Paramilitaire leiders spreken parlement toe

Drie paramilitaire leiders die beschuldigd worden van massamoorden op burgers en drugssmokkel, spraken woensdag (gisteren) het Colombiaanse Congres toe. Ongeveer 2.000 demonstranten eisten buiten berechting van de paramilitairen en schadevergoeding voor de mensenrechtenschendingen. Zij kwamen in aanvaring met medestanders van de paramilitairen.

Hoewel eerdere regeringen in Colombia vasthielden aan de officiële stelling dat leden van paramilitaire milities criminelen zijn, vaart de rechtse president Alvaro Uribe een andere koers. Hij is onderhandelingen begonnen met de belangrijkste paramilitaire koepelorganisatie.

Salvatore Mancuso, Iván Roberto Duque en Ramón Isaza, arriveerden gisteren onder hoge beveiliging bij het Congres, met toestemming van de regering om gedurende 48 uur hun thuishaven Santa Fe de Ralito te verlaten. Mancuso, leider van de uiterst rechtse Verenigde Zelfverdedigingskrachten van Colombia (AUC), haalde uit naar de linkse guerrilla’s en stelde dat paramilitairen niet vervolgd zouden moeten worden, omdat ze zich vooral richten tegen de opstandelingen.

De paramilitairen, die in een smerige oorlog duizenden burgers doodden - sommigen werden levend in stukken gezaagd met kettingzagen - willen een overeenkomst die hen garandeert dat ze niet vervolgd worden. Mancuso gaf echter toe dat herstelbetalingen voor het door de milities veroorzaakte leed, wenselijk zijn.

Hij vroeg ook om een aantal veilige gebieden naar het model van Santa Fe del Ralito, in het noorden van Colombia. Van daaruit zouden hij en andere paramilitaire leiders met de regering kunnen onderhandelen over de demobilisatie van de ongeveer 13.000 paramilitairen. De paramilitaire leiders willen AUC omvormen tot een legale politieke beweging.

Mancuso stelde de staat verantwoordelijk voor het al veertig jaar durende gewapende conflict in Colombia. Hij riep op een commissie in te stellen, met vertegenwoordigers uit het Congres, de rooms-katholieke Kerk, de rechtelijke macht en het bedrijfsleven, die moet toezien op de demobilisatie.

De traditionele liberale en conservatieve partijen vinden dat de regering tot op zekere hoogte moet onderhandelen met de AUC. Maar andere politici betwijfelen of de regering op de goede weg is. ”Het Congres moet een actieve rol spelen in dit conflict,” zegt senator Antonio Navarro van de linkse oppositiepartij PDI, ”maar de regering improviseert maar wat, zonder duidelijk plan.”

De paramilitaire leiders bezochten het parlement een week nadat het Inter-Amerikaanse Hof voor Mensenrechten de Colombiaanse regering beschuldigde van banden met de paramilitairen. Het Hof hield de staat verantwoordelijk voor het bloedbad in 1987, waarbij negentien handelaars werden vermoord door paramilitairen. De lichamen van de kooplieden werden aan stukken gesneden en in de Magdala Rivier gegooid.

De paramilitairen hadden vooraf een vergadering belegd, waarin werd besloten de handelaren te vermoorden en hun bezittingen in beslag te nemen, omdat ze zonder ‘belasting’ te betalen door een gebied reisden dat door paramilitairen gecontroleerd werd. Het besluit werd met goedkeuring van enkele legerofficieren genomen, sommigen van hen zouden zelfs bij de vergadering aanwezig zijn geweest.

Rocío Bautista, de voorzitter van de Vereniging van Familieleden van Verdwenen Gedetineerden (Asfaddes) heeft er bij de Colombiaanse regering op aangedrongen om niet met de paramilitairen te onderhandelen. Dat zou volgens hem het duidelijkste bewijs zijn dat ze gesteund worden door het leger.

Maandag stuurden twintig Amerikaanse senatoren, waaronder de Democratische presidentskandidaat John Kerry, een brief aan president Uribe, waarin ze wezen op de dringende aanbeveling van de UNHCHR, het Hoge Commissariaat voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, om de banden tussen de regering en de paramilitairen te verbreken. De VN stellen in een rapport dat de Colombiaanse regering te laks optreedt.

De paramilitaire beweging heeft diepe wortels en ”is niet ontstaan met de opkomst van de Verenigde Zelfverdedigingskrachten”, schreef historicus Daniel García-Peña onlangs. ”De beweging blijft ook niet beperkt tot het militaire apparaat. De paramilitairen hebben hun basis in de oude traditie dat de elite in het land tegenstanders met geweld het zwijgen oplegt. Daarbij krijgen ze veel sociale, economische en politieke steun.”

Hoewel er al decennialang gewapende milities actief zijn in Colombia, ontstond de eerste ‘paramilitaire’ groepering in 1981. De leden waren ”drugssmokkelaars, die het vuile werk opknapten voor gepensioneerde legerofficieren en machtige landeigenaren, wat procureur-generaal Carlos Jiménez Gómez in 1983 al aan de kaak stelde,” aldus García-Peña.

De groeperingen noemden zichzelf later ‘Zelfverdedigingskrachten’, om wettelijke bescherming af te dwingen. Een twintig jaar oude wet staat burgers toe zichzelf te bewapenen en de veiligheidstroepen te steunen bij ”antisubversieve operaties”.

De ontmanteling van de paramilitaire milities was de belangrijkste eis van de linkse rebellenbeweging FARC, tijdens de mislukte vredesonderhandelingen met de regering van Andrés Pastrana (1998 – 2002). ”Het belangrijkste doel moet niet alleen de demobilisatie en reïntegratie van de AUC zijn, maar tevens het uitroeien van ‘paramilitarisme’ als structureel, historisch gegroeid probleem,” zegt García-Peña.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.