Ontwikkelingshulp OESO-donoren zakt verder weg

De donoren van de OESO, de organisatie van rijke industrielanden, gaven in 2007 103,7 miljard dollar uit aan ontwikkelingshulp. Dat is 8,4 procent minder dan in 2006. Volgens het Ontwikkelingscomité van de OESO, dat de cijfers vrijdag bekendmaakte, zijn de donorlanden goed op weg om de hulpbeloften die ze maakten voor 2010 te breken.
De cijfers voor 2007 vallen vooral lager uit omdat in dat jaar minder schulden werden kwijtgescholden dan in 2006. De regels van de OESO laten toe dat donorlanden schulden die ze kwijtschelden aan arme landen inbrengen als ontwikkelingshulp. In 2007 werd 8,7 miljard dollar kwijtgescholden tegenover 18,9 miljard in 2006, vooral aan Irak en Nigeria.

Als je de schuldenoperaties buiten beschouwing laat, kenden de overheidsuitgaven voor ontwikkelingshulp in de 30 OESO-landen een bescheiden groei van 2,4 procent. De bilaterale hulp aan zwart Afrika steeg, zonder schuldenlastverlichting, met 10 procent. Volgens de OESO is dat een goede stap op weg naar het engagement om de hulp aan Afrika tegen 2010 te verdubbelen, een belofte die de donoren maakten op de G8-top in het Schotse Gleneagles in 2005.

Uitgedrukt als aandeel van het bruto binnenlands inkomen (bni) daalde de hulp de OESO-landen van 0,31 procent in 2006 tot 0,28 procent in 2007. Om de belofte van Gleneagles en de conferentie over de financiering van ontwikkeling in he Mexicaanse Monterrey (2002) te realiseren, moet dat percentage tegen 2010 opgetrokken worden tot 0,35 procent. Om dat te halen moeten de meeste donoren hun hulpbudgetten op ongeëvenaarde wijze optrekken. Volgens de OESO moet er tegen 2010 zeker nog 38 miljard dollar worden gevonden.


Hulpkampioen EU



De Verenigde Staten blijven met 21,8 miljard dollar de grootste individuele donor, maar de EU en haar lidstaten zijn samen goed voor meer dan 70 procent van de hulp. Omdat er in 2007 minder schulden werden kwijtgescholden, ging ook de Europese hulp met 5,3 procent achteruit.

De Belgische hulp daalde het sterkst (-11,2 procent), om in 2007 uit te komen op 1953 miljoen dollar. Zonder schuldenoperaties bleven de Belgische uitgaven nagenoeg stabiel. Minister van Ontwikkelingssamenwerking Charles Michel had in januari al bekendgemaakt dat het de hulp als aandeel van het bni in 2007 op 0,43 procent lag, terwijl dat eigenlijk 0,55 procent moet zijn om in 2010 de beloofde 0,7 procent te halen.

Er zijn overigens nog altijd maar vijf landen die de 0,7-norm, een belofte die de rijke landen ooit maakten in de jaren zeventig, nu al halen. Het gaat om Denemarken, Noorwegen, Zweden, Luxemburg en Nederland. De Nederlandse hulp stond in 2007 op 6215 miljoen dollar (0,81 van het bni), een stijging van 3,1 procent tegenover 2006.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.