Ontnuchtering over G8-klimaatbeloften zet in
De internationale onderhandelingen over de uitstoot van broeikasgassen zijn niet makkelijker geworden door de beloften van de machtigste industrielanden op hun top in Toyako. De G8-landen beloofden vorige week dat ze hun uitstoot tegen 2050 met de helft zullen verminderen, maar niemand weet wat dat precies inhoudt.
Ramesh Jaura . 13 juli 2008
De G8-landen – de VS, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Canada en Rusland, zijn samen goed voor 62 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. En toch weegt de belofte die ze in Toyako deden niet noodzakelijk zwaar.
“2050 is nog heel ver weg”, zegt Yvo de Boer, secretaris-generaal van de VN-Kaderconventie over Klimaatverandering. “Het is niet duidelijk op welke basis die reductie van 50 procent zal worden berekend en we hebben er het raden naar hoe de inspanningen tussen de rijke landen zullen worden verdeeld en welke inspanningen er van de ontwikkelingslanden worden verwacht.” Met name de VS hebben altijd gezegd dat ze maar zullen instemmen met een verplichte uitstootvermindering als ook landen als China en India meedoen.
Milieuorganisaties hadden vorige week al het feit gehekeld dat de G8-landen geen interim-doelstellingen hebben vastgelegd. Het Wereldnatuurfonds (WWF) toonde zich ook teleurgesteld dat de G8 geen nieuwe impuls hebben gegeven aan de internationale klimaatonderhandelingen. Er is immers een opvolgingsverdrag nodig voor het protocol van Kyoto. Dat legt de rijke landen tot 2012 bescheiden doelstellingen op om hun uitstoot te reduceren.
Om dat nieuwe verdrag tijdig door alle betrokken landen geratificeerd te krijgen, zou het eind 2009 rond moeten zijn. Er is al afgesproken dat die tekst op een top in Kopenhagen ondertekend zal worden.
De eerstvolgende etappe op de moeilijke weg naar Kopenhagen is een bijeenkomst van 21 tot 30 augustus in de Ghanese hoofdstad Accra van alle 192 landen die de VN-conventie over de Klimaatverandering hebben ondertekend. Daar zal een “routekaart” worden uitgetekend. Daarna volgt er begin december een klimaattop in het Poolse Poznan.
Op die twee bijeenkomsten moeten de onderwerpen besproken worden die de G8 vorige week uit de weg ging: welke uitstootbeperkingen zijn er nodig in de geïndustrialiseerde landen op basis van de wetenschappelijke kennis van vandaag, welke maatregelen moeten de ontwikkelingslanden nemen, hoe kan de nodige technologie worden uitgewisseld en welke hulp hebben de arme landen nodig om de onvermijdbare gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken?
De zaak wordt gecompliceerd door meningsverschillen tussen de EU-landen en de VS, Canada en Japan. Er gaapt ook een grote kloof tussen de beloften die vooruitstrevende landen als Duitsland en Groot-Brittannië doen en de concrete maatregelen die ze goedkeuren om die doelstellingen waar te maken. Minder ambitieuze landen als Japan, Canada en Rusland zien hun uitstoot van broeikasgassen zelfs nog steeds stijgen.
“2050 is nog heel ver weg”, zegt Yvo de Boer, secretaris-generaal van de VN-Kaderconventie over Klimaatverandering. “Het is niet duidelijk op welke basis die reductie van 50 procent zal worden berekend en we hebben er het raden naar hoe de inspanningen tussen de rijke landen zullen worden verdeeld en welke inspanningen er van de ontwikkelingslanden worden verwacht.” Met name de VS hebben altijd gezegd dat ze maar zullen instemmen met een verplichte uitstootvermindering als ook landen als China en India meedoen.
Milieuorganisaties hadden vorige week al het feit gehekeld dat de G8-landen geen interim-doelstellingen hebben vastgelegd. Het Wereldnatuurfonds (WWF) toonde zich ook teleurgesteld dat de G8 geen nieuwe impuls hebben gegeven aan de internationale klimaatonderhandelingen. Er is immers een opvolgingsverdrag nodig voor het protocol van Kyoto. Dat legt de rijke landen tot 2012 bescheiden doelstellingen op om hun uitstoot te reduceren.
Om dat nieuwe verdrag tijdig door alle betrokken landen geratificeerd te krijgen, zou het eind 2009 rond moeten zijn. Er is al afgesproken dat die tekst op een top in Kopenhagen ondertekend zal worden.
Routekaart
De eerstvolgende etappe op de moeilijke weg naar Kopenhagen is een bijeenkomst van 21 tot 30 augustus in de Ghanese hoofdstad Accra van alle 192 landen die de VN-conventie over de Klimaatverandering hebben ondertekend. Daar zal een “routekaart” worden uitgetekend. Daarna volgt er begin december een klimaattop in het Poolse Poznan.
Op die twee bijeenkomsten moeten de onderwerpen besproken worden die de G8 vorige week uit de weg ging: welke uitstootbeperkingen zijn er nodig in de geïndustrialiseerde landen op basis van de wetenschappelijke kennis van vandaag, welke maatregelen moeten de ontwikkelingslanden nemen, hoe kan de nodige technologie worden uitgewisseld en welke hulp hebben de arme landen nodig om de onvermijdbare gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken?
De zaak wordt gecompliceerd door meningsverschillen tussen de EU-landen en de VS, Canada en Japan. Er gaapt ook een grote kloof tussen de beloften die vooruitstrevende landen als Duitsland en Groot-Brittannië doen en de concrete maatregelen die ze goedkeuren om die doelstellingen waar te maken. Minder ambitieuze landen als Japan, Canada en Rusland zien hun uitstoot van broeikasgassen zelfs nog steeds stijgen.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2781 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Interview
-
Nieuws
-
Column
-
Opinie
-
Nieuws
-
De Ontwikkelaars