Overschot zorgt voor schaarste

De vijf sterkhouders van de Peruaanse landbouw -
aardappelen, katoen, rijst, maïs en koffie - maken de ergste crisis door in
jaren. De boeren die deze gewassen verbouwen, verkopen nu tegen prijzen die
de productiekosten niet eens dekken, zegt Reynaldo Trinidad, hoofdredacteur
van het magazine Agro Noticias. De economische analisten en landbouwexperts
zijn het grotendeels eens over de oorzaken van de crisis én over het feit
dat de cosmetische ingrepen van de regering-Toledo niet voor een kentering
zorgen. De Peruaanse regering gokt op twee paarden: betere exportvoorwaarden
op het internationaal plan en zelfregulering van de binnenlandse markt. Ze
legt daarbij te veel nadruk op productiepatronen en heeft te weinig oog voor
de dalende binnenlandse consumptie en voor de oneerlijke concurrentie vanuit
het buitenland.


De aardappelteelt in Peru - de belangrijkste bron van inkomsten in de
valleien van de Andes - heeft zwaar te lijden onder het overaanbod. Dat is
niet zozeer te wijten aan een stijging van de binnenlandse teelt, maar
eerder aan een daling van de vraag als gevolg van de economische recessie en
de import van goedkope gesubsidieerde aardappelen. Tel daarbij het voor de
boeren rampzalige systeem van de tussenhandelaars op, en er blijft niets
meer over van de winstmarge van weleer. Voor rijst, katoen en maïs geldt een
ander verhaal. De dalende prijzen zijn voor die gewassen het gevolg van het
feit dat Peru gesubsidieerde gewassen importeert die goedkoper zijn dan wat
de lokale boeren kunnen verbouwen. De verlieslatende teelt van koffie is
grotendeels het gevolg van een mondiaal overaanbod.

Al die factoren dragen bij tot de neergang van de landbouw, die de slechtst
boerende sector van het land is geworden. In 2001 droeg de Peruaanse
landbouw nog amper negen procent bij tot het bruto binnenlands product van
54 miljard dollar.

De regering-Toledo moedigt binnen haar liberaal gedachtegoed prijszettingen
noch productiebeperkingen aan, zegt hoofdredacteur Trinidad. Het gevolg
daarvan is dat de boeren verbouwen waar ze zin in hebben, ondanks de
situatie op de markt. De regering gaat ervan uit dat het marktmechanisme de
teelt van een bepaald gewas binnen goede banen zal leiden, maar in de
praktijk zien we daar weinig van. De prijzen voor de genoemde gewassen zijn
de laatste jaren sterk aan schommelingen onderhevig geweest, een gevolg van
enkele magere oogsten, gevolgd door een erg rijke oogst in 1999. Als gevolg
daarvan zijn de prijzen ineengestort.

De regering voert een erg minimalistisch landbouwbeleid: planning betekent
vooral de uitwisseling van informatie tussen boeren. Ze heeft een
informatienetwerk opgericht waarmee de boeren in elke vallei de kans krijgen
hun ‘verbouwintenties’ voor het seizoen publiek te maken. Dat zou hen moeten
helpen te beslissen welk gewas ze gaan verbouwen. De praktijk toon echter
dat er van zelfregulering weinig sprake is. Zo toont het overzicht van de
verbouwintenties voor mei en juni dat de boeren voorstelden om 292.000
hectaren aardappelen te planten - 10.000 hectare meer dan in 2001, en dat
ondanks het feit dat de prijzen al gekelderd waren als gevolg van de
overproductie. Op basis van de cijfers werd een reductie doorgevoerd van
2.200 hectare, maar dat was veel te weinig. De boeren in de Sierra weten
niet wat ze anders moeten verbouwen dan hun vertrouwde gewas of durven niet
overschakelen. Ze vragen enkel om betere zaden en wanneer ze die krijgen is
overproductie het gevolg, zegt Trinidad.

Op het internationale plan ijvert president Toledo voor een betere markt
voor de Peruaanse landbouwproducten. Een betere toegang tot buitenlandse
markten en de afbouw van de Amerikaanse en Europese landbouwsubsidies
blijven echter vrome wensen. De Amerikaanse landbouwsubsidies stegen dit
jaar en de Europese Unie besliste zopas om haar steun aan de Europese boeren
zeker tot 2007 te handhaven. Betere exportvoorwaarden moet Toledo dichter
bij huis zoeken: samen met de andere landen van de Andesgemeenschap
(Bolivia, Colombia, Ecuador en Venezuela) praat Peru met de landen van de
Mercosur (Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay) over een gezamenlijke
vrijhandelszone. Tegelijk zit het ook rond de tafel met de Verenigde Staten
in het kader van de onderhandelingen over de Pan-Amerikaanse Vrijhandelszone
FTAA, een door de VS gedragen project dat in 2005 van start moet gaan.

De Peruaanse economist Hugo Aquino hoopt dat het heil uit de internationale
context komt. In deze drie contexten (EU, Mercosur en FTAA) moet Peru
hoogdringend op zoek naar kopers om haar landbouwoverschot kwijt te raken.
Cristina Luna, een journaliste die deel uitmaakt van de economische redactie
bij de krant La República, benadrukt dat niet alle heil kan komen van de
vrijhandel. De Peruaanse landbouw heeft te lijden onder een
decapitalisatie, te lage prijzen, een dwalend beleid en een vertraagde of
niet-bestaande financiering. De som daarvan zorgt ervoor dat de mensen op
het platteland aankijken tegen een erg sombere toekomst.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.