Pioniers van een nieuwe dageraad

Uitvinder van het model Transition Town Totnes en grote bezieler van de transition culture en het transitieproces in dit stadje is Rob Hopkins. Vanuit zijn diepgaande studie van de permacultuur, kwam hij tot het design voor een samenlevingsmodel in een post-olietijdperk. Want, zo stelt Hopkins, het tijdperk van de goedkope olie is definitief voorbij, peak oil is een realiteit en de globale opwarming dwingt ons tot een andere levensstijl.
  • Alma De Walsche Hopkins, grondlegger van de transition towns Alma De Walsche
In plaats van te wachten tot het huidige economische model volledig in elkaar stort, kunnen we maar beter de toekomst voorbereiden, nu er nog keuzemogelijkheden zijn en nog ruimte is voor creatieve ontwerpen. Zijn visie en aanpak schreef hij neer in het Transition Handbook dat als warme broodjes over de toonbank gaat, of op internet kan geraadpleegd worden. 
Wat is volgens u de essentie van permacultuur?
Mijn inspiratie komt vooral van David Holmgren, auteur van Permaculture: Principles and Pathways Beyond Sustainability. Hij benadert permacultuur als een designsysteem voor een samenleving na peak oil, een geheel van principes dat op de meest efficiënte manier alle ingrediënten bij elkaar brengt voor een duurzame samenleving. Het gaat over veel meer dan voedselvoorziening.
Het is een benadering die ook betrekking heeft op gezondheidzorg, onderwijs of de economie. Het is als de lijm die alle elementen voor een maatschappij die niet langer afhankelijk is van olie, samenhang geeft. Vaak gaat het om een inzicht dat impliciet aanwezig is in tal van transitie- activiteiten. De benadering van permacultuur is ontstaan na de eerste oliecrisis van 1973 maar toen in de jaren tachtig de olie terug goedkoop werd, viel iedereen weer in slaap en werd permacultuur gezien als wat hovenieren met leuke plantjes die niemand lustte.
Hoe ziet u dat transitieproces?
Er zijn twee basisgegevens. Enerzijds moeten de CO2 emissies drastisch naar omlaag en tegelijk moeten we ook weerbaarheid ontwikkelen om de overgang te maken. Je moet een samenleving hebben die schokken kan opvangen. Ga maar eens na wat het betekent om zonder olie te leven. Het zit in alle aspecten van ons leven. Het is dus belangrijk om alternatieven bij de hand te hebben wanneer de huidige voorzieningen wegvallen. Bovendien zouden we er moeten in slagen om dat te laten voorkomen als de volgende stap in de ontwikkeling, als een natuurlijke evolutie.
We zijn opgenomen in dat historische proces dat zich ontwikkelt. De grote opdracht waar onze grootouders in hun leven voor stonden was de oorlog te overleven. Onze ouders hadden als hun grote doel voor ogen dat wij een beter leven zouden hebben als zij. En wat is onze opdracht in deze reeks van de generaties? We zitten op het ogenblik opgesloten in het waanidee dat je altijd maar meer moet consumeren om gelukkig te zijn maar dat is een onhoudbare piste.
Dus toch inbinden?
Ja, maar dit hoeft niet af te schrikken. Ik vond vliegen fantastisch. Maar ik ben ermee gestopt. Wanneer ik ergens niet kan geraken met de trein, ga ik niet. Ik mis het vliegen ook niet. In de toekomst gaan we dit toch moeten opgeven, maar het helpt niet mensen daarover een schuldgevoel te geven. We hebben hier een open debat georganiseerd “Vliegen of niet vliegen”, om de complexiteit van de keuzes te zien en elkaars argumenten te horen.  
Het opbouwen van weerbaarheid is erg belangrijk. Het betekent dat een samenleving niet in elkaar stort in crisistijd. Rond 1850 kwam 80 tot 90 procent van het voedsel voor Totnes uit de directe omgeving. Wanneer er op een bepaald moment geen boten meer doorkwamen met luxegoederen, hadden de mensen hier nog steeds genoeg voedsel. Maar wanneer vandaag de vrachtwagens twee dagen niet rijden, hebben we problemen.
Ons voedsel komt vandaag van over de hele wereld. Om dat systeem om te bouwen, heb je tijd nodig. Er is ook veel kennis verloren gegaan. Mensen kennen de verschillende groenten nog niet meer, en al helemaal niet meer hoe je ze moet verbouwen. Je kan niet wachten tot de crisis er is, je moet nu mensen enthousiasmeren en mobiliseren om daaraan te werken. Nieuwe opleidingen organiseren voor nieuwe vaardigheden. Onze boodschap in de transitiebenadering is: “Dit is een fantastische gelegenheid om iets buitengewoons te realiseren. Later zullen mensen vol bewondering naar onze generatie kijken, zoals wij kijken naar de mensen die de oorlog zijn doorgekomen.”
Sommigen zeggen: “We hebben dit dertig jaar geleden al eens geprobeerd”.
De jaren zeventig waren fascinerend, wanneer je de reactie ziet van regeringen op de oliecrisis van 1973. De autowegen werden afgesloten op zondag en er kwam een golf van creativiteit op gang. Alle onderzoek op het domein van zonne-energie, permacultuur, biologisch tuinieren, kwam toen op gang. Brazilië startte met zijn ethanolprogramma en Denemarken met windenergie. Er was enthousiasme, er werd geïnvesteerd in die nieuwe projecten. Eind de jaren zeventig hadden we eigenlijk alles wat nodig was om te bouwen aan een maatschappij die minder afhankelijk is van olie. Maar toen ging de kraan terug open en opteerden we ervoor om nog eens dertig jaar uit de bol te gaan.  Die jaren zeventig waren werkelijk een kruispunt voor de mensheid. Er zijn tal van gelijkenissen tussen toen en nu. Het klopt dat de creatieve denkers van toen, die de twintig jaar geen gehoor meer vonden, opnieuw weerklank krijgen vandaag.
Is dit transitieproces enkel iets van de basis?
Als alleen de basis in beweging komt, redden we het niet. We hebben een rangorde van dingen nodig. Een plaatselijke gemeenschap die voor de dynamiek zorgt is heel belangrijk. Er is een lokaal bestuur nodig dat dingen mogelijk maakt, en een nationaal en internationaal beleid dat zich daar achter zet. Al die niveaus zijn nodig. Het nationale en het internationale beleid zullen falen als de lokale gemeenschappen niet mee zijn. Het is echter naïef wanneer je denkt dat alleen de lokale gemeenschappen het tij kunnen keren. Ik zag onlangs in Parijs de publieke fietsen, verspreid over de hele stad. Dat is een geniaal project, maar een lokaal transitieproject kan zoiets niet realiseren. Het kan wel mensen enthousiast maken om de fiets te nemen. Zo ontstaan er interacties. Het gaat erom het klimaat te veranderen. Mensen een andere ingesteldheid bijbrengen. Hen laten kijken naar het post-olietijdperk als naar een fascinerend project dat ze gestalte geven.
Wat onderscheidt de beweging van de milieubeweging?
De boodschap is verschillend. De milieubeweging ging traditioneel uit van het inzicht: “Er is iets vreselijks aan de hand en dat moet wel de schuld van iemand zijn. We zoeken een zondebok, zetten een campagne op en protesteren ertegen.” Maar wie zijn schuld is het? We hebben allemaal de vruchten geplukt van dit model, we eten allemaal druiven in december.
Op dit ogenblik bevinden we ons op het historische moment dat we eigenlijk niet meer moeten oproepen voor verandering. De veranderingen zijn aan de gang, aan een ongelofelijk snel tempo. Een aantal jaren geleden moesten we naar Seattle om campagne te voeren tegen de globalisering. Die globalisering, die mogelijk werd gemaakt door goedkope olie, is volop uit elkaar aan het vallen. Vandaag moeten we alternatieven opbouwen zodat we iets in de plaats hebben wanneer het oude wegvalt. Zoals in een oorlogseconomie komt het er vandaag op aan alle krachten te bundelen, met lokale groepen, lokale besturen, boeren. We moeten alle spelers samenbrengen en niet zoeken naar dingen die ons verschillend maken.
Een probleem inzien is nog iets anders dan in beweging komen en je gedrag aanpassen.
We denken inderdaad vaak dat het volstaat de juiste brochures en de exacte cijfers en statistieken te hebben. En dat mensen dit zomaar aanvaarden en aan de slag gaan. Tussen inzien en van gedrag veranderen is een heel proces van verschillende fases en je moet mensen daarin begeleiden. Iemand die me sterk geïnspireerd heeft is Johanna Macy, een milieuactiviste die ook dieper is ingegaan op de manier waarop we met al die thema’s bezig zijn . Al die problemen waarin we ons verdiepen zorgen ook voor behoorlijk wat stress.  We accumuleren dat en dat maakt je op de duur minder effectief. Mensen raken burned-out, worden cynisch,of koel. Ze dragen binnen in zich een last waar ze geen weg mee weten. “Wanhoop en empowerment” noemt ze haar werk. Zij ontwikkelt instrumenten om effectiever te worden.
Elk transitieproces in het leven is moeilijk. Elisabeth Kubler-Ross heeft zo de verschillende fases beschreven van mensen wanneer ze te horen krijgen dat ze terminaal ziek zijn. Ontkenning, woede, depressie, cynisme tot uiteindelijk aanvaarding. Uit dat besef kan een nieuw perspectief groeien. In Totnes hebben we een groep ‘Hart en Ziel’, waarin nogal wat therapeuten en maatschappelijke consulenten meewerken. Zij geven steun wanneer het te veel wordt, bedenken methodes om elkaar te ondersteunen bij het opbouwen van nieuwe gewoontes. De rigiede milieuactivisten vinden dit vaak te wollig maar het gaat om een dimensie die we al te vaak over het hoofd zien. Het samengaan van de drie- het hoofd (inzicht in de problematiek), de handen (aan de slag gaan in concrete projecten) maar ook het hart (de emotionele en psychologische kant van gedragsverandering) – is essentieel.
Gaat het niet te traag in verhouding tot de ernst van de toestand?
Dat kan best zijn, maar het gaat niet sneller. Sommige mensen zeggen: “Transition Town Totnes betreft maar 10 procent van de mensen”. Ik vind tien procent al geweldig, mensen die het wagen.  We hebben geen idee van wat ons te wachten staat want niemand heeft het ooit meegemaakt. Wij zijn de generatie die deze overgang gaat maken en in die zin zijn die transitieinitiatieven een voorbode. Wij zijn pioniers voor een nieuw tijdperk waarin iedereen uiteindelijk zal belanden.
Wij willen gewoon het pad effenen, voorbereidend werk doen nu er nog tijd is. Wanneer het echt zo ver is en men op het punt komt dat energie echt lokaal zal moeten opgewekt worden, dat wij kunnen zeggen: “we hebben zo’n model”. Of: een lokale munt; wij hebben een ontwerp. Er worden nog hevige discussies gevoerd over of het nu een goed idee is om voedselvoorziening lokaal te organiseren of niet.
Wij zijn overtuigd dat we dat wel moeten doen. We kunnen het niet overeind houden om een samenleving te hebben waarin 40 procent van de mensen websites bouwt en werkt als verzekeringsagent. We zullen landbouw opnieuw moeten herwaarderen en 20 procent van de bevolking in de landbouw moeten hebben. Onder druk van de omstandigheden zal dat wel gebeuren, maar je moet voorlopers hebben die het pad effenen.
Denkt u dat we het zullen halen?
Ik weet het niet. Vanochtend las ik in de New York Times een uitspraak van de Deense premier over hoe de VS zijn energiecrisis zou kunnen oplossen. Die zei: “De oplossing is niet om de prijs naar beneden te halen, maar in tegendeel om die nog te verhogen om zo onze verslaving aan olie af te breken. Hoge olieprijzen legt een grote druk op mensen, maar het is de enige manier. Kijk naar de staalindustrie. Wij importeren staal uit China. Maar de prijs is nu zo hoog en de transportkosten zijn zo enorm dat het meer rendabel is om een eigen staalindustrie op te zetten. Producten terug dichter bij huis maken is meer kostenefficiënt. Dat zijn verschuivingen in de economie die bezig zijn.
Het model werkt inspirerend, zo blijkt uit de website.   
Het is eigenlijk een sociaal experiment en we weten ook niet of het op termijn gaat werken. Het leuke is dat mensen erbij betrokken raken vanuit verschillende invalshoeken, niet alleen mensen die met het milieu begaan zijn. Het is fascinerend hoe het model aantrekt en mensen in gang zet. Wij waken niet over de zuiverheid van het model.. In Australië en Nieuw Zeeland doen mensen het ook op hun manier. Over heel Nieuw Zeelmand zijn er nu zo’n 50 – 60 initiatieven. Heel krachtig. Het werkt als een virus. Als je strikt wil toezien op de aanpak, dan verstik je het. Ofwel laat je het los en laat je het zijn weg gaan, maar dat is ook bangelijk want je weet niet wat er mee gaat gebeuren. Maar je moet er ook wat op vertrouwen dat de juiste mensen komen met de juiste ideeën om de juiste dingen te doen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.