Ramin wordt internationaal beschermde houtsoort

De opname van ramin in de internationale lijst van beschermde soorten is één van de belangrijkste beslissingen die op de 13de CITES-conferentie in Bangkok (van 1 tot 14 oktober) zal genomen worden. Op de lijst van bedreigde dier- en plantensoorten staan een vijftigtal boomsoorten. Ramin wordt opgenomen op appendix II, wat betekent dat de deelnemende landen erkennen dat de boomsoort zonder internationale bescherming kan uitsterven. Ramin mag voortaan enkel onder strikte voorwaarden verhandeld worden. Ramin viel sinds 2001 onder appendix III. Die lijst garandeert enkel een vrijwillige nationale bescherming in sommige landen. Enkel in Indonesië was ramin op die manier beschermd.

Ramin is een blonde tropische hardhoutsoort die thuishoort in de vochtige wouden van Indonesië en Maleisië. De bomen vormen de steunpilaar van het ecosysteem maar zijn ook het eerste doelwit van de illegale houtkap. De verkoop van ramin levert fortuinen op. De houtsoort gaat van de hand voor 1000 dollar per kubieke meter. Ramin wordt onder meer gebruikt om biljartkeus en lattengordijnen te maken. De VS, Italië, Japan en Groot-Brittannië zijn de grootste afnemers.

De raminkap vormt een rechtstreekse bedreiging voor zeldzame diersoorten als de oerang-oetang en de sumatratijger, omdat die gedijen in dezelfde habitat. “We zijn absoluut in de wolken over deze beslissing”, reageert Susan Lieberman van WWF International. De oplijsting is volgens Lieberman een belangrijke etappe in de redding van beide diersoorten.

Greenpeace International noemt de beslissing “hoopgevend” omdat de CITES-landen tonen dat ze de commerciële houthandel aan banden willen leggen. “Het valt te hopen dat de regering de beloofde maatregelen nu ook nemen”, zegt Tim Birch van Greenpeace International. Volgens WWF is het aantal oerang-oetangs in de voorbije eeuw gedaald met 91 procent op Borneo en Sumatra. In 1987 waren de dieren nog met 45 tot 60.000 maar nu zouden er nog maar 25.000 over zijn, waarvan 12.500 in het wild. De toekomst van de Sumatratijger ziet er nog minder rooskleurig uit: van die soort resteren er nog maar een vijfhonderdtal. Volgens het WWF kan het prachtige dier binnen tien jaar verdwenen zijn.

Opmerkelijk genoeg verzette Maleisië zich niet tegen de oplijsting. Dat land is het enige dat officieel nog ramin exporteert. Indonesië hield er in 2001 officieel mee op toen de houtsoort op appendix III terechtkwam. Maar volgens de Asian Conservation Alliance Task Force, een coalitie van 30 ngo’s uit 10 Aziatische landen – wordt er vanuit Indonesië elk jaar nog zo’n 70.000 kubieke meter ramin gesmokkeld. Dat is genoeg om 2.000 containers te vullen.

Greenpeace vindt het verdacht dat Maleisië plots bijdraait “ondanks alle voorgaande pogingen om de internationale bescherming van ramin tegen te houden”. De milieugroep bracht vorige week donderdag een rapport uit waaruit blijkt dat
Maleisië volop betrokken is bij de import van illegaal gekapte ramin uit Indonesië. “Over een periode van drie weken vonden we bewijzen van 15 scheepsladingen illegale ramin. En dan hebben we maar twee Maleisische havens onderzocht vlakbij de kustlijn van Sumatra.” (MM)