Politici hebben wereldwijd imagoprobleem
Politieke partijen en parlementen worden wereldwijd gezien als de instellingen die het meest zijn aangetast door corruptie. Mensen die effectief smeergeld moesten betalen, deden dat meestal om de gunsten van de politie of het gerecht af te kopen.
Mattias Creffier . 6 december 2007
De resultaten zijn afkomstig uit de Global Corruption Barometer 2007, een enquête die de anticorruptiewaakhond Transparency International liet uitvoeren bij 63.199 mensen in 60 landen (waaronder Nederland, maar niet België, nvdr). De opiniepeilers wilden weten welke instellingen als het meest corrupt worden gezien, welke in werkelijkheid het vaakst smeergeld verlangen en hoe de mensen de corruptie in hun land zien evolueren.
Politieke partijen en parlementen hebben in de hele wereld de kwalijkste reputatie. Respectievelijk 68 en 55 procent van de bevraagde personen noemde die instellingen “corrupt” of “heel corrupt”. Dat is wel minder dan in 2004, toen het onderzoek voor het eerst peilde naar de perceptie van corruptie.
Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) en religieuze organisatie hebben in de ogen van het publiek de “schoonste” reputatie. Slechts 30 procent van de respondenten verdacht hen van corruptie. Dat is meer dan in 2004, wat er volgens TI op wijst dat ook deze instellingen meer onder druk komen om te bewijzen dat ze zuiver op de graat zijn.
Als je kijkt naar de reële corruptie, blijkt dat een op tien van de respondenten het voorbije jaar smeergeld had betaald. Het meest gebeurde dat in Kameroen, Cambodja, Albanië en Kosovo, op enige afstand gevolgd door Macedonië, Pakistan, Nigeria en Roemenië. Gezinnen met een laag of gemiddeld inkomen moesten vaker betalen om te krijgen waar ze recht op hebben, wat volgens het rapport betekent dat corruptie een soort van extra belasting op armoede is.
De politie werd veruit het vaakst genoemd als om te kopen partij. Eén op zes van de ondervraagde personen herinnerde zich ooit geld te hebben toegestopt aan de arm der wet. Het gerechtelijk apparaat komt op een weinig benijdenswaardige tweede plaats. De auteurs van het rapport merken op dat de instellingen die geacht worden corruptie te bestrijden, blijkbaar zelf het grootste probleem vormen.
Ten slotte werd gepeild naar de verwachte evolutie van de corruptie. 54 procent van de mensen verwacht dat het probleem erger gaat worden. Opvallend is dat de mensen in Ghana, Nigeria of Kosovo, landen met een relatief veel kleinschalige corruptie, optimistischer zijn dan bijvoorbeeld de Nederlanders of de Britten, die met meer dan 70 procent zijn om te denken dat de corruptie zal toenemen.
De Europeanen zijn ook sceptischer dan de Afrikanen over de inspanningen van hun regeringen om de corruptie te bestrijden. 62 procent van de Afrikanen vindt dat de strijd tegen corruptie efficiënt verloopt, ongeveer evenveel Europeanen denkt er net omgekeerd over. Vijf jaar geleden waren de Afrikanen nog veel somberder gestemd, wat TI doet besluiten dat de inspanningen tegen corruptie in ontwikkelingslanden alvast een goede indruk hebben nagelaten bij de bevolking.
Politieke partijen en parlementen hebben in de hele wereld de kwalijkste reputatie. Respectievelijk 68 en 55 procent van de bevraagde personen noemde die instellingen “corrupt” of “heel corrupt”. Dat is wel minder dan in 2004, toen het onderzoek voor het eerst peilde naar de perceptie van corruptie.
Niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) en religieuze organisatie hebben in de ogen van het publiek de “schoonste” reputatie. Slechts 30 procent van de respondenten verdacht hen van corruptie. Dat is meer dan in 2004, wat er volgens TI op wijst dat ook deze instellingen meer onder druk komen om te bewijzen dat ze zuiver op de graat zijn.
Als je kijkt naar de reële corruptie, blijkt dat een op tien van de respondenten het voorbije jaar smeergeld had betaald. Het meest gebeurde dat in Kameroen, Cambodja, Albanië en Kosovo, op enige afstand gevolgd door Macedonië, Pakistan, Nigeria en Roemenië. Gezinnen met een laag of gemiddeld inkomen moesten vaker betalen om te krijgen waar ze recht op hebben, wat volgens het rapport betekent dat corruptie een soort van extra belasting op armoede is.
De politie werd veruit het vaakst genoemd als om te kopen partij. Eén op zes van de ondervraagde personen herinnerde zich ooit geld te hebben toegestopt aan de arm der wet. Het gerechtelijk apparaat komt op een weinig benijdenswaardige tweede plaats. De auteurs van het rapport merken op dat de instellingen die geacht worden corruptie te bestrijden, blijkbaar zelf het grootste probleem vormen.
Ten slotte werd gepeild naar de verwachte evolutie van de corruptie. 54 procent van de mensen verwacht dat het probleem erger gaat worden. Opvallend is dat de mensen in Ghana, Nigeria of Kosovo, landen met een relatief veel kleinschalige corruptie, optimistischer zijn dan bijvoorbeeld de Nederlanders of de Britten, die met meer dan 70 procent zijn om te denken dat de corruptie zal toenemen.
De Europeanen zijn ook sceptischer dan de Afrikanen over de inspanningen van hun regeringen om de corruptie te bestrijden. 62 procent van de Afrikanen vindt dat de strijd tegen corruptie efficiënt verloopt, ongeveer evenveel Europeanen denkt er net omgekeerd over. Vijf jaar geleden waren de Afrikanen nog veel somberder gestemd, wat TI doet besluiten dat de inspanningen tegen corruptie in ontwikkelingslanden alvast een goede indruk hebben nagelaten bij de bevolking.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Analyse
-
Column
-
Interview
-
Nieuws
-
Nieuws