking die twee maanden duurde.
In 2004 steeg de export echter naar 1,2 miljard euro. In de eerste acht maanden van dit jaar was dat al 1,14 miljard euro. Die stijging is vooral te danken aan de verkoop van motorvoertuigen, auto-onderdelen, mobiele telefoons en levensmiddelen. Sinds kort is ook een groeiende vraag naar goederen en materialen die nodig zijn voor het moderniseren van de Venezolaanse landbouwsector.
Omdat de Venezolaanse economie grotendeels drijft op olie, was er lange tijd weinig aandacht voor de landbouw. Totdat Chávez aan het bewind kwam, importeerde Venezuela 88 procent van alle levensmiddelen, zegt Joao Pedro Stédile, coördinator van de Braziliaanse Beweging van Landloze Arbeiders (MST). De MST steunt de agrarische hervorming in Venezuela, waar volgens Stédile gebrek is aan alles, van zaaigoed tot gereedschap en technische ondersteuning voor kleine boeren.
De hervorming van de Venezolaanse landbouw heeft gezorgd voor een enorme verkoopstijging bij Braziliaanse landbouwmechanisatiebedrijven. De export van combines verdubbelde tussen 2003 en 2004. De export van tractoren verviervoudigde in dezelfde periode.
Dankzij de hoge olieprijzen, kon Venezuela investeren in infrastructuur. Ook daarin spelen Braziliaanse bedrijven een grote rol. Zo legt constructiebedrijf Odebrecht twee metrolijnen aan in Caracas en een in Teques. Het bedrijf is ook ingehuurd voor de bouw van bruggen over de rivier Orinoco en de aanleg van een irrigatiesysteem bij de noordwestelijke stad Maracaibo.
Venezuela is voor Brazilië in beeld als alternatieve bron voor aardgas. Dat komt nu nog grotendeels uit Bolivia, maar die leveranties zijn omgeven door onzekerheden. Petrobras heeft grote investeringen gedaan in Bolivia, maar dat land heeft kort geleden aanzienlijke belastingverhogingen doorgevoerd.
De Braziliaanse krant O Estado de Sao Paulo meldde onlangs dat bestudeerd wordt of het mogelijk is een pijpleiding van 8.000 kilometer aan te leggen, die van Venezuela via Brazilië naar Argentinië en Uruguay loopt. Volgens Giuseppe Bacóccoli, energiedeskundige aan de Federale Universiteit van Rio de Janeiro, is zo’n project niet haalbaar op korte of middellange termijn. Hij sluit echter niet uit dat er een moment komt dat een pijpleiding wel interessant wordt, als onderdeel van een veel uitgebreider netwerk van gasleidingen.
Betrouwbare energievoorziening is afhankelijk van een uitgebreid netwerk en verschillende toeleveranciers. Brazilie kan niet vertrouwen op één grote leverancier, zoals nu het geval is met Bolivia, aldus Bacóccoli. (JS)
Met de overeenkomsten tussen beide staatsoliebedrijven is een bedrag van 3,9 miljard euro gemoeid. Brazilië en Venezuela gaan onder meer voor 2,1 miljard euro een raffinaderij bouwen in Porto Suape, in de noordoostelijke Braziliaanse staat Pernambuco. Die raffinaderij moet in 2011 zo’n 200.000 vaten olie per dag produceren.
De nieuwe raffinaderij kan de Braziliaanse raffinagecapaciteit met 10 procent laten stijgen. Daarnaast komt olie beschikbaar voor het noordoostelijke deel van Brazilië, de armste regio van het land. De raffinaderij krijgt ook een essentiële functie bij de productie van dieselolie voor motorvoertuigen en vloeibaar gas. Dat laatste wordt nu nog geïmporteerd door Brazilië.
De tien bestaande Petrobras-raffinaderijen, die allemaal voor 1980 zijn gebouwd, zijn niet goed ingesteld op het volledig verwerken van zware olie. Ruwe olie levert op de internationale markt minder op dan lichte olie, zei Petrobras-voorzitter Sergio Gabrielli. Het heeft dus de voorkeur om de olie eerst te bewerken en de bijproducten dan te exporteren.
De laatste jaren zijn de economische banden tussen beide landen op verschillende terreinen verstevigd, als gevolg van de ideologische affiniteit die beide linkse presidenten voelen. De Braziliaanse export naar Venezuela bedroeg in 2001 ruim 900 miljoen euro. In de twee daaropvolgende jaren daalde de export met 40 procent als gevolg van de economische crisis in Venezuela. Die crisis werd veroorzaakt door politieke onrust, inclusief een mislukte coup tegen Chávez en een algemene staking die twee maanden duurde.
In 2004 steeg de export echter naar 1,2 miljard euro. In de eerste acht maanden van dit jaar was dat al 1,14 miljard euro. Die stijging is vooral te danken aan de verkoop van motorvoertuigen, auto-onderdelen, mobiele telefoons en levensmiddelen. Sinds kort is ook een groeiende vraag naar goederen en materialen die nodig zijn voor het moderniseren van de Venezolaanse landbouwsector.
Omdat de Venezolaanse economie grotendeels drijft op olie, was er lange tijd weinig aandacht voor de landbouw. Totdat Chávez aan het bewind kwam, importeerde Venezuela 88 procent van alle levensmiddelen, zegt Joao Pedro Stédile, coördinator van de Braziliaanse Beweging van Landloze Arbeiders (MST). De MST steunt de agrarische hervorming in Venezuela, waar volgens Stédile gebrek is aan alles, van zaaigoed tot gereedschap en technische ondersteuning voor kleine boeren.
De hervorming van de Venezolaanse landbouw heeft gezorgd voor een enorme verkoopstijging bij Braziliaanse landbouwmechanisatiebedrijven. De export van combines verdubbelde tussen 2003 en 2004. De export van tractoren verviervoudigde in dezelfde periode.
Dankzij de hoge olieprijzen, kon Venezuela investeren in infrastructuur. Ook daarin spelen Braziliaanse bedrijven een grote rol. Zo legt constructiebedrijf Odebrecht twee metrolijnen aan in Caracas en een in Teques. Het bedrijf is ook ingehuurd voor de bouw van bruggen over de rivier Orinoco en de aanleg van een irrigatiesysteem bij de noordwestelijke stad Maracaibo.
Venezuela is voor Brazilië in beeld als alternatieve bron voor aardgas. Dat komt nu nog grotendeels uit Bolivia, maar die leveranties zijn omgeven door onzekerheden. Petrobras heeft grote investeringen gedaan in Bolivia, maar dat land heeft kort geleden aanzienlijke belastingverhogingen doorgevoerd.
De Braziliaanse krant O Estado de Sao Paulo meldde onlangs dat bestudeerd wordt of het mogelijk is een pijpleiding van 8.000 kilometer aan te leggen, die van Venezuela via Brazilië naar Argentinië en Uruguay loopt. Volgens Giuseppe Bacóccoli, energiedeskundige aan de Federale Universiteit van Rio de Janeiro, is zo’n project niet haalbaar op korte of middellange termijn. Hij sluit echter niet uit dat er een moment komt dat een pijpleiding wel interessant wordt, als onderdeel van een veel uitgebreider netwerk van gasleidingen.
Betrouwbare energievoorziening is afhankelijk van een uitgebreid netwerk en verschillende toeleveranciers. Brazilie kan niet vertrouwen op één grote leverancier, zoals nu het geval is met Bolivia, aldus Bacóccoli. (JS)
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Interview
-
Nieuws
-
Nieuws
-
De Ontwikkelaars
-
Analyse
-
Nieuws